100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Week 5 Europees en nationaal constitutioneel recht $13.58   Add to cart

Summary

Samenvatting Week 5 Europees en nationaal constitutioneel recht

 47 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document bevat een uitgebreide samenvatting van de vijfde onderwijsgroep van het vak Europees- en nationaal constitutioneel recht. Er zijn kleurrijke schema's in verwerkt die helpen bij het leren.

Preview 3 out of 16  pages

  • March 11, 2021
  • 16
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
College 5 Europees en Nationaal Constitutioneel recht - De dialoog tussen Europese en
nationale gerechten
1. Enkele concepten
• Monisme / dualisme: de nationale rechtsstelsels van het HvJ-EU maken deel uit van een
constitutioneel systeem
• Suprematie-doctrine: normatief supranationalisme, relatie nationale rechtsorde en Europese
rechtsorde
• Artikel 267 VWEU: belangrijkste instrument om nationale en Europese rechtsorde met elkaar
te verbinden
• Het constitutionele recht van de lidstaten, niet bereid om het aan het constitutionele recht van
de EU te onderwerpen
• Primair en secundair EU-recht: het bereik van suprematie is het hele EU-recht, ongeacht hoe
laag in rangorde De coronacrisis en de economische effecten

2. Voorrang: EU’s perspectief
Directe
Materiële normen werking
Voorrang

• Costa v Enel (1964)
Voorrang van EU-recht boven nationaal recht in het algemeen. Kernprincipe.
• Internationale (1970)
Hoe de nationale wetgeving ook is opgesteld of gerangschikt, EU-recht heeft tevens voorrang
op de grondwettelijke wetgeving, zonder uitzonderingen. Werkt in feite als lex superior.
• Simmenthal (1978)
In deze Italiaanse zaak werd vastgesteld dat het ‘lex posterior-principe’ niet van toepassing is
in een zaak die betrekking heeft op EU-recht. Het EU-recht heeft voorrang, hoe de nationale
wet ook al van kracht werd, en de nationale autoriteiten kunnen geen toevlucht nemen tot
nationale grondwettelijke toetsingsprocedures. Doe ook wat mogelijk is om uitvoering te geven
aan de EU-wetgeving!

Procedurele normen
• Rewe I (1976)
Principle of national procedural autonomy. Hoe verloopt een proces, bevoegdheden partijen en
rechters? Het valt binnen de competentie van lidstaten om hun eigen nationale systeem te
ontwerpen. Het EU-recht zweeg op dit punt.
• Rewe II (1979)
Principle of equivalence. Ja je mag als lidstaat zelf kiezen hoe de nationale procedurele normen
worden geformuleerd, maar als ze betrekking hebben op zaken betreffende nationaal recht, dan
ook op zaken betreffende EU-recht. Er is geen ruimte voor discriminatie.
• Van Colson (1984)
Principle of effectiveness. Er moet effectiveness worden gegeven aan vordering gebaseerd op
EU recht (ook wel het practical possibility principle). Er moet effectieve bescherming worden
geboden. De procedurele regels moeten er dus niet alleen voor de sier zijn.
• Johnston II (1986)
Principle of effective judicial protection. Procedurele stelsels van de lidstaten moeten effectieve
en adequate gerechtelijke bescherming bieden. Zie ook art. 19 VWEU. er wordt bescherming
gecreëerd voor het EU-recht.
• Factortame (1990)
Principe van voorlopige voorzieningen (interim relief principle). De Britse nationale wetgeving
kon geen voorlopige voorziening tegen de regering bieden in een EU-claim, dit was niet



1

, verenigbaar met de EU-wetgeving. Suprematie en probleem van procedurele normen komen
hier samen.
• Francovich (1991)
Aansprakelijkheid van de staat. Het HvJEU heeft autonome procedurele rechtsmiddelen
uitgewerkt. Indien een lidstaat een richtlijn niet correct heeft geïmplementeerd, zullen burgers
hun rechten worden ontnomen. Dan is een staat dus aansprakelijk.
• Marshall II (1993)
Toekenning van schadevergoeding. HvJEU verklaarde dat een nationale wet die limieten /
drempels oplegde voor de toekenning van schadevergoeding niet verenigbaar was met het EU-
recht en zal worden vernietigd.
• Lucchini (2007)
Res Judicata. Er is onrechtmatig staatssteun verleend aan een onderneming. Deze zaak kon niet
opnieuw worden geopend volgens de nationale wetgeving, maar de EU-wetgeving kan deze
beperkingen opheffen en de zaak opnieuw openen.

