100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Clinical Psychology: Normal or Abnormal? (FSWP1-060-A) - samenvatting blok 16 stephan pronk $6.98
Add to cart

Summary

Clinical Psychology: Normal or Abnormal? (FSWP1-060-A) - samenvatting blok 16 stephan pronk

 19 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Clinical Psychology: Normal or Abnormal? (FSWP1-060-A) - samenvatting blok 16 stephan pronk

Preview 4 out of 81  pages

  • March 12, 2021
  • 81
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
lOMoARcPSD|383 406 3




Blok 1.6

Probleem 1: Normaal of Abnormaal?

Abnormaal?

Mensen beoordelen het verschil tussen abnormaal en normaal aan de hand van zeven
elementen. Hoe meer er aanwezig zijn en hoe duidelijker ze aanwezig zijn bepaald de mate
in hoeverre we zeker kunnen zijn dat een persoon of bepaald gedrag abnormaal is:

 Persoonlijk lijden de context waarin geleden wordt is belangrijk. Mensen huilen vaak bij het verlies
van een partner, echter is dit normaal.
 De (dis)functionaliteit van het gedrag als het individuele welzijn (werken en relaties
onderhouden) wordt belemmerd door disfunctioneel gedrag, wordt dit gezien als abnormaal. De
persoon in kwestie is niet meer in staat zijn persoonlijke doelen te bereiken door disfunctioneel
gedrag.
 Irrationeel/ onbegrijpelijk gedrag gedrag dat betekenisloos lijkt wordt gezien als abnormaal.
Vooral mensen met verstoorde denkpatronen, zoals schizofrene, worden als abnormaal beschouwd.
 Onvoorspelbaarheid en verlies van controle mensen zien consistentie en controle als
normaal. Men wil gedrag kunnen voorspellen om zo het gevoel van controle te hebben, als dit
niet lukt wordt men angstig en beoordeelt het gedrag als abnormaal.
We oordelen of gedrag uit controle is aan de hand van twee voorwaarden:
− Als regels die normaal gesproken het gedrag sturen van een persoon plotseling niet meer
van toepassing zijn.
− Als men niet weet wat de oorzaak van een bepaalde actie is.
 Opvallend en onconventioneel gedrag men beoordeelt gedrag op basis van het eigen
gedrag. Als jij het niet zou doen, maar een ander wel, dan beschouw je dat als abnormaal. Verder
wordt gedrag dat ‘zeldzaam’ en sociaal ongewenst is, ook beoordeelt als abnormaal.
 Gedrag dat een onbehagelijk gevoel bij anderen teweeg brengt elke cultuur bevat
regel die niet letterlijk op papier zijn gezet; ze zijn impliciet, maar wel duidelijk voor iedereen
aanwezig. Als zo’n regel overtreden wordt ervaart iemand een gevoel van ongemakkelijkheid =
observer discomfort.
 Overtreding van de normen op basis van morele standaarden en geïdealiseerde normen
maakt men een onderscheidt tussen normaal en abnormaal gedrag. Gedrag dat niet voldoet aan
iemands persoonlijke normen en waarden wordt als abnormaal gezien.

, lOMoARcPSD|383 406 3




DSM-IV-TR definitie van mentale stoornissen

Definiërende kenmerken:
A. Een gedrags- of psychologisch syndroom dat samengaat met:
1. actueel lijden, of:
2. onvermogen (= te kort schieten op een of meer belangrijke gebieden van het
functioneren) of met
3. een significant toegenomen risico om dood te gaan, pijn te lijden of
de persoonlijke vrijheid
te verliezen.
B. Uitsluitende omstandigheden. Het syndroom moet niet louter:
1. een te verwachten en cultureel aanvaarde reactie zijn op een
bepaalde gebeurtenis (bijv. rouw na dood)
2. bestaan uit ‘deviant’ gedrag (= acties van politieke, religieuze of
seksuele minderheden)
3. uitvloeisel zijn van conflicten tussen individu en de maatschappij
(bijv. uitdrukking van individualiteit, provoceren, etc.)


