100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting van colleges: (culturele) antropologie $6.42
Add to cart

Class notes

Samenvatting van colleges: (culturele) antropologie

 22 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

De toetsstof van culturele antropologie bestaat uit artikelen en gegeven hoorcolleges binnen de opleiding. Deze heb ik verzameld en verwerkt in dit document. Dit document is dus voldoende om je voor te bereiden op de toets van culturele antropologie, gegeven in de eerste (en tweede) van sociale st...

[Show more]

Preview 2 out of 10  pages

  • March 11, 2021
  • 10
  • 2018/2019
  • Class notes
  • -
  • All classes
avatar-seller
Antropologie: Begrippen lijst
Agrarische revolutie: Een snelle verandering van de landbouw in de achttiende eeuw en negentiende
eeuw; door efficiëntere technieken leverde de grond steeds meer op, maar werden bedrijven ook steeds
groter en raakten veel kleine boertjes hun land en inkomsten kwijt. Mensen gingen zich nu op één plaats
vestigen waardoor territoria en grenzen ontstonden.
3-stappen methode van Pinto: een methode die het communiceren tussen verschillende culturen
vereenvoudigt:
 Stap 1: Je eigen (cultuurgebonden) normen en waarden leren kennen. Welke regels en codes
zijn van invloed op je denken, handelen en communiceren?
 Stap 2: De (cultuurgebonden) normen, waarden en gedragscodes van de ander leren kennen.
Scheid meningen over het gedrag van de ander van de feiten. Onderzoek wat het ‘vreemde’
gedrag van de ander betekent.
 Stap 3: Bepaal hoe je in de gegeven situatie met de geconstateerde verschillen in normen en
waarden omgaat. Bepaal vervolgens waar je grenzen liggen wat betreft aanpassing aan en
acceptatie van de ander. Maak deze grenzen aan de ander duidelijk.
Cultuur: het geheel van veronderstellingen, opvattingen, waarden, normen en de materiële uitdrukking
ervan die in de samenleving of groep gedeeld en overgeleverd worden.
Acculturatie: het veranderingsproces dat ontstaat wanneer twee autonome culturen in langdurig en
direct contact met elkaar zijn.
F-cultuur: een fijnmazige cultuur. Er zijn gedetailleerde gedragsregels en er is veel sociale controle. Het
individu moet de regels streng naleven.
G-cultuur: een grofmazige cultuur. Er bestaan algemene gedragsregels, die het individu zelf moet
vertalen naar een situatie. Er is minder sociale controle en meer vrijheid.
Dimensies van culturen: culturen verschillen volgens Hofstede op vijf ‘gebieden’ van elkaar, namelijk:
- Machtsafstand: de mate waarin een samenleving het feit accepteert, dat macht in instituties en
organisaties ongelijk is verdeeld.
- Individualisme vs. Collectivisme: is er een hecht of los sociaal netwerk binnen een cultuur?
- Masculien vs. Feminien: de mate waarin dominante waarden wel of niet in een cultuur aanwezig
zijn. Bijv. hoe zijn de taken binnen een gezin verdeeld.
- Onzekerheidsvermijding: in welke mate de cultuur onzeker- en tegenstrijdigheden probeert te
vermijden door bijv. regels en wetten.
- Lange vs. korte termijn: is de cultuur meer gericht op het heden of op de toekomst.
- Hedonisme vs. Soberheid: gaat men plezier en genot nagejaagd, of zijn er striktere regels en
normen.
Acculturatiestrategieën: op grond van de attitude van de etnische groeperingen ten aanzien van
relaties met andere groepen in de samenleving en het behoud van de eigen cultuur.
- Integratie: zowel je eigen cultuur handhaven, als het aannemen van de andere cultuur
- Assimilatie: het compleet loslaten van je eigen cultuur en de nieuwe cultuur aannemen
- Segregatie: je eigen cultuur aanhouden, en niet de nieuwe cultuur overnemen
- Marginalisatie: zowel je eigen cultuur loslaten, als de nieuwe cultuur.
Etnocentrisme: je beoordeelt andere culturen aan de hand van je eigen cultuur
Ui-diagram
Sociaal wezen: De mens is een wezen dat bij andere mensen hoort en alle menselijke gedragingen
spelen zich af in een sociaal veld
Cognitieve bindingen: mensen zijn voor het verwerven van kennis van elkaar afhankelijk.

