Victimologie samenvatting: alle colleges + verplichte literatuur (kortere versie)
67 views 2 purchases
Course
Forensische Victimologie
Institution
Universiteit Leiden (UL)
In dit document heb ik alle colleges samengevat plus de verplichte literatuur. Dit is wat beknopter. Ontbreekt er een samengevat stuk van een artikel die wel in de verplichte literatuur is opgenomen? Geen zorgen! De stof heb ik dan verwerkt in de samengevatte colleges, zodat er niet al te veel dubb...
“Forensische” Victimologie?
• Victimologie: het vakgebied dat zich bezighoudt met slachtoffers en de bestudering van slachtofferschap.
• Forensisch: ziet niet uitsluitend op het strafrecht, maar alles wat op het formele recht betrekking heeft.
• Traditionele victimologie: sterk georiënteerd op het strafrecht (focus op eigen rol slachtoffer bij
totstandkoming van het misdrijf). Denk ook aan het beroep op noodweer en noodweerexces;
• Hedendaagse victimologie: ook georiënteerd op andere rechtsgebieden dan het strafrecht.
‘Forensisch’ in deze cursus:
• Strafrecht
o Opsporing
o Vervolging
o Berechting
• Civiel recht
o Is de dader aansprakelijk voor datgene wat hij het slachtoffer heeft aangedaan?
o Compensatie door wettelijk aansprakelijke partij
• Bestuursrecht
o Staatscompensatie, zoals Schadefonds Geweldsmisdrijven;
o Overheidsbescherming;
o Indirect: uitkering op grond van arbeidsongeschiktheidsregeling.
Forensisch-victimologische onderwerpen
• Bepaling van slachtofferschap --> vaststelling geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van verklaringen
van slachtoffers.
• Schadevaststelling --> hoe groot is de schade die het slachtoffer ten gevolge van het misdrijf heeft
geleden? Is lastig met name m.b.t. psychische schade.
• Vaststelling causaliteit --> het misdrijf heeft geleid tot schade en daarmee tot slachtofferschap.
• Risicotaxatie --> inschatten van risico dat het (toekomstig) slachtoffer loopt. Speelt
bijvoorbeeld een rol bij het opleggen van een tijdelijk huisverbod.
1
,Hoorcollege 1 – Geschiedenis, emancipatie en juridische kaders
Slachtofferemancipatie: korte geschiedenis (historische context)
Verschillende factoren die hebben bijgedragen aan de emancipatie van slachtoffers in het strafrecht. Voor de
jaren ’80 waren zij een vergeten partij. Oorzaken voor de emancipatie: het verkrijgen van een positie in het
strafrecht en juridische procedures daarbuiten:
1) Toegenomen mondigheid burgers in jaren ’60 en ’70 --> ze kwamen op voor zichzelf, niet alleen slachtoffers,
en een uiting hiervan was ook wanneer zij slachtoffer van criminaliteit werden.
2) Terroristische acties in jaren ’70 --> gepleegd door Molukse strijders die streden voor een onafhankelijke
staat. Dit had ingrijpende gevolgen voor de slachtoffers en hun naasten, voor wie goede opvang werd
verzorgd. Hieruit groeide het besef dat ook andere slachtoffers van misdrijven met soortgelijke reacties te
kampen kunnen krijgen, die evenzeer om adequate nazorg vragen.
3) Vrouwenbeweging --> emancipatie van vrouwelijke slachtoffers van seksueel geweld. Dit opende de ogen
voor lotgenoten die op grond van andere typen onrecht in eenzelfde treurige positie terecht kwamen.
4) Toename criminaliteit --> vanaf jaren ’60 kwam een toename van gerapporteerde criminaliteit (bij politie).
Méér slachtoffers, dus ook zij met een functie in het strafrechtelijk systeem. Toen deze benadeelden
merkten hoe slecht zij er in de justitiële omgeving voorstonden, leidde dat tot een belangrijke impuls om
de situatie te veranderen.
→ Kritiek: je verwacht dat wanneer de criminaliteit dan weer afneemt, de emancipatie enigszins
stopt. Hetgeen niet gebeurd is, terwijl de criminaliteit wel is gedaald.
Kenmerken van een succesvolle slachtofferbeweging:
• Geschikte aanleiding --> zoals een ernstige gebeurtenis;
• Vertolker(-s) met aanzien (‘law of the few’) --> mensen met aanzien weten het aan de grote massa te
‘verkopen’. Het gaat niet om het aantal vertolker(s), maar om hun kracht om het geluid van slachtoffers
te laten horen;
• Wetenschappelijke onderbouwing --> wordt vaak gebruikt om de stem nog sterker naar voren te laten
komen, omdat het wordt ondersteund door wetenschappelijk onderzoek. Ter gebruik van validatie van
de stem;
• Juiste timing en politiek klimaat;
• Media-aandacht --> ook in staat zijn om media-aandacht te genereren.
