Hc 1
Het Staatsrecht gaat over de overheid en de manier waarop de overheid is
georganiseerd. Zo vind je in staatsrecht bijv. regels over de verkiezingen, de rechten van
2e Kamer, de positie van de Koning en de verhouding tussen Kamers en Regering.
Het staatsrecht beschrijft:
1. Inrichting van de staat en verdeling van bevoegdheden
2. Handhaving van individuele vrijheden van de burger
3. Rechtspraak en rechtsbescherming tegen de overheid
4. Totstandkoming, gelding en handhaving van het recht
Rechtsbronnen van het Staatrecht zijn: de Grondwet, organieke wetten (een aantal
wetten uit de Grondwet zijn uitgewerkt in andere wetten zoals de Vreemdelingenwet),
gewoonterecht, jurisprudentie, internationale verdragen en het Statuut voor het
Koninkrijk (alle landen die bij Nederland horen).
Een staat. Wat is dat eigenlijk?
(politicologische/sociologische) definitie:
“politiek systeem dat als organisatorische eenheid wordt gevormd door een collectiviteit
van individuen (staatsburgers), een grondgebied en een rechtsstelsel dat een bepaalde
wijze van politieke machtsuitoefening legitimeert”
De staat heeft het hoogste gezag. Het hoogste gezag is gericht op het scheppen en
handhaven van orde en recht. Om te voorkomen dat burgers voor eigen rechter gaan
spelen, mag alleen het hoogste gezag van de staat geweld gebruiken
(geweldsmonopolie).
Het gebruik van geweld bij het handhaven en scheppen van orde en recht is in een
rechtsstaat aan regels gebonden. Het gebruik van te veel geweld (disproportioneel
geweld) kan niet alleen leiden tot vervolging van de overheid en zijn ambtenaren, maar
kan op termijn ook leiden tot verlies aan gezag.
Drie kenmerken van een staat:
1. (Effectief) Hoogste gezag = soevereiniteit. De overheid
heeft het geweldsmonopolie om het gezag te handhaven.
2. Gemeenschap van mensen = bevolking hoeft niet per se homogeen te zijn (een zekere
onderlinge verbondenheid van mensen is voor een prettige samenleving wel gewenst).
3. grondgebied (territoir) = Grondgebied omvat mede: de bodem, het luchtruim en de
territoriale zee;
De volkenrechtelijke definitie van het begrip staat houdt dus de volgende kenmerken in:
een grondgebied met daarop een permanente gemeenschap van mensen die vallen
onder een (effectief) hoogste gezag. Erkenning door andere staten wordt vaak gezien als
een vierde kenmerk en is in de praktijk van wezenlijk belang.
De grootte van het grondgebied maakt voor het zijn van een staat weinig uit. Duitsland is
een soevereine staat. Maar Liechtenstein is dat ook…
In veel intergouvernementele internationale organisaties hebben alle staten 1
afzonderlijke stem. Bijvoorbeeld in de Algemene Vergadering van de VN.
, Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat, bovendien een
constitutionele monarchie en een democratische rechtsstaat.
Gedecentraliseerde eenheidstaat:
Dat houdt in dat overheidstaken in beginsel door een zo dicht mogelijk bij de burger
staand bestuursorgaan worden uitgevoerd. Die bestuursorganen behoren tot één van de
bestuurslagen (rijk, provincies, gemeenten).
Constitutionele monarchie: bevoegdheden van de Koning liggen vast in de Grondwet.
Nederland is sinds 1815 een constitutionele (parlementaire) monarchie.
Democratische rechtsstaat:
Een democratie is een land waarin het volk regeert. Maar er is geen land ter wereld dat
wordt bestuurd volgens de principes van directe democratie, waarbij het volk keer op
keer zelf besluiten neemt over het bestuur van het land. Daarom hebben de meeste
landen een representatieve (vertegenwoordigende) of indirecte democratie. Het volk
kiest een aantal vertegenwoordigers, die namens het volk besluiten nemen over het
bestuur van het land. Ons land heeft een parlementair stelsel, d.w.z. dat de
volksvertegenwoordiging door de kiezers gekozen wordt. Kenmerkend is dat de
ministers verantwoording moeten afleggen aan de Kamers en dat bij ontbreken van
vertrouwen in het beleid de ministers hun ontslag aan moeten bieden.
Staatsvormen: Een staatsvorm beschrijft de verhouding tussen de landelijke overheid
(Den Haag) en de lagere overheid (provinciale en gemeentelijke):
1. Gecentraliseerde staten: Eenheidsstaat, de nadruk van het overheidsgezag ligt op de
bevoegdheden van de centrale overheid.
2. Gedecentraliseerde staten: We spreken van een gedecentraliseerde eenheidsstaat als
de eenheidsstaat ook regionale overheden, zoals het provinciebestuur en het
gemeentebestuur kent. Ons land is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. De meeste
wetten worden door de centrale overheid gemaakt. Deze wetten gelden in het hele land.
Een provincie of gemeente mag niet van de regels afwijken. Het verschil met een
bondstaat is dat de lagere overheden ondergeschikt zijn aan de centrale overheid en
weinig zelfstandige bevoegdheden hebben.
3. Statenbond (Confederatie): berust op verdrag gesloten door in beginsel soevereine
staten. Statenbond, is eigenlijk geen staat. Het is een samenwerkingsverband tussen
verschillende zelfstandige staten net als de Europese Unie waarin staten samenwerken.
4. Bondsstaat (Federatie): berust op constitutie – de deelstaten hebben (belangrijke)
bevoegdheden afgestaan aan de federale overheid. Is één staat, maar binnen deze staat
hebben de deelstaten vrij veel zelfstandige bevoegdheden. Zo mogen de deelstaten over
een aantal onderwerpen eigen wetten maken, daardoor is het bijv. mogelijk dat burgers
in de ene deelstaat op zijn 16e mag trouwen en in een andere staat pas op zijn 18e.
Voorbeelden zijn de Bondsrepubliek Duitsland, Canada en de Verenigde Staten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rosalovesmimosa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $0.00. You're not tied to anything after your purchase.