Strafbaar feit = een menselijke gedraging, die valt binnen een delictsomschrijving en die
wederrechtelijk en aan schuld te wijten is.
Als er geen strafbaar feit is gepleegd, is er geen sprake van een verdachte.
Art 27 Sv: Iemand kan als verdachte worden aangemerkt als er een redelijk vermoeden van
schuld is dat deze persoon een strafbaar feit heeft gepleegd.
De voorwaarden om van en strafbaar feit te spreken:
1. Het gaat om een menselijke gedraging;
2. Die gedraging valt binnen een delictsomschrijving;
3. De gedraging is wederrechtelijk;
4. De gedraging is aan schuld te wijten.
1. Een menselijke gedraging
Er is sprake van een menselijke gedraging wanneer een persoon een gewilde spierbeweging
heeft verricht.
Deze kan bestaan uit een doen (gewilde spierbeweging) of een nalaten (het niet maken van
een spierbeweging, maar het niet hebben gedaan).
Rechtspersonen en natuurlijke personen kunnen een strafbaar feit plegen:
boekhoudschandalen van Ahold. Dit heet functioneel daderschap.
2. die gedraging valt binnen een delictsomschrijving
De menselijke gedraging dient binnen de delictsomschrijving te vallen.
In een delictsomschrijving staat welke gedragingen strafbaar zijn. De wetgever schrijft in een
delictsomschrijving op welke gedragingen volgens de wet verboden zijn.
Een delictsomschrijving moet altijd wettelijk zijn vastgelegd: art. 1 Sr.
Dit artikel bepaalt dat een strafbaar feit strafbaar is als er voorafgaand aan de gedraging een
wettelijk strafbepaling is geformuleerd: het legaliteitsbeginsel.
Het betekent dat er voordat de gedraging plaatsvindt, in de wet een omschrijving moet
staan van het gedrag dat strafbaar wordt gesteld.
3. Een wederrechtelijke gedraging
De gedraging moet ook wederrechtelijk zijn: in strijd met het recht.
Een succesvol beroep op rechtvaardigheidsgrond, kan de wederrechtelijkheid wegnemen.
4. Aan schuld te wijten
De menselijke gedraging moet aan schuld te wijten zijn. Er moet een verwijt moeten kunnen
worden gemaakt bij de verdachte. De gedraging moet kunnen worden toegerekend.
Er is sprake van verwijtbaarheid als de verdachte anders had kunnen handelen, maar dit niet
heeft gedaan.
Een succesvol beroep op schulduitsluitingsgrond haalt de schuld van de verdachte weg. De
verdachte heeft dan geen strafbaar feit gepleegd.
,Bestanddelen en elementen
Wederrechtelijkheid en schuld worden elementen genoemd.
De onderdelen waaruit een delictsomschrijving bestaat noemen we de bestanddelen.
De elementen zijn ongeschreven voorwaarden om iemand te kunnen straffen.
De bestanddelen staan altijd in een tenlastelegging opgenomen en moeten door een rechter
bewezen worden verklaard.
Artikel 287: hij die opzettelijk een ander van het leven berooft, wordt, als schuldig aan
doodslag, gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van
de vijfde categorie.
In dit artikel zijn de bestanddelen:
1. Een ander;
2. Opzettelijk;
3. van het leven beroven.
1. een menselijke gedraging
2. Delictsomschrijving -> bestanddelen
3. Wederrechtelijk -> Element
4. Schuld ->Element
Artikel 350
Bestanddelen:
1. opzettelijk
2. wederrechtelijk
3. een goed dat aan een ander toebehoort
4. vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt.
Verschillende strafbare feiten
Elk strafbaar feit is onder te verdelen in een type delict.
je hebt misdrijven, overtredingen, formele en materiele delicten, commissie- en
omissiedelicten, gronddelicten, gekwalificeerde delicten en geprivilegieerde delicten.
Misdrijven en overtredingen
Misdrijven boek 2 van het Wetboek van strafrecht
Overtredingen boek 3 van het Wetboek van strafrecht
Het verschil tussen deze twee zit in de strafbedreiging.
