100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Alle kennisclips personen- en familierecht K3 $5.74   Add to cart

Class notes

Alle kennisclips personen- en familierecht K3

 16 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Alle uitwerkingen van alle hoorcolleges/kennisclips van personen- en familierecht week 1 t/m 6.

Preview 3 out of 27  pages

  • March 13, 2021
  • 27
  • 2020/2021
  • Class notes
  • U. heeffer
  • All classes
avatar-seller
Personen- en familierecht kennisclip – week 1
Gezinsleven en minderjarigheid

Bronnen Nederlandse personen- en familierecht
• De wet (met name boek 1 BW)
• Internationale verdragen (met name EVRM en IVRK)
• Jurisprudentie

Ordeningsinstituten (kapstokken) familierecht
In het familierecht worden een aantal rechtsfiguren onderscheiden waar rechten en plichten
aan gekoppeld worden.

1) Family life
Als er tussen twee personen sprake is van een band die we als family life in de zin van art. 8
EVRM kunnen bestempelen, dan kan dat in de relatie tussen die personen rechten en
plichten met zich meebrengen (bijv. recht op omgang).

→ Family life is een dynamisch begrip; het groeit mee met de maatschappelijke
opvattingen
→ Family life heeft ook betrekking tussen andere verwanten; grootouders en
kleinkinderen vallen ook onder het begrip
→ In Nederland wordt vaak de term ‘nauwe persoonlijke betrekking’ gebruikt i.p.v.
‘family life’

2) (Juridisch) ouderschap
Afstammingsrecht regelt wanneer iemand in juridisch opzicht als vader of moeder van een
kind kan worden beschouwd. Die juridische band tussen ouder en kind wordt
familierechtelijke betrekking genoemd. Als er sprake is van zo’n familierechtelijke betrekking,
zijn er ook weer bepaalde rechten en plichten aan verbonden.
 Meer over in week 2

3) Huwelijk en geregistreerd partnerschap
Als twee personen met elkaar gehuwd zijn of een geregistreerd partnerschap zijn
aangegaan, betekent dat ook weer dat er aan hun onderlinge relatie rechten en plichten aan
vastzitten. Zo zijn gehuwden en geregistreerde partner inhoudsplichtig.
 Meer over in week 3

4) Ouderlijk gezag en voogdij
Gezag impliceert onder andere zeggenschap over de opvoeding van het kind. Het is heel
belangrijk om de begrippen ouderschap en ouderlijk gezag uit elkaar te houden; aan beiden
kapstokken hangen andere rechten en plichten. Je kunt namelijk ouder zijn zonder gezag uit
te oefenen, maar je kan ook gezag uitoefenen zonder ouder te zijn.
 Meer over in week 4

Art. 8 EVRM: recht op eerbiediging van privé, familie- en gezinsleven

Lid 1: Een ieder heeft het recht op respect voor zijn privé leven, zijn familie- en gezinsleven,
zijn woning en zijn correspondentie

→ Het recht op privacy en het recht op eerbieding van de persoonlijke levenssfeer wordt
beschermd. Maar ook het recht op family life wordt beschermd, oftewel het recht op
eerbiediging van familie- en gezinsleven. De vraag is natuurlijk in welke gevallen er
sprake kan zijn van familie- en gezinsleven.

,Lid 2: Geen inmenging van enig openbaar gezag, is toegestaan in de uitoefening van dit
recht, dan voor zover bij wet is voorzien en in een democratische samenleving
noodzakelijk is in het belang van:

- De nationale veiligheid
- De openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land
- Het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten
- De bescherming van de gezondheid of de goede zeden of
- Voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen

→ Grondrechten en mensenrechten zijn nooit absoluut, maar kunnen botsen met
andere grondrechten of mensenrechten. In zo’n geval moeten ze tegenover elkaar
worden afgewogen. De beperkingscriteria zien we in het tweede lid terug. Het is ook
logisch dat in sommige gevallen inmenging door de lidstaat mag plaatsvinden in de
uitoefening van gezinsleven. Er moet een wettelijke basis voor deze inmenging zijn,
en er moet een noodzaak tot die inmenging aanwezig zijn.


Doorwerking EVRM in Nederlandse rechtsorde

 Rechtstreekse werking: art. 93 GW
Dit artikel bepaalt dat verdragsbepalingen eenieder-verbindend kunnen zijn (bijv. art.
8 EVRM)

 Voorrang boven nationaal recht: art. 94 GW
Bij strijd met het nationale recht heeft het internationale recht (de
verdragsbepalingen) voorrang. Dit verklaart dus waarom de rechter soms het
Nederlandse recht ter zijde heeft gelaten; omdat de inhoud van een bepaald
wetsartikel in ons BW in strijd werd bevonden met art. 8 EVRM.

