De diagnostische cyclus – De Bruyn
Hoofdstuk 1 – Inleiding
1.2 De noodzaak van opleiding
Ongewapend oordeel: diagnosticus spreekt oordelen uit zonder expliciet een beroep te doen op methodologische principes of
systematische procedures die kunnen voorkomen dat er fouten en onterechte vertekeningen in het oordeel optreden.
Drie belangrijke ontwikkelingen
1. Onderzoek naar kwaliteit van ongewapende oordeel
o Leidt tot tekorten en vertekeningen
2. Ontwikkelingen in besliskunde
o Op rationeel verantwoorde wijze beslissingen nemen
3. Ontwikkelen van prescriptieve kaders t.b.v. de professionele diagnostiek
o Identiteit van beroepsactiviteit tot uitdrukking, duidelijke visie op wat wel en niet voldoet aan eisen; heuristische
procedures die aan diagnostisch proces in praktijk sturing geven
1.3 Pretenties en beperkingen
Betrekking op besluitvormingsaspect van diagnostiek. Diagnosticus afhankelijk van kwaliteit van hulpmiddelen:
- Inhoudelijke theorieën over het ontstaan en in stand blijven van probleemgedrag
- Kennis over normale en afwijkende ontwikkelingspatronen
- Instrumenten en technieken om gedragsverschijnselen in kaart te brengen
- Statistische en psychometrische technieken om gegevens te verwerken
Gedisciplineerde vakbeoefening: handelen van diagnosticus verloopt volgens regels die door hem zelf geëxpliciteerd kunnen
worden. Hierdoor wordt handelen transparant en kan het aan toetsing worden onderworpen.
Empirisch-analytische aanpak
Hoofdstuk 2 – Uitgangspunten
2.1 Wetenschappelijke diagnostiek
Wetenschappelijke diagnostiek: algemene menselijke grondstructuur van probleemoplossend omgaan met persoonlijkheids- en
gedragsproblemen ondersteunen met wetenschappelijk-empirische kennis
- Empirische benadering: veronderstellingen over werkelijkheid van feiten kunnen ook door anderen getoetst worden
Eisen aan wetenschappelijk handelen van diagnostiek: enerzijds toepassingsgebied van gedragswetenschap en anderzijds
onderdeel van hulpverlening. In praktijk kan lang niet altijd aan eisen voldoen, maar eis van transparantie wel toepassen.
Van Strien (1984): verwetenschappelijking van diagnostische praktijk: diagnosticus is wetenschappelijker indien hij…
- explicieter werkt met theorieën en de verschillende theorieniveaus duidelijker met elkaar in verband brengt
- er zich bewust rekenschap van geeft in welke gevallen hij wel en in welke gevallen hij niet voor een bepaalde theorie
kiest
- duidelijker de denkstappen vastlegt die geleid hebben tot het advies
- onderzoek doet naar de waarde van theorieën voor de problemen waar ze betrekking op hebben en naar het effect van
ingrepen
- de resultaten van het eigen werkt uitwisselt met collega’s
Proberen dit in praktijk te brengen foutenbronnen controleren
2.2 Verschillende foutenbronnen
Theoretische, methodologische, instrumentele en ervaringskennis van diagnosticus fungeren als inspiratiebron voor denkproces
geen kant en klare oplossingen. Sprake van oordelen en beslissen in onzekerheid.
Belangrijke bronnen voor onderzoek voor diagnostische praktijk:
1. Onderzoeken naar wijze waarop mensen met kansen en waarschijnlijkheden omgaan
o Is het ontwikkelingsafwijkend of kan het ook gezond gedrag vertonen (separatieangst); zoektocht in literatuur
o Moeite om kansen logisch-statistisch te verantwoorden
2. Onderzoeken naar vuistregels en heuristieken die mensen doorgaans geneigd zijn te volgen
o Zoekstrategieën die tot oplossingen kunnen leiden
o Vaak afgaan op beschikbaarheidsheuristiek: is het herkenbaar, kan je je erin verplaatsen?
