Hoofdstuk 10: Verwantschap als principe van groepsvorming
Kinship is al langere tijd een interessant onderwerp voor antropologen. Cross-cultureel
onderzoek wijst uit dat de sociale constructie van kinship (verwantschap) enorm divers is.
Verwantschap structuren/systemen zijn van belang om te bestuderen, omdat deze systemen
belangrijk zijn voor de mensen die bestudeerd worden.
Een groot verspreidde vorm van kin groups, de nucleaire familie. De nucleaire familie
bestaat uit ouders en kinderen, die vaak samenwonen. Een andere vorm van kin group is de
extended familie, deze groep bevat 3 of meer generaties (oma, mama, kind). Descent groups
bevatten mensen met gedeelde voorouders, deze groepen zijn vaak verdeeld over meerdere
dorpen/landen om incest te voorkomen.
Nucleaire and extended families:
De meeste mensen behoren tot 2 verschillende nucleaire families in hun leven, vaak in een
geboren en een gesticht. Antropologen maken onderscheid in deze nucleaire familie als
family of orientatie (geboren/opgegroeid, met relaties met ouders/siblings) en family of
procreation (gesticht, met relaties met partner/kinderen).
In de meeste samenlevingen hebben de relaties met nucleaire familie voorrang op
andere kin groepen. Nucleaire families zijn veel voorkomend, maar zijn niet overal. Ook de
toegekende waarde aan nucleaire families is afhankelijk van de cultuur/samenleving. In
sommige samenlevingen vervullen extended family en descent groups taken die anders aan
de nucleaire familie wordt toegeschreven.
Voorbeeld:
In moslimfamilies in Bosnië hebben extended familie de meest belangrijke kin positie. Je
woont daar in een zadruga, wat een familiegroep is met de ouderen aan het hoofd. Hierin zijn
ook (aangetrouwde) externe individuen opgenomen. De meeste sociale interactie vindt plaats
op basis van gender, en niet relatie tot elkaar. Vrouwen met vrouwen ipv vrouwen met
kinderen. Alle kinderen moeten hetzelfde behandeld worden, je kan wel een sterkere relatie
hebben met je eigen kind, maar je neefjes/nichtjes moet je hetzelfde behandelen. Hierbij
overschaduwd de extended familie de nucleaire familie.
Een ander voorbeeld is de tarawad (een wooncomplex met meerdere huizen, templels,
tuinen etc.) voor extended families in India. Tarawad’s worden gestuurd door vrouwen, met
behulp van broers en huisvesten de vrouw haar siblings, kinderen, haar zus kinderen en
andere matrilineal famlie. Verwantschap structuren worden teruggetrokken door de
vrouwelijk lijn (matrilineal verwachtschapstructuren). Mannen en vrouwen wonen in
gescheiden tarawad’s. Vrouwen kunnen meerdere seksuele partners hebben en de
voorkomende kinderen zijn onderdeel van de moeders tarawad. De kinderen hebben daar geen
verwantschap met de biologische vader.
Industrialisatie en familieorganisatie:
Door industrialisatie en de mobiliteit die het met zich meebrengt, worden kin groepen
gefragmenteerd, (tot vaak nucleaire family). Banen en andere factoren bepalen vaak waar
mensen settelen, wat vaak niet bij de ouders is. Het settelen van een getrouwd koppel op een
andere plek dan waar de ouders wonen, heet neolocality. Neo staat voor nieuw en locality
voor locatie. Voor middel-klasse Amerikanen is het vaak een voorkeur en een norm om
ergens anders te settelen en een eigen familie op te bouwen.
,In lager-klasse Amerika is dit niet de norm. Vaak zijn de huishoudens daar expanded family
households (huishouden met meer verwanten daan het kerngezin) of zelfs extended family
huishoudens (meer dan 3 generaties verwanten). Een collateral household is een vorm van
expanded family met zussen/broers, partners en kinderen van dit koppel. Een matrifocal
household, heeft een vrouw aan het hoofd en omvat andere volwassen verwanten en
kinderen.
Lagere klasse hebben vaak minder economische middel om een goede leefomgeving te
creëren als onafhankelijke nucleaire family, waardoor ze kiezen om met relatives te gaan
samenwonen (gebruik als social security).
Verandering in Noord-Amerikaanse kinship (verwantschap):
In de huidige tijd van ‘moderne families’ is de nucleaire familie nog altijd geïdealiseerd. Toch
zijn er maar <20% van de families traditionele nucleaire families. Redenen hiervoor zijn de
toename van vrouwen in het werkveld, waardoor ze verwijderd zijn van de family of
orientation en het economisch aantrekkelijk is om niet te trouwen. 42% van de volwassenen
woont zonder partner, 28% woont helemaal alleen. Meer mensen wonen alleen dan er
nucleaire families zijn. Het percentage van gezinnen met beide biologische ouders is gedaald
naar 65%. Gezinnen met alleen de moeder zijn verdrievoudigd naar 23%, met alleen vader
verviervoudigd (4%) en zonder ouders verdrievoudigd (3%).