 In deze definitie ligt nadruk op nadelige gevolgen die een gedrags- of psychologisch syndroom
voor betrokkene kan hebben.
 Mentale stoornissen worden gedefinieerd door clusters van disfunctionele gedragingen, die
samengaan met persoonlijk lijden of met functioneerverslechtering.
 In DSM worden de mensen niet geclassificeerd, maar de stoornissen.


Modellen ‘normaal of abnormaal’?

Statistisch model

 Uitgangspunt is dat menselijke eigenschappen ongeveer normaal verdeeld zijn.
 Bij extreem hoge of lage score gedrag abnormaal.
 Problemen:
a) Waar ligt precies de grens tussen normaal en abnormaal?
(bijv. tussen gemiddeld-hoog of tussen hoog-zeer hoog?)
b) Oltmanns & Emery, 2006: Hoe ongewoon moet gedrag zijn om het
abnormaal te noemen? De ene stoornis is in statistisch opzicht abnormaler
dan andere. (bv. transseksualiteit komt minder voor dan depressiviteit)
c) Statistisch model maakt geen onderscheidt tussen individueel lijden, en
afwijkingen waarvoor dat niet geldt. Veel statistisch uitzonderlijke
gedragingen of eigenschappen zijn niet pathologisch. (bijv. extreem hoge
score op IQ, extreem lage angst, lengte, spraakzaamheid)
 Dit model biedt aanknopingspunten tussen grens normaal/abnormaal, als er normaalverdeling is
van de eigenschap en als de aanwezigheid van de eigenschap pijnlijk is voor het individu en ook
nadelige gevolgen heeft voor persoonlijk functioneren. Bezwaarlijk is dat grens tussen
normaal/abnormaal arbitrair is en dit model specificeert niet hoe ongewoon het gedrag moet zijn.
Ook kunnen extreme scores ten onrechte als pathologisch worden aangeduid.

, lOMoARcPSD|383 406 3




Medisch of ziektemodel

 Oorzaken psychische stoornissen liggen in onderliggende mechanismen (die kunnen somatogeen
of psychogeen zijn)
 Somatogeen: Lichamelijke aandoening ligt aan psychische stoornis ten grondslag
(bijv. algemene verlamming of syfilisinfectie)
Psychogeen: Psychologisch mechanisme ligt ten grondslag aan stoornis
(psychoanalytici beweren bijv. innerlijke conflicten)
 Psychische stoornissen zijn volgens aanhangers vergelijkbaar met somatische ziektes en dus het
beste te verhelpen door onderliggende mechanismen te bestrijden
 Model goed verdedigbaar. Vooral voor psychosen die ontstaan door neurologische defecten of
voor dementie van alzheimertype (ontstaat door uitval van hersencellen).
 Kritiek door ‘psychoeducational movement’ en vanuit antipsychiatrie: Inbreng van de patiënt bij het
bepalen van therapie is gering. Zijn rol is afhankelijke: hij wordt beter gemaakt, genezen.
Uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de keuze van therapie ligt bij therapeut.

Abnormaliteit / ziekte Diagnose, gesteld door Therapeut, gekozen en Genezing van de
bij patient therapeut uitgevoerd door patiënt
therapeut; patiënt
speelt passieve rol



 Kritiek (vd Molen, Authier et al.)
- Bij veel psychische stoornissen nog geen onderliggend mechanisme is gevonden,
zodat het twijfelachtig is of er gesproken kan worden over een ziekte. Is term
‘genezing’ wel op zijn plaats?
- Begrippen als ‘ziekte’ en ‘therapie’ werken stigmatiserend. (“eens een gek, altijd een
gek”) Moeilijk om van het etiket af te komen. Daarom zoeken sommige mensen ook
geen hulp.
 Medisch model biedt wel aanknopingspunten voor grens tussen normaal/abnormaal, maar alleen als
aan psychische stoornis somatische aandoening ten grondslag ligt. Bij sommige stoornissen zijn
onderliggende mechanismen niet duidelijk aantoonbaar. Bij andere stoornissen is er eerder sprake
van afwijkingen van psychosociale of ethische normen dan van medische afwijkingen. En soms leidt
medisch model tot stigmatisering, wat moeilijk terug te draaien is.

