Medisch Beeldvormende En Radiotherapeutische Technieken
Nucleaire Geneeskunde
All documents for this subject (61)
Seller
Follow
kimmbrt
Reviews received
Content preview
Nucleaire geneeskunde periode 1
Het principe uitleggen van nucleair geneeskundige diagnostiek
Wat is nucleaire geneeskunde?
Er zijn 2 verschillende soorten NG:
1. Onderzoeken of iemand een bepaald afwijking heeft Diagnostiek
2. Behandelen van een bepaalde afwijking Therapie
Diagnostiek:
- De afwijkingen die onderzocht kunnen worden zijn van zeer uiteenlopende aard: bijv.
kwaadaardige en goedaardige gezwellen, botbreuken, doorbloedingsstoornissen, etc.
- Een bepaalde afwijking kan in beeld gebracht worden door de juiste radioactieve stof op de
juiste wijze in het lichaam te brengen en hier op de juiste wijze foto’s van te maken.
o Deze methode heet “nucleaire geneeskunde in vivo”. Vivo = in het lichaam.
o Er is ook nog de methode: “nucleaire geneeskunde in vitro”. Vitro = in glas. Dus
buiten het lichaam. Dit soort onderzoek is op het lab in het ziekenhuis.
Hoe werkt nucleaire geneeskunde?
Toediening van de radioactieve stof:
- Injectie in een ader in de arm intraveneus
o Is de meest voorkomende toedieningsvorm in de nucleaire geneeskunde.
- Via de mond oraal
- In de ruimte rond het ruggenmerg in de rug intrathecaal
- Injectie onder de huid subcutaan
Doel-orgaan = target organ
In de nucleaire geneeskunde worden stofjes radioactief gemaakt zodat ze uitwendig waarneembaar
zijn. Een radiofarmacon bestaat uit twee onderdelen:
1. De stof die door het orgaan wordt opgenomen farmacon
2. Het radioactieve element welke aan deze stof gekoppeld wordt radio = straling
De schadelijkheid van een radioactief isotoop (nuclide) wordt bepaald door een aantal factoren:
1. Verblijfsduur in het lichaam
2. Concentratie in het doelorgaan
3. De tijd dat de nuclide radioactief blijft
4. Soort straling die uitgezonden wordt
5. Energiesterkte van de straling
6. Hoeveelheid radioactiviteit die toegediend wordt.
Het nuclide moet aan een aantal voorwaarden voldoen:
- Lang genoeg radioactief blijven om voldoende informatie te leveren, maar mag aan de
andere kant niet te lang radioactief blijven.
- Goed gebonden blijven aan het farmacon in het lichaam.
- Gunstige stralingsenergie uitzenden zodat optimale beeldvorming mogelijk is.
- Niet giftig zijn.
- Het liefst al voorradig kunnen zijn op een afdeling.
- Niet vervallen naar een schadelijke stof .
,Hoe gaat een onderzoek op de afdeling nucleaire geneeskunde?
Scintigrafie = de onderzoeksmethode op de afdeling nucleaire geneeskunde waarbij foto’s gemaakt
worden:
Injectie van het radiofarmacon transport door het lichaam via bloed doel-orgaan neemt
radiofarmacon op radioactief isotoop zendt straling uit detectie door gammacamera
omzetting van straling in elektrisch signaal deze informatie wordt opgeslagen in de computer
monitor weergeeft opname(deze afbeelding noemen we een scintigram).
Tijdens het onderzoek is de MBB’er in dezelfde ruimte als de patiënt. De MBB’er hoeft zich niet
achter een loodscherm te bevinden. De combinatie van de hoeveelheid toegediende straling, de
afstand van de MBB’er tot de patiënt en de fysische eigenschappen maken dit overbodig.
Het verschil in verschillende soorten acquisities uitleggen
Verschillende methodes om een onderzoek op te nemen:
1. De statische opname:
Één opname van een bepaald deel van het lichaam
2. De Dynamische opnamen/ serie scintigram:
Snel achter elkaar opnemen van meerdere plaatjes.