Zes relevante cases
Bij de emancipatie van deze verschillende categorieën slachtoffers spelen telkens, in meerdere of mindere mate,
één of meer kenmerken van een succesvolle slachtofferbeweging een rol.
I. WO II
− Vlak na de oorlog: slachtoffermarginalisatie --> weinig aandacht voor slachtoffer.
− Neurenbergprocessen eind jaren ’40:
▪ Eerden een aantal prominente nazileiders berecht.
▪ Er waren geen slachtoffers (van de Holocaust) als toehoorders aanwezig.
▪ Wel werden enkele overlevenden van de vernietigingskampen als getuigen ondervraagd
tijdens de zittingsdagen (niet als slachtoffer zodanig).
− Uitzondering: verzetsstrijders. Zij wisten zich als slachtoffer te presenteren --> de verschrikkingen die
ze hadden meegemaakt door zich in te zetten voor hun land. Al vóór het einde van WO II bundelden
verschillende verzetsorganisaties de krachten om na de oorlog erkenning te krijgen. Dit deden zij
onder de naam “Stichting 1940-1944”. Verzetsstrijders vormden de eerste groep slachtoffers
waarvoor de overheid compensatieregelingen in het leven riep.
− Emancipatie kwam pas begin jaren ’70 van de grond.
2
, ▪ De drie van Breda: vertegenwoordigde de nazi’s en werden gevangengezet. De toenmalige
minister had het voornemen om deze drie mannen (die levenslang hadden), gratie te
verlenen. Door dit voornemen werden (onbedoeld) allerlei onverwerkte trauma’s bij
slachtoffers – die zich tot dat moment relatief stil hadden gehouden in het publieke debat –
naar boven gebracht. Slachtoffers gingen protesteren, kregen aandacht in de media en
vonden in Bastiaans (psychiater en hoogleraar), een medestander met gezag, die bovendien
bereid was voor hun belangen op te komen.
▪ De rol van Bastiaans is een voorbeeld van “the law of the few”. Om zijn beweringen over het
slachtofferleed kracht bij te zetten beriep hij zich bovendien op de resultaten van zijn eigen
wetenschappelijke onderzoek, om het geluid van de slachtoffers te onderbouwen en te
valideren. Bastiaans had zelf een GZ-instelling opgericht speciaal voor de behandeling van
slachtoffers van WO II die nog steeds met traumaklachten kampten.
− Resultaten slachtofferbeweging:
▪ De hulpverlening na de oorlog werd aanvankelijk gekenmerkt door een gigantische
versplintering. Dat kwam enerzijds door gebrekkige communicatiemiddelen (telefoonlijnen
functioneerden niet goed, waardoor hulpverleningsacties slecht konden gecoördineerd
worden. Anderzijds kwam dit door de manier waarop hulpverlening in die tijd geregeld was.
Nederland was na de oorlog nog geen verzorgingsstaat. Ondersteuning van hulpbehoevende
burgers vond vaak plaats via particuliere initatieven (bijv. armenzorg) of de kerk.
▪ Tot jaren ’70: hulpverlening was gericht op praktische (huisvesting, kleding, voedsel) en
medische zorg;
▪ Begin jaren ’70: Lobby van Bastiaans --> opkomst psychosociale hulpverlening (bijv.
oprichting Stichting Centrum Postconcentratiekamp Syndroom, de voorloper van de
Stichting Centrum ’45). Bastiaans gebruikte zelf een zeer omstreden methode om zijn
patiënten te behandelen voor hun oorlogstrauma’s, namelijk LSD toedienen om
herinneringen aan hun trauma’s tijdens therapiesessies gemakkelijker op te kunnen halen.
▪ Schadevergoeding slachtoffers van WO II. Er ontstond een olievlekwerking: langzaamaan
kregen niet alleen verzetsstrijders, maar ook de mensen met een minder actieve rol – de
‘burgerslachtoffers’ – erkenning en daarmee recht op een uitkering/ vergoeding.
o 1947: Wet buitengewoon pensioen (uitsluiten verzetsslachtoffers).
→ Bood een vergoeding voor actief slachtofferschap: verzetsstrijders. Zij hadden
zich, als quasi werknemers van de Nederlandse staat, ingezet voor het
vaderland en dienden daarom te worden gecompenseerd voor hun diensten
(een soort loonbetaling achteraf).
o Eind jaren ’40 – eind jaren ’60: rijksgroepregelingen (als onderdeel Algemene
Bijstandswet)
→ Bood zorg voor passief slachtofferschap: mensen die zijn blootgesteld geweest
aan de verschrikkingen van het Naziregime. Zij hadden aanvankelijk alleen
recht op zorg of een overheidsbijdrage die zorgverlening mogelijk maakte.
o 1971: Omkering bewijslast Wet buitengewoon pensioen
→ Ziekte of gebrek gevolg van verzet in de oorlog?
