Opdracht 1 Strijd tegen de elementen
a Op lage breedte: hij legde iets meer dan 33.000 km af. Op hoge breedte telt een rondje
om de aarde veel minder kilometers.
b ongeveer 100 km per uur
Opdracht 2 Meest aansprekend
Eigen keuze leerling, bijvoorbeeld:
- foto in de inleiding van paragraaf 1.4: bijzonder om zo veel ijs te zien op die plek.
- figuur 1.16A en 1.16B: duidelijke tekening van de normale situatie en de El Niño-situatie
Opdracht 3 Weer en klimaat
W1 Weerselementen.
Temperatuur Neerslag Wind
1 2 3
5 4 6
7 8 10
9
Opdracht 4 Klimaatzones op schaal
W2 Klimaatkaarten.
nationaal
GB 38A, Nederland - Klimaat, Jaartemperatuur
GB 160A, Zuidoost-Azië - Klimaat
continentaal
GB 79A, Europa - Klimaat, Klimaatgebieden
GB 181A, Afrika - Natuurkundig, Temperatuur en neerslag in januari
mondiaal
GB 244, De aarde - Klimaatgebieden/Zeestromen
GB 242A, De aarde - Klimaatverandering, Temperatuurverloop 1906-
2005
Opdracht 5 Inpakken of wegwezen?
a De folie moet het zonlicht reflecteren, terugkaatsen.
b/c Drie kenmerken gevraagd:
1) in de Alpen – continentaal
2) niet al te hoog – regionaal
3) nabij een hoog technologisch en rijk gebied – nationaal
4) op de toegangsroute naar de piste – regionaal/lokaal
d Eigen antwoord leerling, bijvoorbeeld:
De voorspelling is dat het energiegebruik zal groeien, waardoor de CO2-uitstoot
toeneemt. Het betekent dat er dus een echte verandering moet plaatsvinden wil de visie van
Greenpeace werkelijkheid worden.
, 1.1 De atmosfeer: een omhulsel van gas
Opdracht 1 The edge of space
a hoog in de stratosfeer
b Eigen antwoord leerling
Opdracht 2 Verschillen
a Twee verschillen gevraagd:
1) Het weer speelt zich af over een korte periode en in een klein gebied.
2) Het klimaat wordt bepaald over een periode van dertig tot veertig jaar en geldt voor
een groot gebied.
b vakantiegangers, boeren
c dagtoeristen, marktkooplui
Opdracht 3 Wisselwerkingen
a de hydrosfeer
b al het leven op aarde
c Door de verdamping van zeewater komt waterdamp in de atmosfeer.
d Door een vulkaanuitbarsting komt CO2 in de atmosfeer.
e Door verdamping van water vanaf de vegetatie (transpiratie) komt waterdamp in de
atmosfeer.
Opdracht 4 Gassen en sferen
a CO2, N2 en O2 (koolzuurgas, stikstof en zuurstof)
b Twee veranderingen in de atmosfeer gevraagd:
1) De luchtdruk daalt.
2) De temperatuur daalt.
3) In de troposfeer en de mesosfeer daalt de temperatuur naarmate je hoger komt.
4) In de stratosfeer en de ionosfeer stijgt de temperatuur naarmate de hoogte
toeneemt.
c Troposfeer: de weersverschijnselen spelen zich af in globaal de onderste 10 km van de
atmosfeer.
Opdracht 5 Ozonlaag
a op ongeveer 35 km hoogte in de stratosfeer
b De ozonlaag fungeert als een uv-schild en beschermt mens, dier en plant tegen
schadelijke zonnestraling.
c Ozon wordt het sterkst afgebroken als de temperatuur lager is dan 80 °C. De afbraak is
dus het sterkst op hoge breedte in de winter. De vorming op hoge breedte is ook geringer door
minder uv-straling.
Opdracht 6 Stralingsbalans
a W4 Inkomende en uitgaande straling bij de aarde.
b Het versterkte broeikaseffect: door de broeikasgassen wordt de uitgestraalde warmte
van de aarde weer teruggestraald naar de aarde. Zo wordt de aarde warmer.
Opdracht 7 Albedo
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fayefmorgan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.