100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoofdlijnen Nederlands Recht 1, 2, 3, 4 samenvatting $3.21
Add to cart

Summary

Hoofdlijnen Nederlands Recht 1, 2, 3, 4 samenvatting

 250 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van de hoofdstukken 1, 2, 3, 4 van het boek Hoofdlijnen Nederlands Recht

Preview 3 out of 15  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1, 2, 3, 4
  • September 11, 2014
  • 15
  • 2012/2013
  • Summary
avatar-seller
Juridische verantwoording

Hoofdstuk 1
Recht heeft vier functies:

1. Normatieve functie
 Gedragsregels die moeten worden nageleefd. Ethische en rechtsnormen.
2. Geschil oplossende functie
 Oordeel of iemand wel of niet moet worden gestraft en zo ja, op welke wijze en langs welke
procedure.
3. Additionele functie
 Biedt een rechtsregel als partijen vergeten zijn op een bepaald punt afspraken te maken.
Hebben zij dit wel gedaan, dan wijkt daarvoor de wettelijke regeling.
4. Instrumentele functie
 De wetgever hakt op tal van onderwerpen de hak door: zo doen wij het en niet anders. Bijv.
verkeersrecht, dat er rechts gereden wordt.

Anarchie: er worden geen wetten gehanteerd of ze worden niet gehandhaafd.

Rechtsbronnen: waar het recht is te vinden.

Wij kennen vier rechtsbronnen:
1. De wet
2. Het verdrag
3. De jurisprudentie
4. De gewoonte

Wet
Privaatrecht (civiele- / burgerlijk recht): tussen burger en burger. Het privaatrecht valt uiteen in twee
deelgebieden: het personen- en familierecht en het vermogensrecht (maar kent ook het
ondernemingsrecht en burgerlijk procesrecht).

Personen- en familierecht regelt zaken als geboorte, huwelijk / geregistreerd partnerschap,
echtscheiding, adoptie, ondercuratelestelling en de regeling van het vermogen tussen echtgenoten.
Te vinden in BW boek 1.

Vermogensrecht bestaat uit alle op geld waardeerbare handelingen tussen burgers onderling
waaraan juridische gevolgen verbonden zijn. Te vinden in BW boek 3,5 en 6, buiten het BW ook in de
Pachtwet, de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen en de Colportagewet.

Het BW bestaat uit negen wetboeken:
1. Personen- en familierecht
2. Rechtspersonen
3. Vermogensrecht
4. Erfrecht
5. Zakelijke rechten
6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
7. Bijzondere overeenkomsten
8. Verkeersmiddelen en vervoer
10. Internationaal privaatrecht



1

,Ondernemingsrecht regelt alles wat betreft ondernemingen en bedrijven. Staat voor een groot deel
in boek 2.

Burgerlijk procesrecht bestaat uit de regels die op het voeren van juridische procedures op het
terrein van het privaatrecht van toepassing zijn.

Procederen: naar de rechter stappen om een geschil te laten beslechten.

Publieksrecht: tussen burger en de overheid (OM). Kent drie rechtsgebieden: straf-, staats- en
bestuurs(proces)recht.

Strafrecht: doormiddel van het OM wordt er actief opgetreden tegen teneinde sancties te eisen bij
overtreding van de normen. De staat bezit hierin een monopoliepositie.

Staatsrecht:
 Regelt de wijze waarop het Nederlandse staatsbestel wordt vormgegeven en de invloed die
de burgers daarop kunnen uitoefenen, bijv. via verkiezingen.
 Een belangrijke wet op dit gebied is de Grondwet. Hierin staat regelmatig dat de wetgever
een bepaalde materie nader moet regelen bij de wet.
 Wetten die op grond van een dergelijke opdracht tot stand komen noemt men organieke
wetten.

Bestuursrecht: heeft betrekking op de mogelijkheden die de overheid heeft om regulerend op te
treden ten aanzien van de maatschappij.
 Sinds 1994 is er de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in werking getreden.
 Als de overheid zich meer terugtrekt spreken we wel van privatisering en deregulering.

