Test Bank For Biology: A Global Approach, 12th Edition by Neil A. Campbell
Test bank University of Queensland GENES, CELLS & EVOLUTION 2024 / midterm exam study guide / from: Biology 12th - A Global Approach Campbell
Summary Genes, Cells & Evolution University of Queensland 2024 - All lectures week 1 - 12, all college notes, lots of visuals, exam test questions - 150 pages!
All for this textbook (39)
Written for
Aeres Hogeschool (aeres)
Toegepaste Biologie
Ecologie (PECS04)
All documents for this subject (2)
Seller
Follow
AnnaBlaauw
Reviews received
Content preview
Samenvatting PECS04
Interacties bepalen de verspreiding en dichtheid van organisme.
Moderne ecologie
- observeren
- experimenteren
- onderzoek: van organisme -> planeet
Mondiale ecologie
- het onderzoek naar de energie en materialen op organisme in een biosfeer.
- Biosfeer som van alle ecosystemen op aarde.
Landschapsecologie
- het onderzoek naar de uitwisseling van energie, materiaal en organisme tussen verschillende
ecosystemen.
- landschap of zee -> verschillende ecosystemen liggen allemaal (als mozaïek) naast en tegen
elkaar aan in een landschap.
Ecosysteem ecologie
- het onderzoek naar energiestromen en cycli van stoffen tussen biotische en abiotische
componenten.
- ecosysteem een geheel van biotische, abiotische factoren en gemeenschappen organisme die
als eenheid worden samengevoegd/opgevat.
Levensgemeenschap ecologie
- het onderzoek naar interactie tussen soorten in een gebied.
- levensgemeenschap groep populaties van verschillende soorten die samenleven in 1 gebied.
Populatie ecologie
- is het onderzoek naar de factoren die populatie groepen over een bepaalde tijd beinvloed.
- Populatie is een groep individuen van het zelfde soort in een bepaald gebied / grens.
,Organisme ecologie
- het onderzoek naar hoe de ecologie, structuur, fysiologe en gedrag van een dier omgaan met
de omgeving.
Klimaat
- voornaamste weersomstandigheden over een langere periode
- macroklimaat patronen op mondiaal, regionaal en landschapsniveau
- microklimaat fijne patronen -> bijvoorbeeld conditie onder omgevallen bomen.
- verschil op kleine schaal in licht en wind.
Abiotische factoren
- neerslag
- temperatuur
- zonlicht
- wind
- zoutgehalte
- water en zuurstof
- rotsen en bodem
Temperatuur is een belangrijke factor voor verspreiding organismen, het heeft een groot
effect op biologische processen
-> Cellen bevriezen en knappen onder 0°C, veel proteïnen denatureren boven 45°C
-> Zoogdieren en vogels zijn endotherm waardoor ze energie gebruiken om hun interne
temperatuur constant te houden -> daarom verplaatsen ze als het koud word vaak naar een
warme temperatuur.
Water en zuurstof -> waterbeschikbaarheid in habitat belangrijke factor voor verspreiding
soorten
-> Woestijndieren hebben een aanpassingen waardoor ze meer water vast kunnen houden
-> Water beperkt O2 beschikbaarheid hierdoor diffundeert het langzaam in water en zijn de
O2 niveaus laag in diepe oceanen en meren.
Zoutgehalte beinvloed de waterbalans van organisme door middel van osmose, hierdoor zijn
de meeste soorten beperkt voor zoetwater of zoutwater.
Zonlicht de licht intensiteit en kwaliteit (golflengte) beïnvloeden fotosynthese
Water absorbeert licht -> in aquatische omgeving alleen fotosynthese aan oppervlakte
Woestijnen -> hoge lichtniveaus -> hoge temperatuur -> stress planten en dieren
Rotsen en bodem
-> Veel bodemeigenschappen beperken verspreidingsgebied planten en daardoor ook van
dieren die ervan leven, Fysieke structuur, pH en aanwezige mineralen.
,mondiaal klimaatpatroon word bepaald door de zonne-energie en de beweging van de aarde
in de ruimte.
Verwarmend effect van de zon -> temperatuur verschillen -> verdamping van water ->
circulatie tussen lucht en water.
-> dit zorgt voor verschillende klimaten tussen de breedtegraten
De keerkringen geven de seizoenen aan. Een nieuw
seizoen begint als de zon om een keerkring draait.
Mondiale luchtcirculatie
-> speelt een belangrijke rol in de totstandkoming van de klimaat
- het water dat verdampt in de tropen, zorgt voor warme, vochtige lucht massastroom naar
richting de polen.
-> warme lucht stijgt op, koelt af en zorgt voor neerslag (tropen)
-> koude lucht daalt en zorgt voor droge klimaten (vooral rond 30 graden Noorder- en
Zuiderbreedte).
-> luchtstromen die tegen het aardoppervlak komen zorgen voor voorspelbare windpatronen
- passaatwind (koelend), oost -> west (tropen)
- westenwinden west -> oost (gematigde zones)
Regionale en lokale effecten op het klimaat
- seizoenen
- richting de polen is seizoen variatie gebonden aan licht en temperatuur -> dit heeft te
maken met de schuine stand van de aardas en het jaarlijks draaien om de zon.
, - waterlichamen
- oceanen en grote meren matigen het klimaat van de nabije omgeving op het land.
De golfstroom (Noord-Atlantische Drift) vervoert warm water van evenaar naar de Noord-
Atlantische oceaan -> dit zorgt voor verwarming van het land.
- overdag: warme lucht vanaf het land stijgt op en trekt koele lucht vanaf het water aan.
- nachts: het land koelt af, waardoor het water warmen is. Deze warme lucht stijgt op en
trekt de oude lucht van het land aan. De lucht boven het land word dan weer vervangen
warme lucht vanuit het binnenland
- Bergen
- regenschaduw: warme lucht stijgt op -> koelt af -> komt tegen bergtop en zorgt hier voor
neerslag.
- wolk gaat “leeg” verder de berg over en de lucht aan de benedenwindse kant van de berg
absorbeert dan opnieuw vocht, en regent verder op het land uit.
- bergen beïnvloeden het zonlicht in bepaalde gebieden, wat voor een ander klimaat kan
zorgen.
- op het noordelijk halfrond valt minder licht dan op het zuidelijk halfrond.
- per 1000 m omhoog daalt de temperatuur met 6 graden.
Klimaatverandering zorgt er voor dat soorten (organisme) verschuiven van leefgebied, groter
of kleiner in populatie worden of helemaal uitsterven.
Klimatogram zet de temperatuur uit tegen de neerslag in een gebied.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AnnaBlaauw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.49. You're not tied to anything after your purchase.