, Socialisatie: een dwingend proces waarbij iemand, bewust en onbewust, door internalisering de
waarden, normen en andere cultuurkenmerken van zijn groep krijgt aangeleerd. Het is een levenslang
proces en een voorwaarde voor integratie.
Waarden en normen: de omgangsvormen en principes volgens welke men publiekelijk en in sociaal
verband handelt.
Huwelijksbelangen: dingen waarnaar je verlangt binnen een huwelijk.
Huwelijksvormen: je hebt vier ‘soorten’ huwelijk, namelijk:
- Polygamie: één persoon is gehuwd met twee of meerdere personen tegelijkertijd
- Monogamie: één persoon is maar met één persoon getrouwd
- Polygynie: één man is met meerdere vrouwen getrouwd
- Polyandrie: één vrouw is met meerdere mannen getrouwd
- Polyamorie: men staat open voor meerdere liefdesrelaties tegelijkertijd
Leviraat: de samenlevingsvorm van een man met de weduwe van een overleden broer, wanneer uit dat
huwelijk geen kinderen zijn geboren.
Sororaat: de samenlevingsvorm waarbij de man een relatie aangaat met de zus van zijn vrouw.
Exogamie: een huwelijk met iemand van buiten de eigen stam
Endogamie: een huwelijk met iemand in de sociale groep
Consanguïniteit: een relatie tussen twee personen die een gemeenschappelijke voorouder hebben
Bruidsprijs: de prijs die de bruidegom voor zijn vrouw moet betalen. Dit is een vergoeding die door de
bruidegom of zijn familie aan de familie van de bruid wordt betaalt. Het is een soort compensatie voor
het verlies van hun dochter.
Bruidsdienst: de bruidegom werkt een periode voor de familie van de bruid.
Bruidsschat: geld of goed dat de (adellijke) bruid meebrengt als ze in het huwelijk treedt. Het is de gave
die door de vader van de bruid, of na diens overlijden door haar oudste broer, meegegeven werd in het
huwelijk. Vroeger bestond de bruidsschat meestal uit een combinatie van een uitzet en geld.


Trouwen in gemeenschap van goederen huwelijkse voorwaarden


Verwantschap: het systeem van door de samenleving erkende biologische en soms zelfs niet-
biologische relaties tussen mensen.
Matrilineaire afstammingsgroepen: de vrouwen doen het grootste deel van het productieve werk. De
afstamming gaat via de vrouwelijke lijn.
Patrilineaire afstammingsgroepen: bezit is belangrijk voor de groep. De mannen worden geacht
verantwoordelijk te zijn en de erfenis gaat van vader op zoon. Het is dus via de mannelijke lijn.
Mythische voorouder(s): het voorgeslacht van gezinnen, dorpen of eenheden, die mythisch zijn.
Patrilocaat: het gezin gaat wonen bij de familie van de bruidegom
Matrilocaat: het gezin gaat wonen bij de familie van de bruid
Ambicolaat: het jonge paar mag zelf kiezen waar ze gaan wonen
Neolocaat: het jonge paar kiest een compleet nieuwe plek om te gaan wonen
Conflicting loyalties: je wil met meerdere groepen een goede relatie onderhouden, maar je kunt ze niet
beiden tevreden houden.
Conspicuous consumption: het hebben van meer bezittingen dan andere leden van de groep en daar
ook naar leven en het laten zien.
Interdependentie: wederzijdelijkse afhankelijkheid

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Romyvandeven. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.42
  • (0)
Add to cart
Added