Dit document is een samenvatting van het vak vermogensrecht. Hierbij wordt het boek 'Hoofdlijnen Nederlands Recht' van Noordhoff gebruikt. Het is een duidelijke samenvatting met verwijzingen naar de collegebundel.
Hoofdstuk 2 (2.1 t/m 2.6), hoofdstuk 4 (4.1 t/m 4.6), hoofdstuk 5 (5.1, 5.3, 5.5, 5.7 t/m 5.9) en ho
March 13, 2021
13
2020/2021
Summary
Subjects
vermogensrecht
accountancy
du vj
han
hoofdlijnen nederlands recht
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN)
Accountancy
Vermogensrecht (DUVJ)
All documents for this subject (1)
1
review
By: thomasdevreugd123 • 1 year ago
Seller
Follow
DW2001
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 2
2.1
Overeenkomst: een afspraak gemaakt door twee of meer personen, die juridisch relevant zijn.
Relevant omdat ze uit rechten en plichten voortvloeien (verbintenissen)
Obligatoire of verbintenis scheppende overeenkomst
Wederkerige overeenkomst: overeenkomst waarbij beide partijen ten minste zowel een recht
verkrijgen als een plicht op zich nemen.
Eenzijdige overeenkomst: overeenkomst waaruit slechts een verbintenis voortvloeit en waarbij dus
de ene partij een recht krijgt en de andere partij een plicht heeft.
Boek 3: bepalingen over het vermogensrecht
Boek 6: verbintenissenrecht in het algemeen
2.2
Art 6:217 BW zegt dat een overeenkomst tot stand komt voor een aanbod en aanvaarding daarvan.
Mag de aanbieder zijn bod intrekken? Ja, maar er zijn twee voorwaarden:
1. Het aanbod mag nog niet aanvaard zijn art 6:219 lid 2 BW;
2. De aanbieder mag zijn bod niet onherroepelijk hebben gemaakt art 6:219 lid 1 BW.
Art 3:33 BW wilsverklaring: de overeenkomst ontstaat pas als een ander, de wederpartij, de
totstandkoming van deze overeenkomst eveneens wil en dat tevens verklaart.
2.3
Wilsdefect: rechtsfiguur die ertoe leidt dat geen overeenkomst tot stand komt, omdat iets verklaard
is dat niet is gewild. Art 3:33, 34 en 35 BW.
Wils- en vertrouwensleer: leer waarbij ervan wordt uitgegaan, dat een verklaring die niet strookt met
de wil, niet kan leiden tot het tot stand komen van een overeenkomst. Er komt echter alsnog een
overeenkomst tot stand als de wederpartij er in redelijkheid op mocht vertrouwen dat er geen
discrepantie bestond tussen wil en verklaring.
Art 3:34 BW als iemand tijdens een geestelijke stoornis iets heeft verklaard, dan wordt aangenomen
dat die verklaring niet overeenkomstig de wil is geweest indien:
- De stoornis een redelijke waardering van de bij de handeling betrokken belangen belette; of
- Indien de verklaring onder invloed van een stoornis is gedaan.
Als de wederpartij een overeenkomst heeft gesloten uit art 3:34 BW, geniet eveneens
bescherming krachtens art 3:35 BW.
4 categorieën wilsgebrek:
1. Dwaling; art 6:228 BW
2. Bedrog; art 3:44 lid 3 BW
3. Bedreiging; art 3:44 lid 2BW
4. Misbruik van omstandigheden. art 3:44 lid 4 BW
Naast dwaling omtrent de zelfstandigheid van de zaak moet, aldus art 6:228 lid 1 BW, ten minste aan
een van de volgende voorwaarden zijn voldaan:
- De dwaling is te wijten aan een inlichting van de wederpartij.
, - De wederpartij had de dwalende behoren in te lichten, maar heeft dit niet gedaan.
- De wederpartij ging van dezelfde onjuiste veronderstelling uit als de dwalende.
In art 6:228 lid 2 BW worden bovendien nog eens twee gronden genoemd die maken dat toch geen
geslaagd beroep op dwaling kan worden gedaan. Deze twee gronden zijn:
- De dwaling betreft een uitsluitend toekomstige omstandigheid.
- De aard van de overeenkomst, de in het verkeer geldende opvattingen of de
omstandigheden van het geval brengen mee dat de dwaling voor rekening van de dwalende
behoort te blijven.
Bedrog: als iemand een ander tot het verrichten van een bepaalde rechtshandeling beweegt door
opzettelijk onjuiste mededelingen te doen of door daarvan juist opzettelijk af te zien.
