Het vermogensrecht is een van de twee hoofdonderdelen van het privaatrecht en regelt de
verhoudingen die op geld waardeerbaar zijn tussen burgers onderling.
Het tweede hoofdonderdeel is het personenrecht.
Het vermogensrecht = Verbintenissenrecht + goederenrecht
Verbintenissenrecht = De relatie tussen persoon en persoon
Goederenrecht = De relatie tussen persoon en goed
Privaatrecht
Vermogensrecht Personenrecht
Goederenrecht Verbintenissenrecht
In rechtsrelaties heb je te maken met:
1. Natuurlijke personen
2. Rechtspersonen
Een verbintenis is een rechtsrelatie tussen twee personen, waarbij de ene partij verplicht is
om een prestatie te leveren, terwijl de andere partij hier recht op heeft.
Degene die moet presteren wordt ook wel de schuldenaar genoemd.
Degene die recht heeft op de prestatie is de schuldeiser.
Caronina Moet een bedrag van 50 euro Bernard
Schuldenaar terugbetalen aan Schuldeiser
,Wanneer er een rechtsrelatie tussen personen bestaat, dan vloeien hier verbintenissen uit
voort.
Voorbeeld:
Roos heeft een arbeidsovereenkomst voor 12 uur per week bij JARZ: we spreken van een
rechtsverhouding tussen deze 2 personen. De verbintenissen die hieruit voortvloeien zijn:
De verplichting voor Roos om 12 uur per week te werken;
De verplichting van JARZ om Roos elke maand 450 euro te betalen.
1.2 RECHTSFEITEN
Rechtsfeit: een feit dat een rechtsgevolg heeft. Het geeft een gevolg volgens het geldende
recht.
Gewoon feit: een feit dat geen rechtsgevolg heeft.
Bijvoorbeeld: het gras is groen, de zon schijnt, Klaas loopt naar huis.
Voorbeeld van een rechtsfeit:
Fatima is op zoek naar een nieuwe fiets. Zij probeert een paar fietsen uit en besluit dan een
zogenoemde Personal Bike te kopen. Fatima spreekt met de verkoper af dat zij haar fiets de
volgende dag zal komen ophalen. Het kopen van de fiets is een rechtsfeit. Het rechtsgevolg
is dat Fatima eigenaar is geworden van de fiets.
Voorbeeld van een rechtsfeit:
Arnoud en Sabah zijn op 1 januari 2017 ouders geworden van een gezonde dochter. De
geboorte van de dochter van Arnoud en Sabah is een rechtsfeit. Een van de rechtsgevolgen
dat hieruit voortvloeit, is het recht (van het kind) op een naam.
Blote rechtsfeiten: zijn geen handelingen, maar hebben toch rechtsgevolg. Dit soort
rechtsfeiten vinden dan ook plaats zonder dat er een feitelijke handeling aan te pas komt.
Voorbeelden: een geboorte, een overlijden, meerderjarig worden.
Rechtens relevante handelingen: een handeling die relevantie heeft voor het recht. Een
handeling die rechtsgevolg heeft.
Voorbeelden: een arbeidsovereenkomst, schenken van een laptop.
Feiten
Rechtsfeiten Gewone feiten
Rechtens relevante Blote rechtsfeiten
handelingen
, 1.3 RECHTENS RELEVANTE HANDELINGEN
Rechtens relevante handelingen worden weer opgesplitst in rechtshandelingen en feitelijke
handelingen.
Feitelijke handeling = handelingen die wel rechtsgevolg hebben, maar die daar niet op zijn
gericht. De handelde persoon had dus niet de bedoeling het rechtsgevolg tot stand te
brengen.
Voorbeeld: per ongeluk de spiegel van een auto eraf rijden. Dit is een feitelijke handeling,
waar een rechtsgevolg aan verbonden is, namelijk: het vergoeden van de schade aan de
eigenaar van de auto.
Rechtshandeling = een handeling gericht op een rechtsgevolg. De handelende persoon wil
dus een bepaald rechtsgevolg tot stand brengen.
Voor dit soort handelingen is een zogeheten wilsuiting van de handelende persoon
noodzakelijk. Met wilsuiting wordt bedoeld dat de handelende persoon duidelijk laat blijken
dat hij de bedoeling heeft het rechtsgevolg tot stand te brengen.
Bij een rechtshandeling speelt de bedoeling, ook wel het oogmerk genoemd, van de
handelende persoon een doorslaggevende rol.
Artikel 3:33 BW: “Een rechtshandeling vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich
door een verklaring heeft geopenbaard.”
Dus, de vereisten voor een rechtshandeling zijn:
Een op een rechtsgevolg gerichte wil;
Die wil heeft zich door een verklaring geopenbaard.
Eenzijdige rechtshandelingen = het rechtsgevolg wordt tot stand gebracht door een persoon,
zonder dat de medewerking van een andere persoon nodig is.
Er is sprake van wilsuiting van een persoon, gericht op een bepaald rechtsgevolg.
Voorbeeld -> opstellen testament.
Meerzijdige rechtshandelingen = twee personen willen een bepaald rechtsgevolg tot stand
brengen. Deze wilsuitingen moeten gericht zijn op hetzelfde rechtsgevolg.
Voorbeeld -> huurovereenkomst.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romeerol. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.48. You're not tied to anything after your purchase.