Recht: Het geheel van geldende rechtsregels. Ook wel positief recht genoemd.
Dit positief recht/ rechtsregels kun je terugvinden in rechtsbronnen.
Het recht tracht de vrede te bewaren in de samenleving door de belangen van de gemeenschap en
de individuele leden van de samenleving te beschermen.
Functies recht: 1. Ordenen van menselijk gedrag door het stellen van rechtsregels.
2. Normatief, wat mogen we en wat mogen we niet (VB verboden toegang bord).
3. Handhaving van de rechtsregels (VB geschil voorleggen rechter, geen eigenrecht).
Dat er toezicht wordt uitgeoefend op de niet naleving van de rechtsregels en dat de
conflicten daarover aan een rechter kunnen worden voorgelegd.
4. Instrumenteel, gereedschap overheid om een beleid te vormen.
Voor het reguleren van tegenstrijdige belangen, maken we rechtsregels.
Rechtsregels: Regels die rechtsgevolg hebben en juridisch afdwingbaar zijn. Er kan een beroep op
worden gedaan. Vaak afkomstig van een tot wetgevingsbevoegd overheidsorgaan en te vinden in de
rechtsbronnen.
Hebben als doel: het gedrag van mensen te ordenen en uniformeren(uniformeren=gelijkmaken),
waarbij vanuit een perspectief van een rechtvaardige samenleving ieders belangen zo veel mogelijk
worden gerespecteerd en veilig gesteld.
Dit gebeurt door het vaststellen van voorschriften waarin gedragingen worden benoemd in termen
van bevoegdheden en verplichtingen. Gebod/Verbod
Menselijk gedrag en contact verloopt dus ook via rechtsregels (ordening)
Inhoud rechtsregels komen vaak door de opvattingen over goed en kwaad en uit de behoefte aan
een doelmatige ordening van de maatschappij. Rechtsregels zorgen dat het tussen mensen eerlijk
verloopt. Zorgen voor gerechtigheid.
Positief recht: : Het geheel van geldende rechtsregels.
Objectief recht: het geheel van rechtsregels en normen, zoals die voortvloeien uit wetgeving,
rechtspraak en gewoonten. moeten steeds worden toegepast in het dagelijks leven.
Subjectief recht: Bevoegdheid die iemand in een concreet geval aan een regel van objectief recht
ontleent. VB stemrecht artikel 4 (iedereen die boven de 18 jaar is mag stemmen.
,Burger: onderdaan(inwoner) van de staat (VB Wereldburger(wereld) Europese burger(Europa)
Nederlandse burger(Nederland)
Door de juridisering van de samenleving zijn burgers zich meer bewust van hun rechten en plichten.
Fatsoensregels en regels van onderop zijn niet in de wet vastgelegd. Het behoort dus niet tot het
positief recht.
Natuurrecht: dat is het recht dat voor iedereen geldt ongeacht de plaats en tijd, omdat het door de
natuur is gegeven en gemaakt. (tegenwoordig speelt dit geen rol meer in het positief recht) (Recht
door de natuur geschapen. Het positief recht is daarentegen geschapen door de mens)
Ook is er een 2e term van ‘’recht’’: een recht is een aan het objectieve recht ontleende, individuele
bevoegdheid. (Dat je bijvoorbeeld het recht hebt om te protesteren)
Rechtsbronnen: bronnen waaruit het geldend recht als
het ware voortvloeit. (De wet bijvoorbeeld, want daar
staan de rechtsregels in)
1. Wet: elke algemeen geldende geschreven rechtsregel die afkomstig is van een tot wetgeving
bevoegd overheidsorgaan. (Geschreven recht)
2. Jurisprudentie(rechtspraak, uitspraak rechter)
Rechtersrecht. een rechter kan ook rechtsregels vormen. Soms worden rechters
geconfronteerd met minder duidelijke regels in wetten. Hij legt de regel dan nader uit door
een nieuwe regel te maken. Als andere rechters deze regel ook toepassen is er sprake van
rechtersrecht.
3. Verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties
4. Gewoonte: Gewoonterecht ouder dan de wet. Uit gewoontes ontstond recht, ongeschreven
rechten. Rechters kunnen dit ook toepassen in een zaak.
Tegenwoordig is veel recht geschreven en is er bijna geen gewoonterecht meer.
Gewoonte wordt een rechtsregel als:
1. Usus, bestendig gebruik. Herhaald gedrag binnen een bepaalde groep mensen. (de grootte
van de groep en het aantal jaren is van belang)
2. Gezien als een rechtsnorm. (opinio necessitatis) Gebruikers zien het als een rechtsregel en
verwachten dit van anderen. (Ze zijn het als rechtsnorm)
VB De veehandel, hoe duur het vee is. Vertrouwensregel(staatsrecht) aftreden minister of
staatsecretaris als die het vertrouwen kwijt is van een van de kamers van de Staten generaal.
