100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting recht en deontologie $10.89   Add to cart

Summary

Samenvatting recht en deontologie

 23 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van het vak recht en deontologie

Preview 4 out of 62  pages

  • March 9, 2021
  • 62
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Recht en deontologie
I. Les 1 Wat is recht? (24/09)
I.1 definitie en kenmerken van recht
Recht = geheel van afdwingbare regels die het menselijk handelen in de samenleving
ordenen.
Soorten rechtsregels
 Gedragsregels
 Toepassingsregels en -structuren (rechtsbescherming!)
 Regels voor maken en wijzigen van het recht

I.2 subjectief recht en rechtssubject
Rechtssubject: (groep) personen in wiens hoofde subjectieve rechten en juridische plichten
kunnen bestaan.
• Natuurlijke personen: mensen van vlees en bloed
• Rechtspersonen: groeperingen instellingendie bepaalde rechten en plichten hebben
Rechtsobject: Rechtsobjecten zijn goederen of voorwerpen waarover rechten en
verplichtingen kunnen bestaan. Rechtsobjecten kunnen derhalve zelf nimmer drager zijn van
rechten en verplichtingen. Het gaat daarbij met name om goederen, producten en diensten
maar het kan ook om abstracter begrippen gaan.




I. Subjectieve rechten = bevoegdheid om bepaalde handelingen te verrichten over jezelf/een
zaak/ aanspraak tegen iemand/uitoefenen politieke inspraak
1. Politieke rechten:
 Politieke vrijheden: verlenen aan de burgers een onaantastbare vrijheid
bv. Vrije meningsuiting
 Participatierechten: politieke rechten in enge zin, burgers mogen deelnemen
aan het overheidsbeleid
bv. Kiesrecht, kandidaat stellen



1

,  Sociaaleconomische rechten: burgers hebben recht op financiële
tegemoetkomingen of bepaalde diensten (belastingen)
bv. Steun aan behoeftigden, gratis onderwijs
2. Burgerlijke rechten: rechten die men tegenover zijn medeburger kan uitoefenen
 Extra-patrimoniale rechten: zonder betrekking op economische
o Persoonlijkheidsrechten: beschikking over de eigen persoon
bv. Recht op eigen lichaam, privacy
o Familierechten: staat van de persoon binnen de familie
bv. Huwelijk, afstamming, ouderschap/voogdij
 Patrimoniale rechten: met betrekking tot het economische, verhandelbaar
o Zakelijke rechten: gedeeltelijk/volledig heerschappij over een goed
bv. Eigendom, vruchtgebruik
o Vorderingsrechten: verlenen bevoegdheid om een ander zijn
uitvoering/verbintenis te eisen, dit wil zeggen dat de anders iets moet
doen, geven of laten.
o Intellectuele rechten: verlenen heerschappij over een intellectueel
concept, los van de materiële uitdrukking ervan.
bv. Auteursrecht, merkenrecht

I.3 Rechtsfeit
Rechtsfeit = een feit waaraan het objectief recht rechtsgevolgen verbindt
rechtsgevolgen: doen ontstaan, wijzigen of doen verdwijnen van subjectieve rechten

I.4 Rechtshandeling
Rechtshandeling = een handeling die wordt gesteld met als doel rechtsgevolgen te
creëren
 Auteursrechten: publiekrechtelijke – privaatrechtelijke RH
 # partijen: eenzijdige – meerzijdige RH
 Rechtsgevolgen: vestigende – overdragende – aanwijzende RH
 Formaliteiten: vormelijke – vormvrije RH

I.5 verjaring
= door het verloop van een bepaalde tijd word men bevrijd van een verbintenis (bevrijdende)
of verkrijg je bepaalde rechten (verkrijgende), waarbij je ook ontlast wordt van bewijsplicht.
Dit kan gestuit of geschorst worden.
Verjardingstermijnen:
1. Algemene verjaringstermijnen:
 10 jaar: persoonlijke rechtsvordering
 30 jaar: zakelijke RV
2. Bijzondere verjaringstermijnen:
 Onverjaarbaar: RV met betrekking tot staat van personen
 10-20 jaar: bezit OG te goeder trouw
 5 jaar: RV huurgelden, intresten op leningen
 3 jaar: RV uit verzekeringscontract
 1 jaar: RV verkoper tegenover een niet-handelaar
 RV tot schadevergoeding: 5 jaar na kennisname schade OF 20 jaar na
schadegeval



