100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Ontwikkelingspsychologie (14e druk) $8.07   Add to cart

Summary

Samenvatting Ontwikkelingspsychologie (14e druk)

1 review
 124 views  13 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van H1 t/m H19 (gehele tentamen stof), uitgebreide samenvatting van het boek

Preview 3 out of 29  pages

  • Yes
  • March 9, 2021
  • 29
  • 2020/2021
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: esmourmans • 2 year ago

avatar-seller
Samenvatting ontwikkelingspsychologie
Hoofdstuk 1: The Study of Human Development
Drie domeinen:
1) lichamelijk  Groei van het lichaam en de hersenen, zintuiglijke capaciteiten, motoriek en gezondheid
2) cognitief  leren, aandacht, geheugen, taal, denken, redeneren en creativiteit
3) psychosociaal  emoties, persoonlijkheid en sociale relaties

Indeling van de levenscyclus is een cultuur gebonden ding, overal zijn andere normen en waarden.

Indeling levenscyclus:
Prenatale periode  conceptie tot geboorte
Zuigelingen- en Peuter- en kleutertijd  geboorte tot 3 jaar
Vroeg kindertijd  3 jaar tot 6 jaar
Midden kindertijd  6 jaar tot 11 jaar
Adolescentie  11 jaar tot 20 jaar
Opkomende en jongvolwassenheid  20 jaar tot 40 jaar
Midden volwassenheid  40 jaar tot 65 jaar
Late volwassenheid  65 jaar en ouder

Extended family  multigenerationeel netwerk van grootouders, tantes, ooms, neven en nichten, en meer
verre verwanten-is de traditionele familievorm

socio-economische status  combinatie van sociale en economische factoren.
Cultuur  De totale levenswijze van een samenleving of groep, met inbegrip van gewoonten, tradities,
geloofsovertuigingen, waardes, taal en fysieke producten - allemaal aangeleerd gedrag, doorgegeven van
ouders op kinderen.

Etnische groep  bestaat uit mensen die verenigd zijn door een kenmerkende cultuur, afkomst, religie, taal, of
nationale oorsprong, die allemaal bijdragen aan een gevoel van gedeelde identiteit en gedeelde houdingen,
overtuigingen en waarden.

(1) normatieve invloeden
- Normatieve leeftijdsgegradeerde invloeden  betreft een bepaalde leeftijd of leeftijdsperiode
- bv. menopauze of pubertijd
- Normatieve geschiedenis-gegradeerde invloeden  historische generatie: een groep mensen
die de gebeurtenis meemaken op een vormend moment in hun leven (WOII)

(2) Nonnormative invloeden  invloed op een enkele individu

Leeftijdscohort  groep mensen die rond dezelfde tijd geboren zijn

The Life-Span Developmental Approach
1. Ontwikkeling is levenslang  Ontwikkeling blijft doorgaan, elke voorafgaande gebeurtenis heeft impact en
kan toekomstige zaken beïnvloeden.
2. Ontwikkeling is multidimensionaal  biologisch, psychologisch en sociaal
3. Ontwikkeling is multidirectioneel  Op sommige vlakken wordt men beter, andere slechter
4. Invloeden van biologie en cultuur  verschuiven gedurende de ontwikkeling

5. Ontwikkeling door verandering van bronnen  Men investeert tijd, energie, talent, geld en sociale steun op
verschillende manieren.
6. Ontwikkeling toont plasticiteit  Doel ontwikkelingsonderzoek: ontdekken in welke mate bepaalde soorten
ontwikkeling op verschillende leeftijden kunnen worden gewijzigd.
7. Ontwikkeling wordt beïnvloed door historische en culturele context

,Hoofdstuk 2: Theory and Research
Vraag 1: is ontwikkeling actief of reactief?
Mechanisch model  mensen zijn machines die reageren op omgevingsfactoren
- mechanische onderzoekers: waarom gedragen mensen zich op de manier zoals zij doen

Organisch model  Dit model ziet mensen als actieve, groeiende organismen die hun eigen ontwikkeling in
gang zetten.
- Omgevingsfactoren veroorzaken het gedrag niet, wel kunnen ze ontwikkeling vertragen of
versnellen

Vraag 2: is ontwikkeling continu of niet continu?
Mechanistisch  Zien ontwikkeling als continu: geleidelijk en stapsgewijs, bestaande uit oplopende stadia.
- Kwantitatieve verandering  verandering in nummer of hoeveelheid; gewicht, lengte, leeftijd etc.;
continu

Organistisch  Zien ontwikkeling niet als continu, maar als verschillende stappen (treden).
- Kwalitatieve verandering  wordt gekenmerkt door het ontstaan van nieuwe verschijnselen die niet
gemakkelijk kunnen worden voorspeld op basis van de werking in het verleden. Niet continu

Vijf perspectieven die ten grondslag liggen van veel theorieën en onderzoek naar menselijke ontwikkeling:
(1) psychoanalytisch  Richt zich op onbewuste emoties en drijfkrachten
(2) leren  onderzoekt observeerbaar gedrag
(3) cognitief  analyseert denkprocessen
(4) contextueel  legt de nadruk op de invloed van de historische, sociale en culturele context;
(5) evolutionair/ sociobiologisch  evolutionaire en biologische onderbouwing van gedrag

(1) Psychoanalytisch ‘Sigmund Freud’
Persoonlijkheid; id, ego en superego
Persoonlijkheid wordt gevormd door de constante strijd tussen de aangeboren driften en de eisen van het
beschaafde leven. Deze komen in vijf stadia; psychosexual development.

