100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting BuiteNLand vwo 5 hoofdstuk 2 Aarde $4.51   Add to cart

Summary

Samenvatting BuiteNLand vwo 5 hoofdstuk 2 Aarde

 13 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Samenvatting voor vwo 5 van heel hoofdstuk 2 Aarde en als extra van hoofdstuk 3 paragraaf 1,2,5,6.

Preview 2 out of 7  pages

  • No
  • Hoofdstuk 2 aarde en (extra) deel hoofdstuk 3 zuid-amerika
  • March 8, 2021
  • 7
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Aardrijkskunde Samenvatting Hoofdstuk 2 Aarde

Introductie
Begrippen:
Aardplaten: Delen va de aardkorst die als geheel bewegen ten opzichte van andere delen.
Delta: Nieuw land in zee waar de rivier uitmondt en sediment ophoopt.
Endogene processen: Processen die vanaf de binnenkant van de aarde op de aardkorst inwerken
Exogene processen: Processen die van buitenaf op de aardkorst inwerken
Plooiingsgebergte: Gebergte dat ontstaat door druk in de aardkorst waarbij gesteente opgeheven en geplooid
wordt
Sediment: Los materiaal dat door stromend water, wind of ijs wordt meegenomen
Stroomgebied: gebied waar al het water vanaf één hoofdrivier stroom naar zee stroomt
Epicentrum: punt op het aardoppervlak recht boven de actiefste plek van een aardbeving
Vulkaankegel: Een berg die is ontstaan door lagen as en lava van uitbarstingen

§2.1 De opbouw van de aarde
Door onderzoeken op de oceaanbodem zijn we veel te weten gekomen over hoe de aarde in elkaar zit. Het
grootste deel van de aardkorst wordt gevormd door de oceaanbodem. Deze ligt gemiddeld vier kilometer
lager dan de continentale korst. Dit komt door de verschillende samenstelling. De oceaanbodem bestaat
vooral uit basalt (3000 kg/m3), dit heeft een hogere dichtheid en is zwaarder dan de gesteenten van de
continentale korst, zoals graniet (2700 kg/m3). De aardkorst drijft op de aardmantel. Ook onder de oceanen
zijn ‘gebergten’. In de Atlantische Oceaan ligt de midoceanische rug. Hier is de oceaan veel minder diep.
Dit is wel 75 000 km lang. Er zijn ook diepe kloven in de oceaanbodem, diepzeetroggen. Deze kunnen
kilometers diep zijn. Omdat we niet dieper dan 10 kilometer in de aarde kunnen gaan zijn er andere
manieren om de aarde te bestuderen. Dit kan door aardbeving trillingen te analyseren. Deze worden overal
ter wereld opgevangen en de snelheid en richting worden beïnvloed door de eigenschappen van het
gesteente waar het doorheen gaat, zoals temperatuur, dichtheid en vloeibaarheid. Door deze trillingen te
analyseren kunnen we bepalen hoe de aarde van binnen is opgebouwd. In de kern is de temperatuur 5000 C
en de druk 4 miljoen keer hoger dan boven aan het aardoppervlak.
De aardkorst is gemaakt van licht gesteente dat drijft op de aardmantel. De continentale korst is 40 km dik
en de oceanische korst 8 km. De mantel bestaat uit zwaardere gesteenten die vanaf de kern worden
verwarmd. Om deze warmte kwijt te raken gaat het bewegen. Ondanks de hoge temperatuur is het niet
gesmolten, dit komt door de hoge druk waardoor de moleculen niet kunnen bewegen. Deze
materiaalstromen heten convectiestromen. Op een diepte van 100 en 200 km is een klein deel gesmolten
gesteenten (de druk is hier lager), dit heet de asthenosfeer. Het gesteente hierboven (inclusief de aardkorst)
is de lithosfeer. De aardkern is vooral ijzer. Radioactieve elementen zoals uranium produceren warmte. De
binnenkern is vast en de buitenkern is vloeibaar.

Begrippen:
Aardkorst: buitenste laag van de aarde
Basalt: Steen waaruit de oceaanbodem voornamelijk bestaat
Graniet: Steen waaruit de continentale korst voornamelijk bestaan
Aardmantel: Laag van de aarde onder de aardkorst
Midoceanische rug: Hoger gelegen ‘gebergten’ in de oceaan
Diepzeetroggen: Diepe delen van de oceaan
Convectiestromen: Stromen met warm materiaal in de aardmantel
Asthenosfeer: Laag gesmolten gesteenten tussen de 100 en 200 km diep
Aardkern: Middelste deel van de aarde


§2.2 Platentektoniek
De aardkorst wordt verdeeld in platen. De grenzen tussen de platen zijn seismisch bepaald, de smalle zones
met aardbevingen zijn de grenzen tussen de aardplaten. Een beweging van een plaat heeft invloed op veel
andere platen. Er zijn drie soorten bewegingen:

, 1. Convergente plaatgrenzen: twee aardplaten botsen tegen elkaar. Als een oceaanbodem botst op een
continent gaat de zwaardere aardboden de mantel in, subductie. Op de grens ontstaan dan
diepzeetroggen.
2. Divergente plaatgrenzen: twee aardplaten gaan uit elkaar. Er ontstaat een scheur en er komt direct
lava naar boven. Doordat dit stolt ontstaat er een nieuwe oceaanbodem.
3. Transforme plaatsgrenzen: twee aardplaten schuiven langs elkaar (in dezelfde richting met
verschillende snelheden of in tegengestelde richting).
Door het aangroeien van oceaanbodem bij een midoceanische rug verdwijnt oceaanbodem bij de
subductiezone. De oceaanbodem komt en gaat dus continu terwijl de continenten blijven bestaan of
aangroeien. Een deel van het wegduikende basalt wordt samen met water omgesmolten tot een lichter
gesteente wat weer opstijgt. Platentektoniek is met satellieten goed te bepalen. Mensen weten niet zeker
waarom er verschillende snelheden zijn. Misschien door de convectiestromen, waarbij de platen
meebewegen op magma. Dit is nog niet bewezen en er moeten andere krachten zijn. Door de lava die uit de
aardmantel komt ontstaat er een duwkracht. Deze zorgt er samen met de zwaartekracht voor dat de
oceanische plaat in beweging komt. Bij de subductie is juist trekkracht die de oceanische plaat naar beneden
trekt omdat het zwaar is en afgekoeld. Aardplaten bewegen 1 tot 20 cm per jaar. Wetenschappers denken dat
dit altijd zo is: actualiteitsprincipe. Zo kunnen we reconstrueren hoe aardplaten vroeger lagen. 200 miljoen
jaar geleden vormden ze één groot continent: Pangea. Dit is ontstaan doordat veel continenten naar elkaar
toe bewogen. Nu denken we dat over 250 miljoen jaar weer alle continenten naar elkaar toe gaan. Volgens
deze theorie is het een soort ‘cyclus’ die elke keer doorgaat. De huidige ligging is 1 promille van de
aardgeschiedenis.

Begrippen:
Convergente plaatgrenzen: twee aardplaten botsen tegen elkaar
Divergente plaatgrenzen: twee aardplaten gaan uit elkaar
Transforme plaatsgrenzen: twee aardplaten schuiven langs elkaar
Platentektoniek: bewegen van de aardplaten
Duwkracht: Kracht waardoor lava naar boven komt
Trekkracht: Kracht waardoor de oceaanbodem naar beneden gaat
Actualiteitsprincipe: Aardplaten bewegen altijd 1 tot 20 cm per jaar
Pangea: Grote, super continent van 200 miljoen jaar geleden

§2.3 Vulkanisme
De vorm en aard van een vulkanisme is afhankelijk van de ligging ten opzichte van de soort plaatgrens.
Midoceanische rug: er ontstaat continu een langgerekte sleuf in de aardkorst die wordt opgevuld met
magma, dit wordt zwarte basalt. De mantel wordt vloeibaar bij een opening doordat de druk wegvalt. Dit
zijn effusieve erupties en verlopen rustig.
Subductiezones: Hier zijn explosieve erupties door de samenstelling van het magma, namelijk meegesleurd
sediment van de oceaanbodem en zeewater, ontstaan op 100/150 km diep en hopen zich op in de
magmakamer van de vulkaan. Het is licht maar wel taai en het wil omhoog. Het hoopt zich op in de
kraterpijp en als de druk hoog genoeg is vindt de uitbarsting plaats. Er komt gesteente, gassen en magma
vrij, dit heet pyroclastica. Door al dat opgehoopte as rondom de vulkaan ontstaat er een vulkaankegel, een
stratovulkaan, dit kilometers hoog kan worden. Als de magmakamer te snel leeg gaat door een te explosieve
eruptie kan het dak van de magmakamer instorten en er ontstaat een caldera. Hierna kan wel weer gewoon
een nieuwe vulkaankegel gebouwd worden. Instrusies zijn wanneer grote hoeveelheden magma blijven
steken in de aardkorst, enkele kilometers onder het aardoppervlak en het langzaam begint af te koelen.
Hierdoor gaan elementen in magma de meest stabiele binding aan in de vorm van mineralen, graniet. Ook
zijn er ertsen die ertsaders vormen. Een schildvulkaan ontstaat wanneer de magma ‘rustig’ uit de
magmakamer stroomt. Doordat de aardplaten bewegen boven de hotspot (de plek waar het magma naar
boven komt (mantelpluimen)) ontstaat er een uitgestrekt gebied met basaltische lava ‘gebergten’.

Begrippen:
Effusieve erupties: Rustige erupties met weinig druk
Explosieve erupties: Heftige erupties met veel druk
Pyroclastica: in de lucht geslingerd materiaal zoals vulkanisch as

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkefontijne. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76710 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.51
  • (0)
  Add to cart