, lOMoARcPSD|383 406 3




Leer- of onderwijsmodel

• Voornamelijk voor stoornissen waaraan geen duidelijke organische oorzaken ten grondslag liggen.
Betere verklaring is dat stoornissen zijn ontstaan door verkeerd verlopen leerprocessen

Persoonlijk probleem Bepaling van het Uitvoering van Vermindering van het
van de leerling leerdoel in overleg onderwijsprogramma probleem van de
tussen leerling en ontwikkeld door leerling
leraar leraar; leerling past
aangereikte kennis en
vaardigheden toe om
het probleem te
verminderen

• Uitgangssituatie wordt niet beschreven als ziekte of abnormaliteit, maar als persoonlijk
probleem. Geen diagnose, maar het bepalen van leerdoel. Diagnostiek wordt niet in termen van
stoornissen geformuleerd, maar als (vaardigheids-)tekorten.
• Redenen om dit model boven medisch model te prefereren:
1) Alle nadelige bijbetekenissen van medisch model worden vermeden.
Kleinere kans op stigmatisering.
2) Dit model doet meer recht aan eigen verantwoordelijkheid van mensen
met persoonlijk probleem. Leerling krijgt actievere inbreng dan een patiënt.
3) Gebruik van onderwijs terminologie doet meer recht aan datgene wat
daadwerkelijk plaats vindt bij psychologische hulpverlening ,voor zover het
gaat om hulp aan mensen die nog als verantwoordelijk voor zichzelf en dus
als ‘aanspreekbaar’ kunnen worden beschouwd.
• Leer- of onderwijs model is reactie op medisch model. Voordelen zijn dat stigmatiserende
bijbetekenissen worden vermeden en meer recht doet aan persoonlijke verantwoordelijkheid van
mensen met psychische problemen. Beperking van dit model is dat het voornamelijk bruikbaar is
wanneer die verantwoordelijkheid inderdaad nog aanwezig is. Als dat niet (meer) het geval is, verdient
medisch model de voorkeur.



Criteria om abnormaliteit te definiëren

Cultureel relativisme
− Er is geen universele norm/regel voor het bepalen van abnormaal gedrag
− Gedrag kan alleen relatief abnormaal zijn, vergeleken met culturele normen
− Er zijn verschillende abnormaliteiten over verschillende culturen, Dit gaat ook op voor
verschillen tussen tijden binnen een cultuur.

Nadelen:
o Gevaar dreigt als de maatschappelijke norm de macht heeft om te bepalen wat abnormaal is. Sociale
repressie/onderdrukking.
o Szasz in de geschiedenis zijn velen indviduen en groepen als abnormaal gelabeld zodat ze met een
‘reden’ controleerbaar/stil konden worden gehouden.
o Gender role expectations: Gedrag wat we van een sekse verwachten wordt als normaal gezien. Echter
is het gedrag niet ‘passen’d dan is dat abnormaal (bv. agressieve vrouwen, huilende mannen).

Ongebruikelijkheid (unusualness)
− Zeldzaam of ongebruikelijk gedrag wordt gezien als abnormaal.
− De ongebruikelijkheid hangt af van de norm voor dat gedrag in een cultuur.

Nadelen:
o Subjectiviteit: iemand moet vaststellen hoe ‘ongewoon’ iets is.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller summaryking. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.98
  • (0)
Add to cart
Added