100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Zintuigen, hersenen en beweging I | week 4 | 49 oefenvragen met antwoorden $3.25   Add to cart

Other

Zintuigen, hersenen en beweging I | week 4 | 49 oefenvragen met antwoorden

 25 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

49 oefenvragen met antwoorden over de stof uit alle onderwijsvormen van week 4 van zintuigen, hersenen en beweging I. Inclusief overzichten bij vascularisatie cerebellum, bindingsaffiniteiten antipsychotica, farmacologisch effect antidepressiva en GABAerge neuronen.

Last document update: 1 year ago

Preview 3 out of 21  pages

  • March 8, 2021
  • December 27, 2022
  • 21
  • 2020/2021
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
ZHB I week 4 → vragen




Psychiatrie • Hoorcollege 17

1. Bij een manie is de psychomotoriek onrustig/druk.
a. Juist
b. Onjuist

2. Psychische symptomen gaan gepaard met  .
⬜ abnormale intensiteit een duur

⬜ significant lijden

⬜ significant disfunctioneren in het dagelijks leven

⬜ vaak met lichamelijke symptomen



3. Bij het vaststellen van een psychische stoornis is laboratorium- en
beeldvormend onderzoek noodzakelijk.
a. Juist
b. Onjuist

Farmacologie van het centrale zenuwstelsel • Hoorcollege 19

4. Monoaminen hebben een modulerende werking.
a. Juist
b. Onjuist

5. Medicatie voor het CZS werkt curatief.
a. Juist
b. Onjuist

6. Antidepressiva werken beter bij een ernstige depressie.
a. Juist
b. Onjuist

7. Antidepressiva werken vrijwel direct na toediening.
a. Juist
b. Onjuist

8. Antidepressiva verhogen synaptische concentraties van monoaminen.
a. Juist
b. Onjuist

ZHB I → week 4 → vragen → 1

,9. Welke stelling(en) is of zijn juist?
⬜ MAOa-remmers remmen een enzym dat monoaminen afbreekt in de

presynaps
⬜ TCA’s kennen 5 aangrijpingspunten

⬜ TCA’s stimuleren heropname van monoaminen

⬜ Bij een ernstige depressie zijn TCA’s het minst effectief



10. Welke stelling(en) is of zijn juist?
⬜ SSRI’s zijn selectief

⬜ Bijwerkingen nemen af

⬜ SSRI’s zijn CYP-inhibitors

⬜ SSRI’s zijn cardiotoxisch



11. Antipsychotica worden ook ingezet tegen motorische tics.
a. Juist
b. Onjuist

12. Overactiviteit in welk systeem leidt tot positieve symptomen van schizofrenie?
a. Nigro-striataal systeem
b. Meso-limbisch systeem
c. Meso-corticaal systeem
d. Tubero-infundibulair systeem

13. Hypoactiviteit in welk systeem leidt tot negatieve symptomen van
schizofrenie?
a. Nigro-striataal systeem
b. Meso-limbisch systeem
c. Meso-corticaal systeem
d. Tubero-infundibulair systeem

14. Welke stelling(en) is of zijn juist?
⬜ Het risico op extrapiramidale bijwerkingen is hoger bij atypische

antipsychotica
⬜ Het risico op metabole bijwerkingen is hoger bij atypische antipsychotica

⬜ Klassieke antipsychotica zijn D2-antagonisten

⬜ Klassieke antipsychotica hebben geen effect op negatieve symptomen



15. Klassieke antipsychotica kennen 5 aangrijpingspunten.
a. Juist
b. Onjuist




ZHB I → week 4 → vragen → 2

, 16. Benzodiazepinen grijpen aan op GABA-receptoren.
a. Juist
b. Onjuist

17. Waartegen worden benzodiazepinen gebruikt?

18. Welke stelling(en) is of zijn juist?
⬜ Een tekort aan GABA leidt tot verminderde neuronale activiteit

⬜ Een tekort aan GABA leidt tot verminderde inhibitie in het CZS

⬜ Een tekort aan GABA kan leiden tot epileptische aanvallen

⬜ Benzodiazepinen hebben een acute werking



19. Wat zijn bijwerkingen van benzodiazepinen?

20.Wat zijn de gevolgen van overdosering van benzodiazepinen?

Receptoren en farmacodynamiek • Interactief college 3

21. Elke exogene agonist kan het maximale biologisch effect veroorzaken, zolang
je de dosering van de agonist maar hoog genoeg maakt.
a. Juist
b. Onjuist

22. Een volle agonist heeft een maximaal effect.
a. Juist
b. Onjuist

23.Het effect van een competitieve antagonist kan volledig overwonnen worden
door toenemende concentraties van de agonist van die specifieke receptor.
a. Juist
b. Onjuist

24.Een patiënt met hartfalen wordt effectief behandelde met de competitieve β1-
blokker metoprolol. De rusthartslag wordt verlaagd. Wat is het therapeutische
werkingsmechanisme van de β1-blokker in behandeling van hartfalen?

25. Tegen advies van de arts gaat de patiënt zich toch inspannen, met als gevolg
dat, ondanks juiste inname van de β-blokker, de hartslag weer stijgt. Hoe komt
dit?




ZHB I → week 4 → vragen → 3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daanannaveld. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25
  • (0)
  Add to cart