100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting probleem 1 t/m 8, hoorcolleges en webcasts verwerkt $7.44   Add to cart

Summary

Samenvatting probleem 1 t/m 8, hoorcolleges en webcasts verwerkt

 17 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van probleem 1 t/m 8. De hoorcolleges en webcasts zijn hierin verwerkt.

Preview 3 out of 24  pages

  • No
  • Probleem 1 t/m 8
  • March 8, 2021
  • 24
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting problemen
Probleem 1

Bestuursorganen
- A-organen: Art. 1:1 lid 1 sub a
 Orgaan van rechtspersonen krachtens publiekrecht ingesteld (art. 2:1 BW)
 Persoon of college met enig openbaar gezag bekleed (bijv. ambtenaar gemeentelijke
belastingen).
 Persoon of c ollege dat een zelfstandige positie heeft binnen een rechtspersoon
ingesteld krachtens publiekrecht (bijv. korpschef bij politie).
- B-organen: Art. 1:1 lid 1 sub b
 Bestuursorganen die niet over de hele breedte van hun handelen bestuursorgaan
zijn, maar slechts voor zover ze over openbaar gezag beschikken

 Openbaar gezag: Het uitoefenen van een publiekrechtelijke bevoegdheid waarmee
de rechtspositie van rechtssubjecten wordt bepaald.
 VNG: privaatrechtelijke instantie zijn geen A-organen en kunnen alleen B-organen
zijn voor zover zij een privaatrechtelijke bevoegdheid hebben die is ontleend aan een
wettelijk voorschrift.
 Subsidie bibliotheek: Privaatrechtelijke instanties die een uitkering verstrekken zijn B-
organen indien zij voldoen aan het inhoudelijke criteria en financiële criteria.
 Koningin & Kabinet van de Koningin: Koning is geen bestuursorgaan want
onschendbaar. Een bestuursorgaan moet aansprakelijk gesteld kunnen worden.
Kabinet geen bestuursorgaan want slechts ondersteunde taken.

Belanghebbende
Art. 1:2 lid 1 Awb: Degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken
- Normadressaat: Degene wiens rechtspositie door een beschikking wordt bepaald. Hij is
de geadresseerde van de norm die door de beschikking wordt gesteld.
 ‘Degene’ kunnen natuurlijke personen, rechtspersonen, bestuursorganen en andere
entiteiten kunnen zijn
- Derdebelanghebbende:
 O: Objectief belang: Een belang dat slechts in iemands subjectieve belevingswereld
bestaat en niet objectief bepaalbaar is, levert geen belanghebbende op.
 P: Persoonlijk belang: Jouw belang moet zich in voldoende mate onderscheiden van
het belang van de massa.
 Gevolgen van enige betekenis (Mestbassin)
 Nabijheid- en zichtscriterium (Haaksbergse Kapvergunning)
 E: Eigen belang
 R: Rechtstreeks belang: Er moet een voldoende causaal verband zijn tussen het
besluit en iemands belang.
 In ieder geval heeft iemand geen direct geraakt belang als zijn belang enkel
via het belang van een ander bij een besluit is betrokken (afgeleid belang). Dit
is vaak te zien aan een contractuele relatie (werkgever-werknemer). Zelfs als
het afgeleide belang groter is dan het directe belang, wordt degene met het
afgeleide belang toch geen belanghebbende geacht.

,  Uitzondering 1: Parallel belang
 Uitzondering 2: Als iemand door het besluit wordt beperkt in het gebruik van
zijn eigendomsrecht of in een fundamenteel recht, wordt het niet meer
tegengeworpen als zijn belang slechts is afgeleid.
 A: Actueel belang: Alleen als degene op het moment van het nemen van een besluit
een belang heeft. Een onzeker, in de toekomst gelegen belang, is onvoldoende.

Art. 1:2 lid 2 Awb: Opkomen voor toevertrouwde belangen
 Vult dan eigen en persoonlijk in (OPERA-criteria)
- Een bestuursorgaan behartigt het algemeen belang.
 Het toevertrouwd belang hangt af van wettelijke taakomschrijving.
 Uit jurisprudentie blijkt dat zeer algemene taakomschrijvingen niet voldoende zijn
om belanghebbende aan te nemen
- Indien een bestuursorgaan zijn bevoegdheid delegeert aan een ander bestuursorgaan,
gaan de ‘toevertrouwde belangen’ over.
- De toevertrouwde belangen moeten nog steeds voldoende actueel en direct zijn.
- Als een besluit vooral het vermogen van een rechtspersoon raakt, is de rechtspersoon de
belanghebbende (bijv. bij subsidie normadressaat).
 Bij niet-financiële besluiten is vaak het bestuursorgaan de belanghebbende.