De kin attachments voor Noord-Amerikanen is kleiner in middel-klasse dan in niet-
geïndustrialiseerde personen. Hierdoor kennen we elkaar ook minder expliciet. Er hangt
minder waarde aan deze kinship, de meeste mensen die middel-klassers op een dag
zien/spreken zijn spouses en niet-relatives.
Wat is familie? Familie wordt in Amerika gedefinieerd als de relatie met
partner/kinderen. In Brazilie is familie de ouders, de sibslings, de oom/tante, de grootouders
en later de kinderen. Niet de partner dus, want die heeft z’n eigen familie. In Amerika wordt
ook gedacht dat de relatie tussen partners boven de relatie met ouders/grootouders etc. staat.
De familie onder verzamelaars:
Verzamelaar samenlevingen hadden wel de geografische mobiliteit die de industrialisering
ook meebracht. Bij verzamelaars was de nucleaire family niet de enige groep gebasseerd op
kinship verwantschappen ook de band. Verzamelaars doen niet aan neolocality. Ze voegen
zich toe aan een band, waarin de man of de vrouw relatives heeft. Koppels en families kunnen
zich wel vrij bewegen van de ene band naar de andere. Nucleaire families zijn bij
verzamelaars net zo inpermanent als in andere samenlevingen, wel zijn ze stabieler dan band
relaties. De banden waren ook niet jaarrond. In sommige jaargetijden (met voedselschaarste)
kwamen families tezamen om te jagen/verzamelen. Voornamelijk waren deze families
autonome, zelfvoorzienende, kleine families.
Descent:
In geindustraileerde en verzamelaar samenlevingen zijn nucleaire familie belangrijk. In niet-
geïndustrialiseerde boeren en herders zijn descent groepen de meest belangrijke vorm van
verwantschap. Descent groepen (gedeelde voorouders) zijn permanent in tegenstelling tot
nucleaire families. Mensen komen en gaan, maar de groep blijft voor generaties bestaan.
Descent groepen zijn vaak exogamisch/exogamie. Deelnemers van een descent groep
trouwen buiten de groep met iemand uit een andere descent groep. De groep waar je
levenslang toebehoord wordt bepaald vanaf de geboorte. In groepen met matrilineal descent
behoor je tot de moeders groep, hetzelfde geld voor patrilineal descent. Dit zijn voorbeelden
van unilineal descent, je kan tot een van de twee groepen behoren. Mensen van een descent
,groep geloven dat ze voorkomen uit een apical voorouder, die aan de top van de stamboom
staat (zoals adam/eva).
Lineages en clans zijn twee vormen van descent groepen. Clans zijn vaak groter dan lineages
en kunnen lineages bevatten. Een lineage is een descent groep gebaseerd op demonstrated
descent. Deelnemers kunnen demonstreren hoe ze afstammen van dezelfde voorouder (door
ze bijvoorbeeld op te noemen in elke generatie). Dit hoeft niet accuraat te zijn, maar
deelnemers denken dat wel. Clans demonsteren hun gedeelde voorouders niet, ze
claimen/beweren/stipulate eenzelfde voorouder te hebben, maar demonsteren niet. Een clan is
een descent groep gebasseerd op stipulated descent. Sommige samenlevingen kunnen beide
soorten bevatten. Door tot op bepaalde hoogte voorouders te kunnen benoemen en daarna
claimen. Sommige gedeelde voorouders hoeven niet mens te zijn, maar bijvoorbeeld dier
(totem).
Economische maatschappijen zoals tuinbouw, pastoralisme en agricultuur hebben vaak
descent group organisaties.
Lineages, clans en residentie regels:
Descent groep deelnemers hebben toegang tot landgoed van de lineage, waar sommige
moeten blijven wonen om van het landgoed te profiteren en te onderhouden door de
generaties heen. Hierdoor moeten descent groepen een deel van de deelnemers ‘thuis’ houden.
Een makkelijke manier om dit te doen is te bepalen wie tot welke descent groep hoort, en
waar ze moeten verblijven (neolocal, matrilocal, patrilocal). Parti- en matrilineal (biliteral,
door beide) descent zorgen ervoor dat minstens de helft (van alle koppels) binnen een
landgoed blijft. In partilineale structuren is het van belang dat partilocality plaatsvindt.
Hierdoor zijn de kinderen die uit het huwelijk voortkomen gebonden aan die descent groep en
landgoed en kunnen mannen hun rechten op het landgoed blijven uitoefenen. Ongeacht waar
iemand verblijft blijft hij/zij onderdeel van de geboorte originele descent groep (unilineal
descent).