Misdrijven zijn delicten waarvan de wetgever vindt dat de overtreder ervan zwaar(der)
gestraft moet worden. Op misdrijven staat dan ook altijd gevangenisstraf.
Overtredingen zijn delicten waarvan de wetgever heeft gemeend dat de strafbedreiging wat
minder mag zijn. Voor overtredingen krijgt de dader alleen een geldboete of hechtenis.
Overtredingen horen bij de bevoegdheid van de kantonrechter, misdrijven horen bij de
bevoegdheid van de rechtbank.
,Formele en materiele delicten
Formele delicten zijn delicten die een bepaald handelen strafbaar stellen.
Het gaat bij dit type delicten om de handeling en niet om het gevolg. De activiteit wordt
strafbaar gesteld en het eventuele gevolg is niet van belang.
Artikel 310 Sr: diefstal.
Artikel 350 Sr: Zaakbeschadiging
Artikel 317 Sr: Afpersing
Materiele delicten stellen het intreden van een bepaald gevolg juist strafbaar.
De manier waarop het gevolg intreedt, is niet van belang: het gaat om het gevolg.
Voorbeeld: Doodslag. De wetgever heeft niet omschreven hoe iemand van het leven moet
zijn beroofd, maar enkel strafbaar gesteld dat het strafbaar is als iemand wordt gedood.
Commissie- en omissiedelicten
Delicten kunnen worden opgedeeld in handelen en nalaten.
Een delict die een bepaald handelen strafbaar stelt, heet een commissiedelict. Bijvoorbeeld
mishandelen, andermans spullen vernielen, stelen, iemand doden, handtekening vervalsen.
Omissiedelicten stellen juist het nalaten strafbaar.
Artikel 450 Sr: het nalaten om hulp te verlenen aan iemand die in levensgevaar verkeert.
Gronddelicten, gekwalificeerde delicten en geprivilegieerde delicten
Uitgangspunt: Een bepaalde gedraging is strafbaar gesteld = gronddelict (een soort nulpunt).
Voorbeeld gronddelict: artikel 287 Sr.
Een delict dat ernstiger is dan een gronddelict = gekwalificeerd delict. (Zelfde delict alleen
vaak een extra bestanddeel toegevoegd) kent ook een zwaardere strafbedreiging dan een
gronddelict.
Voorbeeld gekwalificeerd delict: artikel 289 Sr.
Het tegenovergestelde van een gekwalificeerd delict = geprivilegieerd delict.
Ten opzichte van het gronddelict, is geprivilegieerd delict een lichtere variant met een lagere
strafbedreiging.
Voorbeeld geprivilegieerd delict: artikel 290: kinderdoodslag.
, 2. WEDERRECHTELIJKHEID
Wederrechtelijkheid: element en bestanddeel
Casus 2.1
Artikel 350, lid 1 Sr luidt: ‘hij die opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten
dele aan een ander toebehoort, vernielt, etc, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste twee jaren’.
Stel dat Arie aan zijn zwager heeft gevraagd om hem te helpen met het verbouwen van zijn
zojuist gekochte woning. Arie vraagt zijn zwager om een muurtje weg te breken in een van de
slaapkamers. Met veel enthousiasme begint de zwager op de muur in te beuken.
Als artikel 350 lid 1 Sr niet het bestanddeel wederrechtelijkheid zou bevatten, dan zou Aries
zwager een strafbaar feit plegen door opzettelijk het muurtje te vernielen en uiteraard is dat
nooit de bedoeling geweest van de wetgever.
Doordat er wederrechtelijk in het artikel staat, word deze getoetst aan de
delictsomschrijving.
Betekenis 1: zonder toestemming van de rechthebbende
Bij deze eerste betekenis wordt het bestanddeel wederrechtelijk opgevat als ‘zonder
toestemming van de rechthebbende’.
Leer van Remmelink = bedenker van deze opvatting.
Betekenis 2: bestanddeel is element
Verschillende betekenissen geven verschillende uitkomsten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romeerol. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.27. You're not tied to anything after your purchase.