Schematisch overzicht en stappenplannen van de belangrijkste punten van het vak Bestuursrecht: Inleiding aan de Rijksuniversiteit Groningen. Dit document bevat alle kernpunten en stappen die voor het tentamen relevant zijn en vermeld alle jurisprudentie! Ik heb hiermee zelf een 9 gehaald!
Schema’s en stappenplannen - Bestuursrecht: Inleiding
Week 1: Inleiding en legaliteit
Legaliteitsbeginsel
Het legaliteitsbeginsel houdt in dat overheidsoptreden een wettelijke grondslag behoeft.
Het legaliteitsbeginsel bevordert democratische legitimiteit, rechtsgelijkheid en
rechtszekerheid. We onderscheiden positief en negatief overheidsoptreden.
● Positief overheidsoptreden [Fluoridering]: positief overheidsoptreden vereist alleen
een wettelijke grondslag wanneer er sprake is van ingrijpend overheidsoptreden (vb.
t.a.v. eerste levensbehoefte).
● Negatief overheidsoptreden [Methadonbrief]: negatief overheidsoptreden vereist
altijd een wettelijke grondslag.
Attributie, delegatie en mandaat
Attributie is het toekennen van een nieuwe bevoegdheid aan een bestuursorgaan. Het kent
haar basis in de wet. Delegatie is het overdragen van de toegekende bevoegdheid van het
ene bestuursorgaan naar het andere bestuursorgaan (van delegans naar delegantaris) (art.
10:13 Awb, art. 10:17 Awb). Delegatie volgt uit een wettelijke bepaling (‘bij of krachtens’)
(art. 10:15 Awb). Delegatie kan niet geschieden aan ondergeschikten (art. 10:14 Awb).
Mandaat is het uitoefenen van de bevoegdheid namens het bestuursorgaan (art. 10:1 Awb,
art. 10:2 Awb). Voor mandaat is geen wettelijke grondslag vereist (art. 10:3 Awb). Mandaat
kan geschieden aan ondergeschikten en aan niet-ondergeschikten (art. 10:4 Awb).
Week 2: Bestuursorgaan
Is er sprake van een bestuursorgaan?
1. Is er sprake van een uitzondering ex. art. 1:1 lid 2 Awb?
● Zo ja, art. 1:1 lid 3 Awb.
● Zo nee, bij welke organisatie hoort de persoon of college?
2. Is dit een rechtspersoon krachtens publiekrecht ex. art. 2:1 BW?
● Zo ja, is er sprake van een orgaan?
○ Onderdeel van bestuur
○ Openbaar gezag
○ Zelfstandige positie
→ Conclusie: a-orgaan in de zin van art. 1:1 lid 1 sub a Awb.
● Zo nee, is er sprake van een rechtspersoon krachtens privaatrecht (art. 2:3
BW)?
○ Is er openbaar gezag?
■ Publieke bevoegdheid in wettelijk voorschrift
■ Financieel en inhoudelijk vereiste [Stichting bevordering
kwaliteit leefomgeving Schipholregio]
● Inhoudelijk vereiste: publieke partij bepaalt in
beslissende mate de inhoud.
● Financieel vereiste: in overwegende mate (⅔ of meer)
gefinancierd door een a-orgaan.
→ Conclusie:
● Zo ja, b-orgaan in de zin van art. 1:1 lid 1 sub b Awb.
● Zo nee, geen bestuursorgaan.
1
, Week 3: Aard van de bevoegdheid
De fasen van de bevoegdheidsuitoefening
1. Wet interpreteren: welke bevoegdheden heeft het bestuursorgaan?
2. Feiten vaststellen: wat zijn de feiten? [Kwantum/Venlo: feitenvaststelling wordt vol
getoetst]
3. Feiten kwalificeren
● Beoordelingsruimte: als de wet, als gevolg van het gebruik van vage
termen, het bestuursorgaan de ruimte biedt om in een concreet
geval te beoordelen of aan de voorwaarden voor
bevoegdheidsuitoefening is voldaan → volle toets!
● Beoordelingsvrijheid: als de wet expliciet of impliciet aan het
bestuursorgaan, met uitsluiting van ieder ander, de vrijheid biedt
om in een concreet geval zelfstandig te beoordelen of aan de
voorwaarden van bevoegdheidsuitoefening is voldaan → marginale
toets!
○ Expliciete beoordelingsvrijheid is te herkennen aan ‘naar oordeel van’,
‘ten genoegen van’, ‘acht noodzakelijk’.
○ Impliciete beoordelingsvrijheid is te herkennen aan ‘openbare orde’,
‘goede zeden’, ‘nationale veiligheid’.
4. Belangenafwegen
● Beleidsvrijheid: als de wet, als aan de bevoegdheidscriteria is
voldaan, aan het bestuursorgaan de vrijheid biedt om in een
concreet geval, na afweging van betrokken belangen, te bepalen of
en/of hoe het de bevoegdheid uitoefent → marginale toets!
○ Of-beleidsvrijheid is te herkennen aan ‘kan’, ‘kunnen’.
○ Hoe-beleidsvrijheid is te herkennen aan ‘voorschriften’,
‘gedragsaanwijzingen’.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtenstudentje050. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.