Bedreiging: als iemand met ongewone pressiemiddelen een ander beweegt tot het aangaan van een
rechtshandeling.
Misbruik van omstandigheden: als iemand behendig gebruikmaakt van een bijzondere situatie
waarin een ander verkeert.
In strijd met de goede zeden of de openbare orde art 3:40 lid 1 BW: als iemand iets ten koste van een
ander doet, dat iedereen gewoon fout of verwerpelijk vindt.
Overeenkomst nietig
Vernietigbare overeenkomst: een overeenkomst die rechtskracht bezit tot het moment waarop de
partij die wordt beschermd, de vernietiging uitroept.
Handelingsbekwaamheid: de mogelijkheid om onaantastbare rechtshandelingen te verrichten.
Iedere natuurlijke persoon is handelingsbekwaam
art 3:32 lid 1 BW
De rechtshandeling is een rechtsfeit, maar een met een gewild rechtsgevolg. De wil staat centraal bij
de rechtshandeling.
Meerzijdige rechtshandelingen: rechtshandelingen die pas geldig zijn wanneer twee of meer
rechtssubjecten hun op elkaar aansluitende wilsverklaringen kenbaar maken.
Overeenkomst kan pas tot stand komen als er twee wilsverklaringen zijn.
Eenzijdige rechtshandelingen: geldig als ze worden verricht voor een persoon.
testament
Blote rechtsfeit: een feit waaruit rechtsgevolgen voortkomen zonder dat de betrokkene in staat is
daarop wezenlijke invloed uit te oefenen.
Geboorte, overlijden of bereiken AOW leeftijd
Twee categorieën van handelingsonbekwame mensen:
1. Zij die onder curatele zijn gesteld;
2. Zij die minderjarig zijn.
, 2.4
Wat kan invloed uitoefenen op een contract?
- Rechten en plichten op grond van de wet;
- De gewoonte;
- Redelijkheid en billijkheid art 6:248 lid 1 BW.
->Aanvullende werking: dat een overeenkomst moet worden uitgebreid
->beperkende of derogerende werking: rechter neemt als standpunt dat de clausule niet
tussen de partijen van kracht is
->exoneratiebeding: beding waarbij een van de contracterende partij haar aansprakelijkheid
voor mogelijke schade van de wederpartij heeft uitgesloten
Inhoud overeenkomst:
- Hetgeen partijen zijn overeengekomen;
- Hetgeen de wet bepaald: dwingend en aanvullend recht;
- Hetgeen door gewoonterecht gevormd is en betrekking heeft op de overeenkomst;
- Hetgeen voortvloeit uit de redelijkheid en bilijkheid.
2.5
Wanprestatie: tekortkoming in de nakoming van en verbintenis art 6:74 lid 1 BW.
Welke rechten heeft nu iemand die geconfronteerd wordt met zo’n tekortkoming? Dat zijn er 7:
1. Nakoming van hetgeen waartoe de wederpartij zicht verplicht had;
2. Ontbinding van de overeenkomst;
3. Vervangende schadevergoeding;
4. Aanvullende schadevergoeding;
5. Nakoming, gecombineerd met aanvullende schadevergoeding;
6. Ontbinding, gecombineerd met aanvullende schadevergoeding;
7. Vervangende en aanvullende schadevergoeding.
Nakoming: eis waarbij wordt gevorderd dat de wederpartij zal handelen zoals zij contractueel heeft
toegezegd.
Genuszaak: soort zaak dat niet geïndividualiseerd is art 6:41 BW.
Speciezaak: een geïndividualiseerde zaak.
Aanvullende schadevergoeding: eis waarbij uitsluitend of naast nakoming, ontbinding of
vervangende schadevergoeding, vertragingsschade of gevolgschade wordt gevorderd als resultaat
van wanprestatie door de schuldenaar.
Bij vervangende schadevergoeding moet je eerst twee juridische fases doorstaan.
Fase A: De prejuridische fase
Onderscheid maken tussen:
- Nakoming is feitelijk onmogelijk: als hier sprake van is kan de eiser gelijk doorgaan naar fase
B art 6:74 lid 2 BW;
- Nakoming is nog mogelijk: de schuldenaar moet eerst in verzuim. Art 6:82 BW bepaalt dat
iemand pas in verzuim is, wanneer hij een bepaalde termijn genoemd in een
ingebrekestelling, laat passeren.
->hoofdregel: eerst een ingebrekestelling, dan in verzuim, om vervolgens over te stappen
naar fase B
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DW2001. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.