Bij ambilineal descent staat dit niet vast vanaf geboorte/ levenslang. Mensen kunnen dit zelf
bepalen en kunnen deel zijn van meerdere descent groepen. Ambilineal descent groepen
sluiten ook niet meteen kinderen van zoon’s/dochters’ buiten, zoals unilineal descent groepen.
Sommige samenlevingen hebben zowel families als descent groepen. In matrilineal
structure samenlevingen kunnen de verplichtingen voor de family of procreation en de
descent groep nog wel eens botsen. Dit gebeurt vaker in matri- dan patrilineal strucuren. In
matrilineal samenlevingen worden verwantschappen teruggetrokken door de vrouwelijke lijn.
De mannen/broers hebben dus verantwoordelijkheid om zowel voor hun familie als de
vrouwen in hun descent groep te zorgen.
Kinship calculatie:
Antropologen zijn naast kinship structuren ook geinteresserd in kinship calculatie. Dit is de
manier waarop mensen relaties op basis van verwantschap herkennen en erover praten.
Kinship is sociaal geconstrueerd, hierdoor worden sommige geneological kin gezien als
relatives en sommige niet. Ook mensen die niet bloedverwant zijn kunnen worden gezien als
kin. Kinship classificatie is een systeem dat mensen in bepaalde samenlevingen gebruiken
om kinship relaties te identificeren, herkennen en te categoriseren.
Kin Terms en Genealogical kin types:
We maken onderscheidt tussen kin terms en genealogical kin types. Kin terms de
specifieke woorden die gebruikt worden voor verschillende relatives in een specifieke cultuur
en taal. Kin terms zijn culturele categorieën ipv biologisch. Genealogical kin types refereren
aan een daadwerkelijke biologische relatie. Vaders broer is een geneological kin type en
, ‘oom’ is een kin term die meerdere geneological relaties samenvoegt (vaders broer, moeders
broer, ‘bloed’ tante haar man). ‘opa/oma’, ‘tante’, ‘nicht’, en zelfs ‘vader’ (biologische, stief,
adoptive), dit zijn allemaal voorbeelden. Kin termen reflecteren de sociale constructie van
verwantschap in een bepaalde cultuur. Biliterale kinship betekend dat mensen de
verwachtschap structuren/relaties teruggetrokken door de mannelijke en vrouwelijke lijn als
evenwaardig/gelijk zien.
Kinship terminologie:
Mensen zien/definieren kin relaties op verschillende manieren in verschillende
samenlevingen. In elke cultuur wordt kinship terminologie gebruikt als classificatiesysteem
(taxonomy/typology). Het is een native taxonomie ontwikkeld over generaties heen door
mensen uit een bepaalde samenleving. Het classificatiesysteem is gebaseerd op hoe mensen
gelijkenissen/verschillen ervaren in de dingen die worden geclassificeerd.
Antropologen zijn erachter gekomen dat er een limiet is aan het aantal verschillende
gebruikte patronen/systemen voor classificatie van kin relaties. Verschillende talen/culturen
kunnen hetzelfde systeem gebruiken. Er zijn vier systemen waarmee geclassificeerd wordt:
- Lineal kinship terminologie: Vaak gebruikt in Canada, US. Hierbij is het nucleaire
gezin de belangrijkste groep waarom kinship is gebasseerd. Het onderscheid lineal en
collateral relatives. Lineal relatives zijn mensen die direct verbonden zijn met de
‘ego’ (persoon waaruit de stamboom teruggetrokken wordt). Ze hebben dus dezelfde
voorouder/afstamming, denk aan ouders, grootouders, kinderen, kleinkinderen.
Collateral relatives zijn alle andere relaties, denk aan siblings, neef/nicht, oom/tante.
Affinals zijn aangetrouwde verwante. M, F, FB=MB, MZ=FZ. Het is een bilateral
kinship calculatie. De kin ties worden gelijk door moeder en vader teruggetrokken.
- Bifurcate merging terminologie: moeders en vaders kant van de familie gescheiden
(Bifurcate) en termen samengevoegd (merging). Vaak gevonden in culturen met
unlineal descent groepen. Hier behoren de moeder en vader tot verschillende
descent groepen dus is de stamboom gescheiden. Moerder en tante (M= MZ)
worden als een gezien (matrilineal), net zoals vader/oom (F= FB) (patrilineal) omdat
ze dezelfde sociale taken vervullen (merging). Je hebt 4 parental kin terms M=MZ,
F=FB, MB, FZ.
- Generational terminologie: net zoals bifurcate merging kinship hebben ouders en
hun siblings dezelfde term. Het samenvoegen van de termen gaat wel anders
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauraslooff. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.41. You're not tied to anything after your purchase.