Volgens Freud de eerste 3 stadia het belangrijkste; oraal, anaal en fallisch. Teveel of te weinig is deze stadia kan
lijden tot een stagnatie in de ontwikkeling  uit zich in volwassen persoonlijkheid.

Erik Erikson; psychosociaal  Ontwikkeling bestaat uit 8 fasen; elke met een positieve en negatieve kwaliteit.
De positieve zal/moet domineren, maar ook de negatieven zijn nodig voor optimale ontwikkeling.
- In tegenstelling tot Freud zei Erikson dat ontwikkeling een levenslang proces is.


(2) Leren
Ontwikkeling ontstaat door het leren en aanpassen aan de omgeving.
Geïnteresseerd in gedrag, omdat dit observeerbaar is i.p.v. wat er in het hoofd gebeurd.
Overtuigd dat iedereen het zelfde geboren wordt.

Behaviorisme; beschrijft gedrag als een voorspelbare reactie op ervaring.
- klassieke conditionering  Een respons wordt opgewekt door een stimulus naar het meerdere malen achter
elkaar aanprijzen.
- Dit zou ook bij kinderen gebruikt kunnen worden om ze te vormen zoals je zou willen.
- operante conditionering  het individu leert van de gevolgen van het "opereren" op de omgeving, het gaat
hier om vrijwillig gedrag.
- Reinforcement  waarbij gedrag dat daarna positief zal worden beloond vaker zal voorkomen.

Social Learning (Social Cognitive) Theory  Mensen leren beleefd sociaal gedrag door het observeren en

, imiteren van anderen. Observational learning
- Social cognitive learning  meer nadruk op cognitieve processen in ontwikkeling
- reciprocal determinism  iemand reageert op de wereld, zoals de wereld op hem reageert

(3) Cognitief
=) richt zich op gedachteprocessen en het gedrag dat deze processen reflecteren.

Jean Piaget’s Cognitive-Stage Theory  cognitieve ontwikkeling begint met een aangeboren vermogen om
zich aan te passen aan de omgeving. Cognitieve ontwikkeling groeit gaat vervolgens door drie fasen heen:
- 1. Organisatie  Kinderen maken ‘schema’s’ waarin zij bv. voorwerpen indelen in bepaalde
groepen (bv. vogels). Naarmate zij meer informatie over deze voorwerpen verkrijgen
worden ook deze schema’s uitgebreider.
- 2. Aanpassing  Ontstaat doormiddel van 2 processen:
- assimilatie  Nieuwe informatie opnemen in bestaande cognitieve structuren
- accomodation  Aanpassen van deze structuren om nieuwe informatie op te nemen
- 3. Equilibratie  Het veranderen van een bestaand beeld door het hebben van nieuwe
informatie. Bv. men leert nu dat er een verschil is tussen vliegtuigen en vogels.

Lev Vygotsky’s Sociocultural Theory  Men leert door sociale interacties. Hierin stelde hij taal als middelpunt
voor leren en denken over de wereld. Ouders moeten kinderen ondersteunen hierin:
- De zone van proximal development (ZPD)  Gat tussen wat men al van zichzelf kan en
waar men ondersteuning bij nodig heeft.

The Information-Processing Approach  Verklaart cognitieve ontwikkeling door het analyseren van processen
die betrokken zijn bij het begrijpen van binnenkomende informatie en het effectief uitvoeren van taken:
processen als aandacht, geheugen, planningsstrategieën, besluitvorming, en het stellen van doelen
- Geïnteresseerd in het proces tussen stimulus en respons.
- Vaak gebruikt om problemen met leren te testen, diagnosticeren en te behandelen.




(4) Conceptueel perspectief
=) Ontwikkeling kan alleen in sociale context worden begrepen. Men ziet het individu niet als aparte entiteiten
maar als een onafscheidelijk deel hiervan.
- Bioecological theory  Om ontwikkeling te begrijpen moeten we het kind zien met de
omgeving om haar heen. Doormiddel van ringen om het kind heen:
- microsysteem; alledaagse omgeving; huis, werk, school of wijk. Face- to- face
gesprekken met ouders, collega’s etc.
- mesosysteem; interacties tussen het microsysteem die invloed hebben. Zoals
een ouder-school gesprek
- exosysteem; interacties tussen het microsysteem en het extern systeem. Deze
zijn indirect maar hebben wel invloed. Zoals omstandigheden in het land.
- macrosysteem; gehele culturele patroon; dominante overtuigingen, ideologieën, en
economische en politieke systemen
- chronosysteem; de dimensie van tijd. Bv. veranderingen in familie, nieuw werk etc.

(5) Evolutionair/ sociobiologisch
=) Gebaseerd op bevindingen uit de antropologie, ecologie, genetica, ethologie, en evolutionaire psychologie
om de adaptieve, of overlevings, waarde van gedrag voor een individu of soort te verklaren.
- Gebaseerd op Darwin en zijn evolutie theorie

Ethologie  Onderzoekt overeenkomsten tussen soorten
Evolutionaire psychologie  Richt zich op mensen en passen Darwin zijn principes toe op menselijk gedrag.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimberlyfaassen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.07. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.07  13x  sold
  • (1)
  Add to cart