Samenvatting Hoofdstuk 12 van Biology a Global Approach 11th edition
Samenvatting Hoofdstuk 8 van Biology a Global Approach 11th edition
Samenvatting Hoofdstuk 7 van Biology a Global Apprach 11th edition
All for this textbook (58)
Written for
HAS Den Bosch (HAS)
Toegepaste Biologie
PGO
All documents for this subject (86)
Seller
Follow
beckerslara
Reviews received
Content preview
PGO Taak 4: Dat gaat de natuur in.
Hoofdvraag:
Welke invloed hebben voedingsstoffen op bodem en vegetatie?
Deelvragen:
1. Wat zijn de hoofd- en spoorelementen? + (functie voor de plant)(voorkomen in plant
en bodem, redoxreactie uitleggen).
2. Wat heeft de grondsoort voor invloed op de beschikbaarheid van voedingsstoffen?
(zand en klei).
3. Wat is de kringloop van fosfor?
4. Wat is de kringloop van stikstof?
5. Wat is de verstoring van kringlopen in relatie tot eutrofiëring?
6. Voorbeelden van gebrek verschijnselen in de plant (opname).
Vraag 1:Wat zijn de hoofd- en spoorelementen? +(functie voor de plant)
(voorkomen in plant en bodem, redoxreactie uitleggen).
Een plant heeft bepaalde
elementen nodig om te
kunnen overleven. Een plant
groeit doordat er organische
verbindingen, als
koolhydraten, eiwitten, vetten,
oliën en organische zuren
worden aangemaakt. Daarvoor
zijn naast de
fotosyntheseproducten ook
elementaire anorganische
stoffen nodig, dit zijn de
voedingselementen. Deze
elementen worden
onderverdeel in hoofd- en
sporenelementen. De
fotosynthese producten zijn
koolstof (C), waterstof (H) en zuurstof (O). de hoofdelementen zijn stikstof (N), fosfor (P), kalium (K),
magnesium (Mg), calcium (Ca) en zwavel (S). De spoorelementen van de plant zijn ijzer (Fe), borium
(B), mangaan (Mn), zink (Zn), koper (Cu) en molybdeen (Mo). Er zijn ook bepaalde elementen wel in
de plant aanwezig, maar deze niet noodzakelijk voor het overleven van de plant. Dit zijn natrium
(Na), chloor (Cl), aluminium (Al) en silicium (Si).
Stikstof (N) is een hoofdelement en is van groot belang bij de vorming van eiwitten, bladgroen en
organische verbindingen. Dit is ook het meest benodigde element in de plant. Deze organische
verbindingen zijn aminozuren, nucleïnezuren, fosfatiden, enzymen en het groeihormoon. Dit element
zorgt voor een snelle groei bij de bovengrondse delen van de plant, dit zorgt dan voor grote en veel
, bladeren. Ook zorgt het voor een (donker)groene kleur van de bladeren en stengels. Een gebrek van
stikstof is te herkennen aan de afnemende groei en een lichter wordende kleur van de bladeren. Deze
symptomen zijn als eerst te zien in de oudere bladeren. Nadelen van stikstof zijn dat door de
overmaat van dit element er veel grote cellen worden aangemaakt, maar dat deze dan dunne
celwanden hebben. Dit leidt weer tot zwakke cellen. Stikstof zorgt voor een snelle groei van de plant,
maar dit kan weer leiden tot uitputting van de energie opslag in de plant.
Stikstof wordt door de plant het meeste als nitraat (NO3-) of als ammonium (NH4+) opgenomen. Of
de plant de stikstof die nodig is via nitraat of ammonium opneemt hangt af van verschillende
factoren. Dit zijn de gebruikte meststof, de wijze en het tijdstip van toediening, de temperatuur en
de bodemgesteldheid (microbiële activiteit). De opname van NO3- stimuleert de kationen opname,
dit is de opname van positieve ionen. Terwijl NH4+ een antagonistische invloed op de andere
kationen kan hebben, dit houdt in dat NH4+ de andere kantionen verdringt bij de wortels. In de
bodem komt stikstof in drie vormen voor: in organische verbindingen, als ammonium (NH4+) en als
nitraat (NO3-). Organische stof wordt na een bepaalde tijd in de bodem omgezet in organische
stikstofverbindingen en ammonium. Een deel gaat verloren in de lucht, het andere deel vindt de
omzetting in nitraat plaats. Deze omzetting wordt veroorzaakt door micro-organisme (nitrificatie). Dit
nitraat kan weer door de plant worden opgenomen.
Fosfor (P) is een onmisbaar voedingselement voor groei en reproductie van erfelijke eigenschappen
(DNA). Dit element is een hoofdelement. Fosfor komt voor in aminozuren en nucleïnezuren. Deze
stof is ook belangrijk bij de energieoverdracht in stofwisselingsreactie, in de vorm van ATP. Fosfaat
bevordert een goede wortelontwikkeling, daardoor ook een goede groei en uitstoeling. Planten met
een beginnend fosfaat gebrek zijn niet snel te herkennen. Dit komt omdat het uiterlijk er vaak niet
gebrekkig uitziet. De bladeren krijgen een donkergroene kleur. Bij een sterker gebrek treden er
sterfte-verschijnselen op. Dit zal het eerst te zien zijn bij de oudere bladeren. Een overmaat van
fosfaat zal niet snel tot problemen leiden bij de plant. Een overmaat zal namelijk in de bodem slaan.
Fosfor wordt door de plant opgenomen in de vorm van het anorganische fosfaat, als H2PO4-. In
plantencellen wordt deze stof snel ingebouwd in organische verbindingen. in voedingsoplossingen
zijn lage concentraties van deze stof al hoog genoeg voor een optimale fosfaatvoorziening. in
natuurlijke bodems is een groot reservoir aan fosfaat aanwezig, dit is alleen lang niet allemaal
beschikbaar voor de plant. Dit is namelijk afhankelijk van de pH . Op zure gronden treedt vaak een
fosfaat gebrek op door een aluminiumovermaat. Dit kan verholpen worden door de bodem te
bekalken, hierdoor zal de pH stijgen en zal de bodem minder zuur worden. Voor de optimale
beschikbaarheid is een pH waarde tussen de 6 en 6,5 gewenst. Wanneer er geen aluminium en ijzer
in de bodem zitten, spoelt een overmaat aan fosfaat snel weg. Dit komt dan in oppervlakten wateren
terecht, wat weer voor eutrofiëring zorgt (groene algengroei).
Kalium (K) is ook een hoofdelement voor de plant. Planten nemen kalium op in de vorm van K+.
Kalium is vanwege de positieve lading belangrijk bij veel processen in de plant. Deze processen zijn:
osmotische processen, processen waarbij elektrische lading een rol speelt en een van de meest
bekende functie is het sluiten en weer opnemen van de huidmondjes (opname CO2 en afgifte H2O
en O2. Kalium draagt ook bij aan de strekkingsgroei van de plant, na de aanmaak van cel onderdelen
en celwandmateriaal kan door osmose wateropname plaatsvinden en kan de cel zich tot de
uiteindelijke grote strekken. Meer dan 50 enzymen hebben kalium nodig om goed te kunnen
functioneren. Dit element speelt dus een belangrijke rol bij de assimilatie van de plant, het transport
van voedingszouten en de regulatie van de waterhuishouding. Bij een gebrek aan kalium kunnen de
huidmondjes niet meer open, dit zorgt weer voor verbrande randen aan de bladeren. Ook hebben
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller beckerslara. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.