100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biologie H5-6.2 $4.36   Add to cart

Summary

Samenvatting Biologie H5-6.2

 13 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Biologie H5-6.2 havo 4

Preview 2 out of 9  pages

  • March 10, 2021
  • 9
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
5.1 Regeling en hormonen
Normwaarde zijn de normale normen van je lichaam die ook heen en weer schommelt.
Dynamisch Evenwicht zijn de factoren die die normen beïnvloeden en de regelkring probeert
de normen in stand te houden. Het in stand houden van het dynamisch evenwicht in het
inwendige milieu van organismen noem je homeostase. Dat is ook een voorbeeld van
zelfregulatie van een organisme.

De efector is de uitvoerder, de sensor neemt dingen waar en het controlecentrum zorgt dat
er verandering plaatsvindt. Je spreekt van negatieve terugkoppeling wanneer een toename
van het resultaat een remming van het proces veroorzaakt. Wanneer een toename van het
proces versterkt spreek je van positieve feedback.

5.2 Hormonale regulatie
Hormonen
In organismen wordt informatie tussen cellen overgedragen met signaalmoleculen. Deze
worden aan bepaalde cellen afgegeven en binden aan receptoren in het membraan van
andere cellen: de doelwitcellen. Dit zorgt voor een reactie.
Hormoonklieren heten ook wel endocriene klieren. afgifte van een hormoon heet secretie.
Klieren met een afvoerbuis heten ook wel exocriene klieren.

Doelwitorganen
De mate van een reactie wordt bepaald door het hormoonconcentratie en door het aantal
hormoonreceptoren. Hormonen hebben effect op zoals de groei, stofwisseling, ontwikkeling.

Hormoonklieren
Hormoonstelsel bestaat uit een aantal hormoonklieren. In de hypofyse, schildklier, bijnieren,
eilandjes van langerhans, teelballen en eierstokken.

De hypofyse en de hypothalamus
Hypofyse ligt in het midden van je hoofd onder je hersenen en bestaat uit een voorkwab en
achterkwab. De hypofyse produceert onder andere thyreoïdstimulerend hormoon (TSH),
follikelstimulerend hormoon (FSH), luteïniserend hormoon (LH), oxytocine en antidiuretisch.
De hypothalamus zorgt voor de secretie van de hormonen door de hypofyse.

Hypofysehormonen
De hypofyse produceert onder andere het groeihormoon (GH). FSH en LH beïnvloeden de
teelballen en eierstokken en oxytocine zorgt voor de weeën en het produceren van melk in
de borsten na de geboorte. Het antidiuretisch hormoon (ADH) regelt de reportie van water in
de nieren bij vorming van urine.


De schildklier
Deze ligt in de hals en produceert thyroxine. Deze beïnvloed de stofwisseling en vooral
verbranding van glucose te stimuleren. TSH stimuleert de secretie van thyroxine en
schildklierweefsel. Jodium is noodzakelijk voor de vorming van thyroxine. Thyroxine remt de
productie van TSH. Te veel thyroxine kan zorgen voor eetlust en gewicht afname te weinig
zorgt voor gewichtstoename en vermoeidheid. Ook krijg je het dan snel koud. Bij kinderen

, blijven dan lichamelijke en het centrale zenuwstelsel achter. Bij babys kan dit voor
dwerggroei zorgen.

Eilandje van langerhans.
Deze produceren insuline en glucagon. Deze zorgen dat het glucose gehalte op pijl blijft.
Glucoseconcentratie heet ook wel de bloedsuikerspiegel. Normale waarde is tussen de 4 en
8 mmol/L. Als je te veel glucose hebt stimuleren de eilandjes van langerhans insuline en het
insuline stimuleert de cellen van het lichaam om meer glucose op te nemen. Je lever en
spieren zetten glucose om in glycogeen. Wanneer de waarde te laag is wordt glucagon
vanuit de eilandjes gestimuleerd. En die stimuleert de lever en in de spieren om glycogeen
om te zetten in glucose.

Nieren en bijnieren
Nieren produceren epo (erytropoëtine. Dit hormoon stimuleert de productie van rode
bloedcellen in het rode beenmerg. De bijnieren produceren adrenaline en dat is een snelle
en kortdurend werkend hormoon. je hart gaat sneller kloppen en het glucosegehalte gaat
omhoog. Adrenaline zorgt ervoor dat je snel kunt handelen in bepaalde situaties.

5.3 Het zenuwstelsel
De werking van het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en het perifere zenuwstelsel. De
grote- en kleine hersen en de hersenstam en het ruggenmerg vormen het centrale
zenuwstelsel.
Het animale zenuwstelsel regelt bewuste reacties en de houding en beweging van het
lichaam. Autonome zenuwstelsel (vegetatieve zenuwstelsel) regelt vooral de werking van
inwendige organen zoals de hartfrequentie, ademhalingsfrequentie en de nieren en
spijsverteringsorganen.

Prikkels en impulsen
Een prikkel is een waarneming van iets uit jouw omgeving en deze worden door zintuigen in
je lichaam opgevangen en omgezet in impulsen. Impulsen zijn een soort elektrische
signalen. De hersenen reageren door impulsen weer af te geven. Zintuigen noem je
receptoren, zenuwcellen noem je conductoren (geleiders) en de klieren zijn de effectoren.




Zenuwcellen
Zenuwweefsels bevatten zenuwcellen (neuronen). Deze geleiden impulsen en geven
signalen af genaamd neurotransmitters. In het cellichaam bevinden zich de kern en het
grootste deel van het cytoplasma met mitochondriën. ribosomen en het endoplasmatisch
reticulum. Dendrieten vangen signalen op en geleiden deze naar het cellichaam toe. Een
axon stuurt signalen door naar een andere zenuwcel. Om een axon zit een myelineschede
deze versnelt het doorgeven van het signaal. De vertakkingen van een axon heten
synapsen. Dat is de plaats waar de impulsoverdracht plaats vindt. Wanneer een impuls bij
het einde van een axon aankomt versmelten de blaasjes met neurotransmitters. Hierdoor
komt inhoud vrij in de synapsspleet. Neurotransmitters binden zich dan aan de receptoren.
Op dat moment kan er een actie in die cel plaatsvinden.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esmeevansark. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.36. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75323 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.36
  • (0)
  Add to cart