 Effectief toezichtsmechanisme  EHRM in Staatsburg
Het verdrag bevat een individueel klachtrecht; de burger heeft de mogelijkheid om
(na alle nationale mogelijkheden na te gaan) een klacht in te dienen bij het Europees
Hof van de rechten van de Mens in Staatsburg. In zo’n geval ontstaat er een
procedure waarin de burger tegenover de lidstaat komt te staan waarbij het Hof moet
beoordelen of de lidstaat de rechten van de burger heeft geschonden.

Marckx-case: een doorbraak!
De reikwijdte van art. 8 EVRM is voor de eerste keer goed duidelijk geworden door de
uitspraak in de Marckx-zaak van 13 juni 1979. Dit was een baanbrekend arrest dat de
opmaat heeft gevormd tot een hele stroom aan jurisprudentie waaraan nationale
rechtsregels in strijd met art. 8 EVRM zijn bevonden.

Situatie:
Een Belgische dame, Paula Marckx, was ongehuwd en had een dochter, Alexandra.
Mevrouw Marckx vond dat zij als ongehuwde moeder ten onrechte werd gediscrimineerd
door de Belgische wetgeving. Volgens de Belgische wetgeving toentertijd was een
ongehuwde moeder namelijk (anders dan een gehuwde moeder) in juridisch opzicht niet
meteen de moeder van haar kind. Zij moest om dat te bewerkstelligen haar dochter eerst
erkennen en door ook een band tussen haar familieleden en haar dochter te vestigen, moest
ze haar dochter daarna ook nog adopteren. Hiermee werd Alexandra als het ware
achtergesteld ten opzichte van kinderen van gehuwde ouders, bij wie de ouder-kind band
wel automatisch door geboorte werd gevestigd. De bedoeling van de Belgische wetgevers
was dat mensen eerst zouden gaan trouwen voordat ze een kind zouden krijgen. Deze

, maatschappelijke norm was niet uniek voor België. In heel Europa was de norm een lange
tijd; eerst trouwen, en dan pas een gezin stichten. Toen Paula Marckx bij de Belgische
rechters geen gelijk had gekregen, stapte ze naar het EHRM in Staatsburg. Het Hof gaf haar
wél gelijk en oordeelde dat de Belgische wetgeving inderdaad in strijd was met art. 8 en 14
EVRM. Dat er zelfs na erkenning en adoptie van Alexandra verschillen bleven bestaan in de
relatie met de grootouders en andere familieleden in vergelijking met kinderen van gehuwde
ouders, kon volgens het Hof niet door de beugel.

Interpretatiemethode van het Hof; gesteld werd dat het verdrag moest worden
geïnterpreteerd ‘’in the light of the present-day conditions’’ en dus niet volgens de
maatstaven die golden op het moment dat het verdrag tot stand is gekomen. Anders gezegd;
het begrip family life moest niet op een statische manier worden geïnterpreteerd, maar op
een dynamische manier. In 1950, toen het verdrag tot stand is gekomen, was het duidelijk
dat onder een ‘gezin’ alleen maar een samenlevingsverband tussen gehuwden met kinderen
moest worden verstaan. In 1979 waren de maatschappelijke opvattingen inmiddels zó
gewijzigd dat ook ongehuwden met een kind en ook alleenstaande moeders met hun kind
wel degelijk als gezinnen waren te beschouwen. Daarom konden ze dus ook een beroep
doen op de bescherming van het gezinsleven.


Belangrijke vragen bij art. 8 EVRM
De uitspraken van het EHRM en de HR over het bereik van art. 8 EVRM hebben steeds een
nieuw puzzelstukje toegevoegd en het beeld dat is ontstaan steeds completer is geworden.
Bovendien is het zo dat veel van die uitspraken zijn opgepakt door de wetgever. De
wetgever heeft deze rechtspraak gecodificeerd; dit heeft geleid tot een modernisering van
onze wetgeving en van vandaag de dag zou gesteld kunnen worden dat onze wet lijkt te
voldoen aan de eisen die art. 8 EVRM stelt. De Nederlandse wet is nu grotendeels art. 8
EVRM-proof.

1) Is er tussen bepaalde personen sprake van family life?
Family life bestaat o.a. tussen:
• Echtgenoten
• Moeder en kind (direct vanaf het moment van geboorte)
• Juridisch vader en kind

En verder onder omstandigheden tussen:
• Biologische vader en kind (mits sprake van bijkomende omstandigheden)
• Grootouders en kleinkind
• Pleegouders en kind

Kortom: family life is een autonoom begrip waarin talrijke betrekkingen van juridische,
biologische en feitelijke aard hun plaats vinden.

2) Welke consequenties heeft dat dan? (Met andere worden; welke rechten en/of
plichten brengt dat mee tussen de personen?
Family life kan relevant zijn voor o.a.:
• Het recht op contact (zorgverdeling/omgang)
• Het recht op informatie
• Gezamenlijk gezag
• Recht van ouder en kind op verzorging en opvoeding van het kind door de ouder
• Aanspraak van het kind op levensonderhoud
• Aanspraken betreffende een geslachtsnaam

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hannahwatttimena. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.74. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73091 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.74
  • (0)
  Add to cart