→ Tot 1971: bewijslast causaal verband bij slachtoffer – slachtofferschap
veroorzaakt schade. Dit moest je zelf kunnen aantonen. Dit was na enkele
decennia heel erg moeilijk, of zelfs onmogelijk.
→ Vanaf 1971: bewijslast ontbreken causaal verband bij Buitengewone
Pensioenraad – slachtoffers hoefden niet langer te bewijzen dat hun
lichamelijke of psychische klachten het gevolg waren van blootstelling aan de
oorlog. Omkering bewijslast: er werd een causaal verband voorondersteld,
tenzij de verantwoordelijke uitkeringsinstantie het tegendeel kon bewijzen. De
3
, bewijslast is omgedraaid zodra je je meldt bij de uitkeringsinstantie (nu de
SVB), zonder aantonen dat de schade door de slachtofferervaring is
veroorzaakt. Dit maakt het makkelijker om schadevergoeding toegewezen te
krijgen.
o 1972: Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers
o 1984: Wet uitkering burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945
o 1994: tijdelijke vergoedingsregeling psychotherapie na-oorlogse generatie
(transgenerationeel slachtofferschap).
o Beperking bovenstaande overzicht: heeft geen betrekking op slachtoffers die op zee
of in Nederlands-Indië of Nieuw Guinea zijn getroffen. Hiervoor werden aparte
regelingen in het leven geroepen. Een andere beperking is dat het uitsluitend
betrekking heeft op letselschade. Voor materiële schade (anders dan het gevolg van
lichamelijk of geestelijk letsel) zijn andere regelingen in het leven geroepen.
o De lobby voor erkenning van Holocaustslachtoffers is nog steeds niet gestopt.
II. Vietnamoorlog
− Is belangrijk geweest voor emancipatie van PTSS bij slachtoffers.
− Tijdens en vlak na de oorlog: weinig tot geen maatschappelijke steun vietnamveteranen.
▪ Ten gevolge van de media-aandacht werden de vietnamveteranen gezien als gevaarlijke
gekken en als ‘baby killers’.
▪ In de VS was weinig publieke steun voor de oorlog in Vietnam. De belangrijkste reden
daarvoor was de beeldvorming in de media. De media berichtten van moordpartijen op
onschuldige burgers en lieten gruwelijke beelden zien op de televisie.
− Eind jaren ’70 – begin jaren ’80: vietnamveteranen zijn helden en verdienen erkenning.
▪ Het beeld van de Vietnamveteraan veranderden van gevaarlijke gek in dat van (oorlogs-)held.
▪ Dit blijkt onder meer uit de manier waarop Vietnamveteranen in films en televisieseries
werden neergezet.
▪ Deze kentering in het denken over Vietnam veteranen kwam grotendeels door een lobby van
belangenorganisaties van Vietnamveteranen, welke massaal de straat opgingen in
Washington (VVAW) en werden hierbij gesteund door een groep psychiaters.
▪ De samenwerking tussen dit groepje psychiaters en de veteranen wordt ook wel ‘street
corner psychiatry’ genoemd. De psychiaters Sarah Haley, Chaim Shatan en Robert J. Lifton
pleitten voor de (her-)introductie van PTSS als erkende psychiatrische stoornis in DSM-III. Dat
maakte het namelijk mogelijk om een arbeidsongeschiktheidsuitkering te krijgen op grond
van psychische klachten die waren veroorzaakt door deelname/blootstelling aan
gevechtshandelingen. In 1968 was de “gross stress reaction” – een voorloper van PTSS – nog
uit het DSM geschrapt om een beroep op dergelijke uitkeringen te voorkomen.
− PTSS had ook betrekking op traumatische gebeurtenissen die niet het gevolg waren van
combatervaringen. Dit verhinderde echter niet dat Vietnamveteranen nu konden terugvallen op een
officiële classificatie. Dit maakte een beroep op uitkeringsregelingen een stuk makkelijker en leidde –
evenals in Nederland werd gedaan voor oorlogsslachtoffers – tot speciale behandelplaatsen voor
Vietnamveteranen. Pas in DSM werd de traumatische gebeurtenis zelf als oorzaak van de klachten
gezien.
− Bij de PTSS-lobby zie je veel kenmerken van een succesvolle slachtofferbeweging terug, zoals “the law
of the few”, (dubieus) wetenschappelijk onderzoek dat de claims van (quasi) experts ondersteunt,
juiste timing, etc.
− Resultaten van de slachtofferbeweging:
▪ PTSS werd erkend als officiële stoornis in DSM (1980)
→ PTSS als grondslag uitkering wegens ‘combat-related injury’
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ShivaneFrauenfelder2020. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.00. You're not tied to anything after your purchase.