Art. 1:2 lid 3 Awb: Opkomen voor algemene belangen of collectieve belangen
 Vult dan eigen en persoonlijk in (OPERA-criteria)
- Voorwaarden:
 De organisatie is een rechtspersoon.
Ook indien een groepering
 Voldoende leden heeft
 Voldoende organisatiestructuur en bepaald doel
 Als eenheid deelnemen aan rechtsverkeer
 Behartigen algemeen of collectief belang ‘in het bijzonder’. Moet niet te
veelomvattend zijn.
 Dat belang moet blijkens zijn statutaire doelstellingen en feitelijke werkzaamheden
worden behartigd.
 Het in rechte opkomen voor besluiten is niet voldoende werkzaamheden.
 Een rechtspersoon dat is opgericht na een besluit, maar voor een besluit op
bezwaarschrift, kan nog aangemerkt worden als belanghebbende.
 Continuïteit van feitelijke werkzaamheden moet worden beoordeeld.

Het is niet van betekenis of aan het belang bij een besluit enig gewicht mag toekomen. Het
kan wel gaan om belangen die in het licht van het specialiteitsbeginsel (art. 3:4 lid 1 Awb)
niet bij de besluitvorming worden meegewogen: bijv. als uit een wet blijkt dat het
concurrentiebelang bij de afweging van een omgevingsvergunning niet wordt meegewogen.

Relativiteitsbeginsel: Dit vereiste houdt in dat de bestuursrechter een besluit niet vernietigd
als de gestelde geschonden rechtsnorm waarop de belanghebbende zich beroept, zich niet
strekt tot de bescherming van het gestelde belang waarin de belanghebbende beschermd
wil worden.

,  Afgeleid belang verhuurder: Als iemand door het besluit wordt beperkt in het gebruik
van zijn eigendomsrecht of in een fundamenteel recht, wordt het niet meer
tegengeworpen als zijn belang slechts is afgeleid.
 Greenpeace: art. 1:2 lid 3 Awb. Vereisten: de organisatie moet een rechtspersoon
zijn, de rechtspersoon moet een algemeen collectief in het bijzonder behartigen en
de rechtspersoon moet dat belang blijkens zijn statutaire doelstelling en feitelijke
werkzaamheden behartigen. Indien dit het geval is wordt ‘persoonlijk’ en ‘eigen’
ingevuld.
 Haaksbergse kapvergunning: Over het vereiste ‘persoonlijk’. Het nabijheids- en
zichtscriterium is van belang. De standaardoverweging: ‘in de regel kan slechts als
belanghebbende worden aangemerkt degene die op geringe afstand van de bomen
woont, of daar vanuit zijn woning zicht op heeft’.
 Mestbassin: Over het vereiste ‘persoonlijk’. Indien niet voldaan is aan het nabijheids-
en zichtscriterium kan er nog wel sprake zijn van een belanghebbende. Uitgangspunt
is dat iemand die rechtstreeks feitelijke gevolgen heeft van een activiteit of handeling
die het besluit toelaat, is in beginsel belanghebbende. Het moet wel gaan om
gevolgen van enige betekenis
 Occupy: Over het vereiste ‘degene’. De vraag of zij gezien kunnen worden als een
‘andere entiteit’ en dus als één optreden. Ze moeten herkenbaar in het rechtsverkeer
zijn.
 Zwarte piet: Deze zaak is alleen behandeld omdat er sprake is van een
zaakoverstijgend maatschappelijk en juridisch belang, maar eigenlijk had dit niet
gemogen aangezien er geen sprake is van belanghebbenden.
 Woningsluiter: De burgemeester was geen belanghebbende aangezien zijn standpunt
werd gevolgd en hij dus geen procesbelang had, maar vanwege een zaakoverstijgend
maatschappelijk en juridisch belang, namelijk de toepassing van regelgeving, werd
het niet ongegrond verklaart.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annikavdermaarel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.44  1x  sold
  • (0)
  Add to cart