3. Voorrang: perspectief van lidstaten
• Solange I (1974)
Conditional supremacy. De voorrang van EU recht is niet onvoorwaardelijk erkend, aangezien
het grote gevolgen kan hebben voor de grondrechten in de Duitse grondwet. In die tijd was het
EU-recht vooral een economische onderneming, dus het Duitse Hof verdedigde vrij snel de
grondrechten.
• Solange II (1987)
Retain of scrutiny. Het Duitse Constitutionele Hof bleef kritisch en bevestigde dat, voor zover
het EU-recht dezelfde grondrechten beschermt, het Duitse Hof niet zal ingrijpen en de voorrang
in tact blijft.
• Maastricht (1994)
Kompetenz-kompetenz. Het Duitse Constitutionele Hof verklaarde dat het zelf bevoegd was om
te beslissen wie bevoegd is. Dit betekent in de praktijk dat het de bevoegdheid heeft om te
beslissen of een bevoegdheid in een van de rechtsorden waarbij het betrokken is, zijn
bevoegdheden (nationaal en EU) heeft overschreden. Deze aanpak werd gevolgd in Lissabon.
• Lissabon (2009)
Lijst met bevoegdheden van de lidstaten. Het EU-recht heeft geen bevoegdheid op sommige
key-gebieden (bv. Wetgeving en onderwijs) en heeft betrekking op identiteitsvergrendeling op
belangrijke aspecten. De EU is geen staat, heeft geen demos (mensen).
• Honeywell (2010)
Het Duitse Constitutionele Hof stelde twee limieten:
(i) Procedureel: het erkent het HvJ-EU als interpreter of EU-law
(ii) Substantieel: Het Duitse Constitutionele Hof zal ultra vires-acties alleen aanvechten als
ze manifest en significant zijn.

Andere nationale gevallen (Duitsland is het meest verfijnd en uitgewerkt)
• België: Het smeerkaasarrest (1971)
• Italië: Frontini (1974)
Vergelijkbaar met Solange met betrekking tot voorwaardelijke suprematie
• Frankrijk: Jacques Vabre (1975)
Institutionele waarden zullen niet worden overtroffen door suprematie.
• VK: Factortame (1991)
• Tsjechische Republiek EU-lidmaatschap (2004)
EU-clausule (sommige belangrijke gebieden, principes, er zal geen voorrang zijn). Kan heel
concreet zijn (Lissabon-catalogus) of heel abstract. Bepaalt dat het EU-recht deel uit gaat

2

, maken van de nationale rechtsorde, maar dat er uiteindelijk ten gunste van de grondwet zal
worden besloten indien ze conflicteren.
• Polen: Toetredingsverdrag (2005)
EU-clausule: op een aantal belangrijke gebieden, zal de suprematie niet prevaleren. Kan heel
concreet zijn (Lissabon-catalogus) en heel abstract.

4. Constitutionele gerechtshoven en prejudiciële vragen
Dit gaat allemaal over ondergeschiktheid aan een oordeel van een hogere rechtbank. Grondwettelijke
hoven wilden dit niet doen, maar lagere rechters wilden wel een dialoog aangaan. Hier ziet je per land
hoe lang het duurde voor een prejudiciële vraag werd ingediend. De constitutionele hoven waren
terughoudend in het aangaan van het gesprek omdat ze daarmee hun eigen mandaat verraadden in hun
ogen: bescherm de eigen rechtsorde.

België
Italië Frankrijk Duitsland Luxemburg
(Chambers Spanje
(Sardegna) (Jeremy F) (Gauweiler) (ArcelorMittal)
Syndicales) (Melloni) 2013
2008 2013 2014 2015
1997


Uitdagingen
• Landtova (Republiek Cezch 2012)
Sociale zekerheid (klassieke bevoegdheid van de staat) versus vrij verkeer van de EU.
De Tsjechische Republiek verklaarde zich niet aan de interpretatie van de EU te zullen houden
en zich ervan te zullen afwijken.
• Gauweiler (Duitsland 2014)
Volkssoevereiniteit vs. ECB-mandaat
Dit was een juridische economische claim. Het verklaarde dat het mandaat van de ECB niet
verenigbaar was met artikel 123 en 127 VWEU. Bovendien maakte het een grondwettelijke
claim. Het verklaarde dat de EU afwijkt van de bevoegdheid die het van Duitsland heeft
gekregen. Door af te wijken van haar bevoegdheid schendt de EU het grondwettelijke beginsel
van voorrang en democratie in de Duitse grondwet.
• Dansk Industry (Denemarken 2016)
Rechtszekerheid vs. EU-beginsel non-discriminatie
Het Deense hooggerechtshof heeft besloten het het algemenen non-discriminatiebeginsel van
het HvJ-EU niet toepast, noch zich eraan zal houden. Dit was een arbeidsrechtelijke zaak
waarbij de rechtbank weigerde het principe toe te passen zoals geïnterpreteerd door het HvJEU-
EU. Het verklaarde dat in de toetredingswet niets over dit principe werd vermeld. Vanuit
constitutioneel rechtelijk oogpunt had het inderdaad de bevoegdheid overgedragen aan de EU,
maar niet de bevoegdheid om algemene beginselen vast te stellen voor de interpretatie van het
EU-recht. Het verklaarde dat de EU haar bevoegdheid had overschreden. Dit was een schending
van een oorspronkelijke overeenkomst tussen Denemarken en de EU en dus een ultra vires-
handeling.
• Taricco (Italië 2017)
Rechtmatigheid in het strafrecht vs. bescherming van de financiële belangen van de EU
Het HvJ-EU werd op verzoek van een Italiaanse rechtbank gevraagd of het nationale strafrecht
buiten toepassing moest worden gelaten in het geval een van de bepalingen ervan in strijd was
met de bescherming van de financiële belangen van de EU.

Alle verwijzingen zijn vrij recent. Nationale constitutionele hoven waren bang dat het HvJ-EU zou
zeggen dat ze de EU-wetgeving voorrang moet geven en de nationale wetgeving terzijde moet schuiven.




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LisajUM. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $13.58. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62555 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$13.58
  • (0)
  Add to cart