Samenvatting gebaseerd op hoorcolleges, werkgroepaantekeningen en het boek ''de kern van het ondernemingsrecht druk 5''.
Let op: week 1 t/m week 6!! Week 7 ontbreekt dus!
Week 1
Rechtspersoonlijkheid personen- en kapitaalvennootschappen
Personenvennootschappen hebben geen rechtspersoonlijkheid en zijn dan ook niet
opgenoemd in artikel 2:3 BW, het artikel waar de privaatrechtelijke personen zijn opgesomd.
Personenvennootschappen zijn namelijk bijzondere typen van overeenkomsten. Die
overeenkomsten zijn in beginsel vormvrij.
Kapitaalvennootschappen zijn daarentegen gebonden aan de regels van BW 2.
Kapitaalvennootschappen
BV
In artikel 2:175 BW wordt een omschrijving gegeven van een BV.
Functies van aandelen:
- Het aantrekken van vermogen, zie artikel 2:80 BW
- Het verkrijgen van stemrecht, zie artikel 2:228 BW
Dus een zeggenschapsfunctie
- Het recht hebben op gedeelte van de winst, zie artikel 2:216 BW
Omdat een bv besloten is staan de uitgegeven aandelen op naam en kan de overdracht
hiervan niet vrijelijk plaatsvinden. Als een aandeelhouder zijn aandeel wil overdragen, moet
hij o.g.v. artikel 2:195 lid 1 eerst zijn over te dragen aandelen aanbieden aan de
medeaandeelhouders.
Zelfs met 1 aandeel kan een bv worden opgericht.
Een bv moet bij oprichting haar statuten vaststellen o.g.v. artikel 2:177 BW en deze moeten
openbaar worden gemaakt bij het handelsregister (zie artikel 2:180 lid 1 BW).
Aansprakelijkheid
Uit artikel 2:175 BW blijkt dat een aandeelhouder niet hoofdelijk aansprakelijk is voor
hetgeen in naam van de vennootschap wordt verricht en is slechts aansprakelijk tot het
bedrag dat op zijn aandelen is gestort.
Openbaar maken van jaarrekening
Een bv moet een jaarrekening opmaken, vaststellen en openbaar maken. De financiële stand
van een bv is daardoor voor een ieder in te zien.
NV
Omdat het minimumkapitaal van een nv o.g.v. artikel 2:67 BW €45.000 moet bedragen is de
nv voor kleinere ondernemingen minder aantrekkelijk.
Net als een bv kent de nv een in aandelen verdeeld kapitaal (artikel 2:64 BW). Deze zijn
echter wel vrij verhandelbaar.
Aansprakelijkheid
Net als bij een bv zijn de aandeelhouders van een nv in beginsel niet aansprakelijk voor
hetgeen wat in de naam van de nv is verricht, zie artikel 2:64 BW.
1
,Openbaar maken van jaarrekening
Een bv moet een jaarrekening opmaken, vaststellen en openbaar maken. De financiële stand
van een bv is daardoor voor een ieder in te zien.
Vereniging en stichting
Een vereniging en stichting mogen geen winstuitkeringen doen aan de
leden/oprichters/personen van organen en daarom zijn ze minder geschikt als
ondernemingsvorm (zie artikel 2:26 lid 3 BW en artikel 2:285 lid 3 BW)
Een vereniging mag o.g.v. artikel 2:26 lid 3 BW geen winstuitkering doen aan haar leden. Een
stichting kan dit eveneens niet alleen dan o.g.v. artikel 2:285 lid 3 BW (een stichting mag
slechts uitkeringen doen aan anderen dan haar oprichters voor zover deze een ideële
strekking hebben). Daarom zijn deze twee rechtsvormen minder geschikt als
ondernemingsvorm.
Het voordeel van een stichting vergeleken een vereniging is dat voor haar een ledenverbod
geldt o.g.v. artikel 2:285 lid 1 BW.
De vereniging heeft namelijk wel leden en kent een ledenvergadering. Het nadeel hiervan is
dat deze slecht functioneert vanwege de geringe belangstelling van leden.
Coöperatie
Deze is opgezet als een vereniging, maar wordt niet als een soort vereniging gezien.
Dit komt omdat een coöperatie, i.t.t. een vereniging, wél winst mag uitkeren haar leden
o.g.v. artikel 2:53a BW en dat maakt haar geschikt als ondernemingsvorm.
De doelen van een coöperatie is het voorzien in bepaalde stoffelijke behoeften van haar
leden. Zij moet dus haar werkzaamheden ten dienste van haar leden verrichten.
Aansprakelijkheid
Artikel 2:55 BW bepaalt dat leden van coöperatie in geval van ontbinden aansprakelijk zijn
tegenover de coöperatie voor haar tekort, maar deze kan o.g.v. artikel 2:56 lid 1 BW worden
weggeschreven in de statuten.
Personenvennootschappen
Maatschap
Een maatschap is een overeenkomst tot samenwerking van twee of meer personen (zie
artikel 7a:1655 BW) en het sluiten hiervan is in beginsel vormvrij.