o Vooral informatie opzoeken die eigen opvatting ondersteunt
3. Onderzoeken naar de kwaliteit van professionele diagnostiek
o Fouten en vertekeningen bij professionele diagnosticus komen in elke fase van diagnostische besluitvorming
naar voren: daarom kwaliteiten van eigen besluitvorming kritisch evalueren
, 2.3 Besliskundige ondersteuning
Beslissingsprobleem: keuzeprobleem waarbij verschillende opties verschillende consequenties kunnen hebben met betrekking
tot het doel. Kansen die beslisser inschat niet te maken met toevalsberekening, maar met mogelijkheid dat bepaalde positieve
of negatieve gevolgen optreden logica van kansberekening om uitkomsten vast te stellen
Beschrijvend: nagaan hoe oordelen en beslissen feitelijk verloopt, niet hoe het zou moeten gaan
- Soms ook verklarend
Normatieve belissingstheorie: hoe beslisser formeel te werk zou moeten gaan o.b.v. aantal rationele axioma’s
Toegepast in besliskunde: verzameling van modellen en procedures die aangeven heo de beslisser in de verschillende
stappen van het beslissingsproces het best kan handelen met het oog op het te bereiken doel
Diagnostische beslissingsproces: proces waarin opties en consequenties geformuleerd en geëvalueerd worden
- Technieken en procedures uit besliskunde als ondersteuning
Prescriptieve diagnostiek
Prescriptief opvatten in methodologische-heuristische zin. Volgen van voorschriften op lange termijn verhoogt de kans op het
leveren van en bijdrage aan de oplossing.
- Fundering van methodologische voorschriften niet empirisch maar logisch-theoretisch; regels fungeren als normen
waarnaar kwaliteit van onderzoekshandelen wordt afgemeten
Normatieve diagnostiek: tak van methodologie die zich bezighoudt met het funderen, formuleren en onderzoeken van
diagnostische regels en procedures
- Wat is feitelijk een diagnose? Is het mogelijk en redelijk voorschriften voor de diagnosticus te formuleren? In hoeverre
kan het diagnostische proces door deze voorschriften gereguleerd worden?
Spreken van prescriptief i.p.v. normatief:
1. Normatief heeft algoritmische i.p.v. heuristieke betekenis
2. Normatief heeft algoritmische betekenis in besliskunde (axioma’s); niet werkend in situaties in klinische diagnostiek
3. In besliskunde stemmen om ‘prescriptief’ te gebruiken voor beslissingsondersteuning in complexe, naturalistische
situaties; heeft brede richtgevende heuristische connotatie
Prescriptieve diagnostiek ook wel leer van diagnostiek.
- Fundering van spelregels wordt gezocht in het analyseren en blootleggen van de grondkenmerken van het
professionele diagnostische proces
- Hoe kan diagnosticus het best het diagnostisch proces vorm geven, gegeven deze grondkenmerken?
De Groot (1961): grondtoon voor ontwikkeling in prescriptieve diagnostiek met empirische cyclus: grondstructuur van
wetenschappelijk handelen genereren en toetsen van hypothesen
Modellen niet uitgewerkt tot concrete voorschriften en regels, maar conceptuele ordeningskaders.
Diagnostiek als open systeem: methodologisch gedisciplineerd wikken en wegen en creatief inzetten van kennis en methoden in
confrontatie met cliënt
Hoofdstuk 3 – De diagnostische cyclus
3.1 Van hulpvraag tot cyclus
3.1.1 Hulpvraag, vraagstelling, onderzoeksvraag en type diagnostisch onderzoek
Diagnostische proces start na aanmelding van cliënt met één of meerdere hulpvragen. Maar; niet elke hulpvraag is ook een
diagnostische hulpvraag en hoeft dus tot verder diagnostisch handelen te leiden.
- Diagnosticus vat hulpvraag op als onderzoeksvraag verbinding tussen type vraagstelling en type onderzoek
C is cliënt; D is diagnosticus
Hulpvraag (C) type diagnostische hulpvraag (D) type vraagstelling (C en D) type onderzoek (D).
Diagnosticus filtert de aanvankelijke hulpvragen uit tot diagnostische hulpvragen.
Protoype diagnostische hulpvraag Type vraagstelling Type onderzoek Code
Hoe moet ik verwoorden wat ik t.o.v. mij/dit kind ervaar? Verheldering Verhelderend VHD
Wat is er met mij/dit kind aan de hand? Onderkenning Onderkennend ODK
Waarom is dit met mij/dit kind aan de hand? Verklaring Verklarend VKR
Hoe kan ik/dit kind het best geholpen worden? Indicatie Indicerend IDC
3.1.2 Diagnostische hulpvraag en diagnostisch scenario
Vaak meerdere (type) hulpvragen; combinatie van vragen gepaard met combinatie van onderzoekstypen.
- Doel: optimaal antwoord geven op vraag van cliënt
Belangrijk rekening te houden met volgorde: onderkenning voorafgaand aan indicatie
Diagnostisch scenario: geordende sequentie van hulpvragen; volgorde niet neutraal of willekeurig:
1. Verhelderend: hoe is het te verwoorden klachtanalyse (KA)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller alruiter20. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.84. You're not tied to anything after your purchase.