Regels van onderop tot stand gekomen
zijn van invloed op de rechten en plichten van burgers, maar zijn niet direct
vastgelegd in (wettelijke) regels en zijn niet afkomstig van een tot wetgeving
bevoegd overheidsorgaan.
,Legaliteitsbeginsel
De overheid mag op basis van geschreven regels
Nationaal en internationaal recht
Soevereiniteit: Het staat ieder land in beginsel vrij in zijn wetgeving te regelen wat het nodig acht, en
te bepalen welke bevoegdheden aan het bestuur en de rechterlijke macht toekomen.
(onafhankelijkheid)
De bevoegdheid tot wetgeving, bestuur en rechtspraak. (nationaal recht) In het nationaal
recht zitten ook regels van het internationale recht.
Internationaal recht is geldig omdat in Nederland, net als veel andere landen, een verdrag een
rechtsbron is.
Volkenrecht: Het deel van het internationaal recht dat rechtsregels bevat over het verkeer tussen
staten onderling en het verkeer tussen staten en volkenrechtelijke organisaties. (bestaat vooral uit
verdragen, besluiten en gewoonterechtregels van volkenrechtorganisaties)
Verdrag: Schriftelijke en bindende regeling tussen staten onderling of tussen staten en
volkenrechtelijke organisaties.
Verdragen met rechtstreekse werking: Verdragen die ingrijpen in de soevereiniteit van de
aangesloten staten. VB EVRM art. 6 Recht op een eerlijk proces.
In een verdrag staan bepalingen die al dan niet rechtstreeks werken. Bij een rechtstreekse werking
heeft een bepaling direct toepassing, zonder dat er een nationale wetgever aan te pas komt. (vb: het
recht op een eerlijk proces, voor een onafhankelijke rechter. Dit is vastgelegd in het Europees
Verdrag voor de rechten van de mens) Zij vormen de hoogste geschreven rechtsnorm in ons land.
Monistisch systeem: Rechtsregels uit een verdrag kunnen deel uitmaken van het nationale recht
zonder dat eerst omzetting in nationaal recht nodig is.
Verdragen met een eigen rechtsorde: Verdrag waarbij bevoegdheden tot wetgeving, bestuur en
rechtspraak zijn opgedragen aan een internationale organisatie. (bijvoorbeeld de Europese Unie)
Europees unierecht: geheel van rechtsregels afkomstig van de EU.
Voorrangsregel: internationale regel heeft voorrang op nationale regel. Nationale regel mag niet in
strijd zijn met een internationale regel.
Materieel en Formeel recht
Materieel recht: Regels die betrekking hebben op rechten en plichten van personen in hun onderling
verkeer. Gericht op de inhoud.
VB: Verkeersregels, recht op studiefinanciering, koper betaald koopprijs van mobieltje en verkoper
moet leveren.
, Formeel recht: Regels over de wijze van procederen bij de rechter. Ook wel procesrecht genoemd.
VB: Koper betaald product maar verkoper weigert te leveren.
In staatsrecht wordt geen onderscheid gemaakt tussen formeel en materieel recht.
Materieel recht à beschrijft de rechten en plichten.
Formeel recht (procesrecht) à beschrijft hoe je je materieel recht kunt ‘halen’. Met andere
woorden: hoe de rechten en plichten uit het materieel recht gehandhaafd worden.
De rechtsgebieden
Het staatsrecht
Omschrijving
Het staatsrecht bevat regels die betrekking hebben op de organisatie van de Staat en zijn organen en
op de bevoegdheden van die organen. Ook bevat het de verhouding tussen burgers en de Staat en de
mogelijkheden die burgers hebben om invloed uit te oefenen op het functioneren van diverse
organen van de Staat. (grondrechten)
Grondwet: bevat een geschreven regeling met hoofdlijnen van de
organisatie van de Staat
Het wettelijk fundament van het staatsrecht wordt gevormd door de Grondwet. Grondwet is al meer
dan 200 jaar oud en bevat een geschreven regeling met hoofdlijnen van de organisatie van de Staat.
Grondrechten
Hoofdstuk 1 van de Grondwet gaat over de grondrechten. In Art. 1 is het gelijkheidsbeginsel
geformuleerd. Grondrechten berusten op de gedachte dat de mens meer is dan een onderdaan van
de staat. De mens moet op bepaalde gebieden in vrijheid kunnen leven zonder dat de overheid zich
ermee bemoeit. Grondrechten bieden hier bescherming tegen. Deze grondrechten zijn te verdelen
in:
1.Vrijheidsrechten: vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting en het recht op eerbiediging
van de persoonlijke levenssfeer.
2.Politieke rechten: Geven burger zeggenschap over de samenstelling van de overheidsinstellingen.
VB: kiesrecht en recht om een openbaar ambt te bekleden.
3.Sociale grondrechten: verplichten de overheid om zich in te spannen voor onderwijs,
gezondheidszorg en sociale zekerheid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zvanengelen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.