Ethiek – Paragraaf 4.1 tot en met 4.5 over ethische theorieën
4.1: Gevolgenethiek
Gevolgenethiek: een handeling die meer geluk of minder ongeluk tot stand brengt dan alle andere mogelijke
handelingen is niet alleen moreel goed, men is verplicht om deze handeling te verrichten.
Een ethische theorie die wordt geformuleerd in gevolgen en doelen, wordt een consequentialistische of
teleologische theorie genoemd. Het utilisme of utilitarisme is hier een voorbeeld van. Volgens het utilisme
wordt de (on)juistheid van daden uitsluitend bepaald door de goede of slechte gevolgen van die
handelingen.
Geluksutilisme: maximalisatie van geluk / beperken van ongeluk.
Voorkeursutilisme: de handeling waar de meeste mensen de voorkeur aan geven als ze mogen kiezen.
Het belangrijkste argument voor utilisme als ethische theorie is dat het een duidelijk criterium verschaft om te
bepalen wat moreel goed is.
Een groot nadeel van het utilisme: volgens deze theorie heiligt het doel de middelen.
4.2: John Stuart Mill: lust en vrijheid
Mill werd in zijn opvattingen sterk beïnvloedt door Jeremy Bentham. Bentham staat ook wel bekend als ‘de
vader van het utilisme’. Bentham stelt dat het grootst mogelijke geluk voor het grootst mogelijke aantal
mensen het hoogste morele goed is.
Mill stelt dat lust verwerven het hoogste morele goed is. Hierbij streven we niet naar (materiële) dingen, maar
naar de lust die we daarmee verwerven.
4.3: Plichtethiek
Je moet handelen volgens je principes van morele plicht, ongeacht wat de consequenties daarvan zijn en
zonder een bepaald doel na te streven. Het vervullen van je plicht is een doel op zichzelf.
Ethische theorieën waarbij het vervullen van je plicht centraal staat, heten deontologische theorieën.
Deontologisme: een handeling is moreel goed als hierbij wordt voldaan aan de morele plicht.
Vaak hangt een morele verplichting af van een handeling uit het verleden (bijvoorbeeld een belofte).
Sommige deontologen stellen dat er maar één hoogste principe is: het principe dat je moet handelen volgens
een generaliseerbare stelregel: een regel waarvan je zou willen dat het een algemene wet was.
Een argument voor het deontologisme: de centrale plaats die morele principes in deze ethische theorie
innemen.
Een argument tegen het deontologisme: het bevat geen objectief criterium om te bepalen naar welke morele
principes men moet handelen.
Een argument tegen het deontologisme: mogelijk gebaseerd op verborgen consequentialistische
opvattingen.
4.4: Kant: de plicht roept
Immanuel Kant was de eerste zogenaamde vakfilosoof. Kant gaat ervan uit dat het menselijk verstand op
twee manieren werkt:
- Enerzijds gericht op kennis: het verstand is theoretisch werkzaam.
- Anderzijds gericht op handelen: het verstand is praktisch werkzaam.
Kant is op het gebied van de moraal op zoek naar eeuwige wetten; deze moeten al voorafgaand aan iedere
ervaring bestaan (a priori).
Kant spreekt ook van een categorische imperatief, een bevel dat los van elke inhoud onvoorwaardelijk moet
worden opgevolgd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irislucas. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.34. You're not tied to anything after your purchase.