2

, I.6 Rechtsmisbruik
 Uitoefening van rechten ≠ onbeperkt
– wettelijke beperkingen
– zorgvuldigheidsnorm
– rechtsmisbruik
 Discretionaire versus gebonden bevoegdheden
 Discretionaire: de betrokkene kan ze naar willekeur uitoefenen
bv. Recht om verdeling te vragen v/e nalatenschap waarin je gerechtigd bent
 Doelgebonden: De betrokkene kan ze slechts binnen enge, welomschreven grenzen
uitoefenen
bv. Uitoefening ouderlijk gezag
 Criteria (< rechtspraak):
¬ Oogmerk om te schaden: recht gebruiken om bewust andere te schaden
¬ Afwezigheid van belang: meerdere manieren om recht uit te oefenen en hierbij een
keuze kunnen maken
¬ Kennelijk onredelijke rechtsuitoefening

II. Les 2: Visies op recht: positivisme, natuurrecht en cultuurrecht (30/09)
A. 3 visies van recht:
1. Positivisme: ‘Recht is een geheel van bevoegd tot stand gekomen regels’ Ethiek en recht
zijn totaal verschillende zaken. rechtstelsel
2. Natuurrecht: ‘Recht is een geheel van universele beginselen’ Recht op leven is een
fundamenteel recht. rechtvaardigheid (solidariteut, vrijheid, recht op leven)
 Niet alle regels worden door de mens gemaakt
 Bepaalde regels transcenderen het menselijk recht en vormen een toetssteen
voor dat recht
 2 soorten
 Natuurrecht met vaste inhoud
 Natuurrecht met wisselende inhoud
3. Cultuurrecht (interactionisme): ‘Recht ontstaat uit menselijk handelen’
Wat waren de omstandigheden?
B. PLATO: natuurrecht met vaste inhoud
• Natuurrecht <> conventiedenken (recht is wat men met elkaar overeenkomt)
• Conventiedenken
O chaotisch, veranderlijk
O vormen zich niet naar de natuurlijke orde
• Natuurrecht
O Behoort tot het blijvende
O Vormen zich naar de natuurlijke orde
• Menselijke wetten hebben hun beperkingen.




3

, C. Thomas van Aquino: Natuurrecht met vaste inhoud en Christelijke
openbaring
• Boven het natuurrecht staat het goddelijke recht
• Hoe toegankelijk?
O Directe openbaring, de Bijbel, de uitleg door de kerk.
• Natuurlijke ordening:
O Eeuwige wet: objectivering van de goddelijke wil
O Natuurlijke wet: objectieve kennis van goed en kwaad,
geweten
O Menselijke wet: concretisering van de natuurlijke wet, afhankelijk van de
omstandigheden
• Synthese tussen natuurrecht en menselijk rechtzonder dat de ene opgaat in de andere
• Het natuurrecht transcendeert het menselijke 0recht
D. Jean-Jacques Rousseau: Natuurrecht
a) Uitgangspunten:
• “De mens is van nature – en voorafgaand aan enige opvoeding – goed.
Alleen door ervaringen in de maatschappij wordt de mens gecorrumpeerd”.
• Moraliteit = natuurlijk
O Het is een uitvloeisel van de instinctieve afkeer om lijden te
zien.
O Daardoor gevoelens van medelijden of afkeer.
b) Visie
o De mens als ‘bon sauvage’, een edele wilde
o Kwalificeert de natuurtoestand als een positieve

situatie

o Mensen worden geconfronteerd met allerlei natuurlijke problemen.
o Om te overleven moeten ze samenwerken
o Daarvoor vestigen ze een staat
o Probleem hierbij: machtige mensen kunnen van onmachtigen misbruik
maken
c) Oplossing
 Een sociaal contract opmaken
 Hierbij wordt een algemene wil gevormd
 De algemene wil staat boven de individuele belangen
 Het algemeen belang wordt centraal gesteld

 “Men heeft niet het recht iemand ter dood te brengen, zelfs niet om een
voorbeeld te stellen, tenzij men hem niet zonder gevaar in leven kan
laten”.
d) Natuurrecht met wisselende inhoud
• Men gaat uit van de natuur zoals die is
• Ontologisch natuurrecht:
O normen kunnen herleid worden tot de waarneembare natuur
• Deontologisch natuurrecht:
O Het is onmogelijk om vaststaande normen uit de natuur te

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thalialycke. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75759 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.89
  • (0)
  Add to cart