Wie zijn wetgever? Je maakt onderscheidt tussen wetgevers op centraal niveau en wetgevers op
decentraal niveau.

Wetgevers op centraal niveau is met name de nationale wetgever, die is samengesteld uit enerzijds
de regering en anderzijds de Staten-Generaal. -> Wet.

Wetgevers op decentraal niveau treffen we onder meer aan op provinciaal en gemeentelijk niveau.
-> Verordening.

Rangorde wetgeving:
1. Hogere regels gaan boven lagere regels.
2. Jong boven oud.
3. Bijzonder boven algemeen.
 Verdagen die in NL van toepassing zijn (EU verdrag)
 Grondwet
 Wetten in formele zin
 AMvB
 Ministeriële regelingen
 Provinciale verordeningen
 Gemeentelijke verordeningen




2

, Wet in formele zin is een wet die tot stand is gekomen op grond van samenwerking tussen regering
en Staten-Generaal, de nationale wetgever dus.
 Ieder product van deze wetgever wordt met uitsluiting van alle andere daden van wetgeving
een wet in formele zin genoemd.

Wet in materiële zin is ieder wetgevend besluit dat bestemd is voor een onbepaald aantal en dus niet
bij name genoemde personen.
 Op provinciaal en gemeentelijk niveau kunnen nooit wetten in formele zin worden
uitgevaardigd.

Verdrag: een afspraak, een overeenkomst, gesloten door twee of meer staten.
 Bilateraal verdrag: verdrag tussen twee landen.
 Multilateraal verdrag: meer dan twee staten bij een verdrag betrokken.

Jurisprudentie betekend rechtspraak. Recht wordt uitgesproken door een enkele rechter (unus) of
door een rechterlijk college. Hun beslissingen worden vonnissen, arresten of uitspraken genoemd.
 Een vonnis wordt gegeven door de rechtbank.
 Een arrest door een gerechtshof en de Hoge Raad.
 Voorwaarden is wel dat de procedure die uitmondt in een vonnis of arrest, door middel van
een dagvaarding is gestart.
 In een wets- of gedragsbepaling staan vaak woorden of zinsleden waarvan de betekenis niet
zonder meer vaststaat. Als er een rechter bij wordt gehaald zal hij uitleg geven hierover.
Deze uitleg wordt bron van recht en behoort tot de rechtsbron jurisprudentie.

Een rechter of een rechtscollege spreekt dus niet alleen recht, maar kan ook recht maken. De rechter
bezit een aantal hulpmiddelen bij het specificeren van de betekenis van een woord of zinsnede. Deze
hulpmiddelen worden interpretatiemethoden genoemd. We noemen de volgende:

1. Grammaticale interpretatiemethode
 De rechter knoopt bij de uitleg van een woord aan bij de betekenis die het heeft in het
alledaagse spraakgebruik.
2. Wetshistorische interpretatiemethode
 De rechter beroept zich op een passage uit de parlementaire geschiedenis van de
betreffende wet. Wanneer een woord of zinsnede onduidelijk is, kan de rechter de
parlementaire stukken raadplegen teneinde na te gaan wat de wetgever over het artikel
waarin de onduidelijkheid staat, heeft betoogd.
3. Anticiperende interpretatiemethode
 De rechter baseert zich in dit geval op toekomstig recht, op bijna-recht dus.
4. Rechtsvergelijkende interpretatiemethode
 De rechter verwijst naar een uitleg van een woord of zinsnede zoals die in het buitenland
gegeven wordt.
5. Systematische interpretatiemethode
 De rechter legt een woord of zinsnede uit een wettelijke bepaling uit aan de hand van de
regeling waarvan die bepaling onderdeel uitmaakt.
6. Teleologische interpretatiemethode
 De rechter doet een beroep op de bedoeling die de wetgever met de regeling heeft gehad.




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nccky. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

54879 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added