Samenvatting algemene psychologie deel 2
Hoofdstuk 7: onthouden en vergeten
7.1 achtergrond
Functie van geheugen= vermogen om ervaringen in onze hersenen op te slaan en bij verder gedrag te
gebruiken
De reminiscentiebult
Het autobiografische geheugen: associëren van herinneringen aan gebeurtenissen in je leven
Studie van David Rubin en Matthew Schulkind: associëren van woorden aan gebeurtenissen bij
bejaarden, verdere conclusies uit de studie:
Herinneringen waren recent.
Geen herinneringen van voor de leeftijd van drie jaar
Meer herinneringen van de leeftijd tussen tien en dertig jaar dan van de leeftijd tussen de dertig
en zestig jaar.
Reminiscentiebult
Dit zijn de herinneringen die tussen de leeftijd tussen tien en dertig jaar opkomen.
Waarom?
En verband met het feit dat in deze periode het leven het meest gedefinieerd wordt
Geheugen functioneert cognitief en neurofysiologische het best.
De bevindingen van Ebbinghaus in de 19de eeuw
1885: über das gedächtnis
Twee kernvragen:
1. hoeveel vergeten we en hoe snel gaat dat?
2. Als een persoon zich iets niet langer kan herinneren, betekent dit dan dat de informatie
helemaal verloren gegaan is?
Zinloze lettergrepen:
Lettergrepen die bestonden uit een medelinker, een klinker en weer een medeklinker om zo tot
een zuivere geheugeneenheid te komen
Proef: 2000 lettegrepen lezen in constante snelheid daarna blad aan de kant leggen en zoveel
mogelijk lettergrepen in de juiste volgorde opschrijven.
Vaststelling: procedure 17 keer herhalen voor een lijst van 12 lettergrepen en 44 keer vor een
lijst van 24 lettergrepen.
Besparingsmethode en de vergeetcurve
Besparingsmethode
Originele geheugensporen worden niet volledig gewist in ons geheugen dwz dat zaken die
we vergeten niet volledig weg is, maar deze gewoon moete opfrissen. (Ebinnghaus)
Vergeetcurve
1
, Door het percentage besparing te vergelijken met de tijd die verlopen was sinds de intiële
lere, ontdekte Ebbinghaus dat in het eerste uur veel vergeten werd en daarna minder.
relatie tussen mate van vergeten en tijdsinterval sinds het leren staat bekend als de
vergeetcurve
7.2 het geheugenmodel van Akti nson en Shiff rin
Het geheugen bestaat uit drie verschillende systemen.
Geheugenmodel met 3 verschillende geheugensystemen
1. Sensorische geheugens Plaats waar de informatie uit de zintuigen even blijft hangen voor
interpretatie. Elk zintuig heeft een eigen sensorisch geheugen:
a) Iconische geheugen voor visuele stimuli
Grote opslagcapaciteit maar vervaagt na één seconde (Sperling).
b) Echoïsche geheugen voor auditieve stimuli
Zo’n 2 tot 4 seconden beschikbaar (want minder lang in omgeving)
2. Kortetermijngeheugen Houdt informatie vast waar we ons op elk moment bewust van zijn.
2
, Het heeft 2 kenmerken:
William James: Principles of psychologyprimaire geheugen ( korte
tijd bijhouden van gebeurtenissen) en tweede geheugen ( lange tijd
bijhouden van gebeurtenissen)
a) beperkte capaciteit
b) fragiliteit van de geheugencode
3. Langetermijngeheugen . Onbeperkte capaciteit: vergeten van zaken gebeurt heel erg
traag
Om informatie over te brengen naar LTG, moet er herhaling
zijn in het KTG.
Seriële positiecurve: een grafiek die aantoont hoe goed een
item onthouden wordt afhankelijk van zijn plaats in de
stimulusreeks.
Glanzer en Cunitz (1966):: lijst met vijftien woorden met drie
condities
o Proefpersonen mochten de woorden meteen
opschrijven
o De proefpersonen dienden eerst 10 seconden
achterwaarts te tellen of de proefpersonen moesten
eerst 30 seconden achterwaarts te tellen
Conclusies: primacy effect: de eerst drie à vier
items werden vaker onthouden
Recency effect: de laatste woorden worden in
eerste conditie vaker onthouden
7.3 Verdere ontwikkelingen in de geheugentheorieën
Van KTG naar werkgeheugen
De kerntaken van de KTG
1. KTG moet interessante info uit de omgeving of het LTG even bijhouden
2. Persoon kan zich niet altijd focussen dus informatie moet bijgehouden worden terwijl men
met iets bezig zijn
3. De info die bijgehouden moet worden, kan zowel verbaal als niet-verbaal zijn.
4. Tegelijk moet het KTG onthouden welke taak de persoon aan het uitvoeren is
5. Het uitvoeren van een taak veronderstelt het juist combineren van verschillende
deelprocessen
6. Tegelijk moeten afleidende prikkels onderdrukt worden
Door al deze taken, noemen ze de KTG ook wel werkgeheugen
De 3 componenten van het werkgeheugen
a) centrale verwerker (= controlesysteem)
Zorgt voor…
- het verdelen van aandacht over verschillende taken
- het selecteren van stimuli
- het negeren van stimuli
3
, - het oproepen van informatie uit LTG
b) fonologische lus (~ KTG bij Atkinson en Shiffrin)
Tijdelijke opslagplaats voor woorden in gesproken vorm.
Bestaat uit 2 componenten:
- fonologische opslagplaats voor de opslag van informatie
- articulatorisch herhalingsproces voor het verversen van informatie
Informatie in deze lus vervalt tamelijk snel als ze niet herhaald wordt.
c) visuospatiaal schetsblad Tijdelijke opslagplaats voor visuele en ruimtelijke informatie.
Bestaat uit 2 componenten:
- visuele opslagplaats voor de opslag van informatie
- innerlijke schrijver voor het verversen van informatie
Informatie in deze lus vervalt tamelijk snel als ze niet herhaald wordt.
Dubbeltaken:
Soort onderzoek waarbij proefpersonen twee taken tegelijk moeten uitvoeren: een taak waarin men
geïnteresseerd is en een taak die een component van het werkgeheugen selectief belast.
figuur laat zien dat het werkgeheugen gebruik maakt van hersengebieden die een soortgelijke rol
spelen bij het verwerken van visuele stimuli en het controleren van spraakbewegingen. Dit heeft
onderzoekers doen besluiten dat het werkgeheugen geen afzonderlijk systeem is, maar een geactiveerd
gedeelte van het langetermijngeheugen.
Nieuwe interacties tussen het werkgeheugen van het LTG
Zeven chunck of vier
Het feit dat zeven elementen in het KTG qua complexiteit zeer sterk kunnen verschillen
George miller capaciteit van KTG is even groot voor materiaal dat veel informatie bevatte als
voor materiaal dat weinig informatie bevatte. Het type van stimulusmateriaal heeft geen effect.
Cowan: echte capaciteit van KTG is beperkt tot 4 representaties (chunks) die uit meerdere
elementen kunnen bestaan wanneer ze een betekenisvol geheel vormen. Het is dus beperkt tot
4 elementen die al door het LTG herkend zijn. Dit suggereert dat zintuigelijke kennis eerst
codes in het LTG activeert die daarna pas in het KTG beschikbaar worden. De wisselwerking
tussen het werkgeheugen en het LTG is dus veel intenser dan gedacht werd bij Atkinson en
Shiffrin.
Chunks betekenisvolle informatie-eenheden ( het optimaal gebruik van het KTG)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thalialycke. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.26. You're not tied to anything after your purchase.