Een maatschap heeft als doel om, d.m.v. actieve samenwerking van de maten, een voor
gemeenschappelijke rekening voordeel te behalen dat aan hen allen te goede komt.
Iedere vennoot is gehouden om iets in te brengen en dit houdt in dat er een waarde ( denk
aan gebouw) aan de maatschap ter beschikking wordt gesteld.
Bij een maatschap is er sprake van beroepsuitoefening.
Beroepsuitoefening persoonlijke dienstverrichting. Deze veronderstellen een zekere mate
van vertrouwelijkheid tussen de cliënt en dienstverlener.
2
,Vof
Een vof is een maatschap die specifiek gericht is op bedrijfsuitoefening onder
gemeenschappelijke naam (bij een maatschap is dit beroepsuitoefening). Dit staat in artikel
17 WvK.
Aan iedere vennoot wordt een vertegenwoordigingsbevoegdheid ontleed (artikel 17 lid 1
WvK). Ieder van de vennoten is dus bevoegd om namens de vof te handelen. Deze
bevoegdheid kan worden beperkt tot bijvoorbeeld een maximum bedrag.
Aansprakelijkheid
Uit artikel 18 WvK blijkt dat alle vennoten hoofdelijk aansprakelijk zijn, zelfs voor schulden
die een andere vennoot heeft gemaakt.
Geen openbaarmaking van jaarrekening
De vof hoeft haar jaarrekening niet te publiceren. Derden kunnen daardoor niet weten hoe
een vof er financieel voor staat en dit is/ kan een reden zijn dat vennoten hoofdelijk
aansprakelijk zijn.
Commanditaire vennootschap
Commanditaire vennootschap staat omschreven in artikel 20 WvK. Dit is een
samenwerkingsovereenkomst waarbij een commanditaire vennoot geldt schiet in de
onderneming en dat is alles wat hij doet.
Uit lid 3 van desbetreffend artikel blijkt dat een commandiet aansprakelijk is tot het bedrag
van zijn inbreng. Zijn positie lijkt daarmee op die van een aandeelhouder.
Een commanditaire vennoot mag zich niet gedragen als een beherende vennoot als blijkt uit
artikel 20 lid 2 WvK. Ofwel hij mag geen bestuurs- of beheerhandelingen verrichten. Indien
hij dit wel doet dan is het gevolg dat hij hoofdelijk aansprakelijk wordt voor de
verbintenissen van de cv.
Handelsregister
In het Handelsregister staan gegevens over ondernemingen. In artikel 8 Hrgw wordt gesteld
wanneer er sprake is van een onderneming en hieraan is uitvoering gegeven in artikel 2
Handelsregisterbesluit. Uit jurisprudentie blijkt dat er al snel sprake is van een onderneming.
Het handelsregister is openbaar o.g.v. artikel 21 en artikel 22 Hrgw.
Derde werking en Handelsregister
Artikel 25 Hrgw regelt de derde werking van het Handelsregister.
Indien een gegeven, bijvoorbeeld de beperkte vertegenwoordigingsbevoegdheid van een
vennoot, goed ingeschreven is in het Handelsregister, dan kan deze beperking o.g.v. artikel
25 lid 1 Hrgw tegen die derde worden tegengeworpen. Ofwel de VOF wordt dan beschermd
door deze bepaling.
Indien een gegeven onjuist staat in het Handelsregister of deze ontbreekt, dan wordt de
derde beschermd o.g.v. artikel 25 lid 3 Hrgw. Uit arrest Café ’t Brouwertje blijkt dat het
3
, daarbij niet van belang is wanneer die derde de register raadpleegt. Zelfs als de partij ná de
overeenkomst het Handelsregister in gaat zien, dan moet hij vertrouwen op de gegevens die
zijn gegeven.
Artikel 25 Hrgw ziet alleen toe op rechtshandelingen en niet op vorderingen als blijkt uit
arrest Bodam. Een curator of een fiscus kunnen zich daardoor niet beroepen op artikel 25
Hrgw. Zij moeten kijken naar de werkelijke situatie en niet naar de situatie zoals deze in het
Handelsregister staat.
Arresten
Functie van het handelsregister:
- Café ’t Brouwertje
o Feiten: Damen verkoopt zijn café maar laat zich pas een jaar later uitschrijven.
In de tussentijd heeft Geho (groothandel) een bestelling gekregen van het
café (toen Damen geen eigenaar meer was). Als betaling uitblijft raadpleegt
Geho het handelsregister en ziet dat Damen eigenaar is (terwijl dit niet meer
zo is). Kan Geho zich nu beroepen op artikel 25 lid 3 Handelsregisterwet
ondanks dat hij pas na het aangaan van koopovereenkomst deze heeft
geraadpleegd?
o HR r.o. 3.2: het raadplegen van het handelsregister nadat de goederen zijn
verkocht en geleverd staat artikel 25 lid 3 Hrgw. niet in de wet.
- Arrest Bodam
o HR r.o. 3.3: curator valt niet onder ‘beschermde derden’ in de zin van artikel
25 lid 3 Hrgw. Zijn vordering vindt namelijk zijn grondslag in de wet en niet p
een rechtsbetrekking.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller deJongL. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.32. You're not tied to anything after your purchase.