- Wordt meestal gebruikt om de doorbloeding van een bepaald orgaan te
bestuderen.
- Het onderzoek start meestal direct na de injectie met het radiofarmacon.
- Er wordt hierbij niet gebruik gemaakt van de eigenschap van het farmacon.
3. SPECT/CT:
Worden van een bepaald lichaamsdeel meerdere opnamen rondom het lichaam
gemaakt waarna de computer later verschillende dwarsdoorsneden kan
construeren.
- Deze methode is voordelig voor zeer kleine en dieper gelegen gebieden.
Acquisitievormen
Statisch onderzoek:
- De opnamen worden gemaakt als het ingespoten radiofarmacon “in rust” is.
- De opnamen worden gemaakt na een bepaalde wachttijd tussen de injectie en de
uiteindelijke opnamen. De wachttijd loopt uiteen van enkele seconden tot enkele dagen.
- De gemaakte opnamen leveren een overzicht van de verdeling van het ingespoten
radiofarmacon.
- Aan deze verdeling kan uiteindelijk duidelijk worden of zich mogelijk pathologie in het
lichaam bevindt.
Dynamisch onderzoek:
- De opnamen worden in relatie tot de tijd gemaakt.
- De opnamen beginnen meestal direct na de injectie.
- Vele opnamen worden in rap tempo achter elkaar gemaakt.
- Dit onderzoek wordt gedaan als men geïnteresseerd is in hoe het radiofarmacon door het
weefsel verwerkt wordt.
SPECT-onderzoek:
- Is een manier van opnemen en uitwerken zodat doorsnede-afbeeldingen ontstaan.
- De gammacamera maakt opnamen van het lichaamsdeel vanuit veel richtingen rondom.
- Is soms een aanvulling op een statisch onderzoek.
,Gated onderzoek:
- Wordt alleen van het hart uitgevoerd.
- Het moment waarop de opnamen gemaakt worden, wordt bepaald door de uitslag van het
EGC van de patiënt.
Total body of whole body:
- Is een statisch onderzoek.
- Een afbeelding wordt verkregen van het gehele lichaam
- De camera scant met een bepaalde snelheid het gehele lichaam.
PET-CT onderzoek:
- Is een bijzonder NG-onderzoek waarbij gebruik gemaakt wordt van radionucliden die
positronen uitzenden.
- Deze positronen worden door interactie met elektronen uit het lichaam omgezet in fotonen.
- Deze fotonen worden door een PET-camera geregistreerd.
- Het resultaat zijn doorsnede-opnamen en whole body opnamen die roterend weergegeven
worden.
Acquisitievormen voorbeelden
- Skeletscintigrafie: statisch of total body
- Schildklierscintigrafie: statisch (soms i.c.m. SPECT)
- Renografie: dynamisch
- Longscintigrafie: statisch (soms dynamisch, soms i.c.m. SPECT)
- Myocardscintigrafie: SPECT
- Ejectiefractiebepaling: gated (soms i.c.m. SPECT en/of dynamisch)
- FDG-scintigrafie(PET): statisch
- Cholescintigrafie: statisch
- Galliumscintigrafie: statisch of whole body (soms met SPECT)
- Leucocytenscintigrafie: statisch of whole body (soms met SPECT)
- Scintigrafie van de regionale hersendoorbloeding: SPECT
Basishandelingen gericht op eenvoudige analysen van beelden uitvoeren
Computerbewerkingen in Hermes
Desintegratie: het vervallen van een radioactief atoom in een nieuw atoom.
Emitteren: de atoomkern wordt van een overmaat aan energie ontlast door het uitzenden van
straling.
In de nucleaire geneeskunde wordt gebruik gemaakt vaan gammastraling, bètastraling en
positronstraling. Alleen gammastraling wordt waargenomen op de gammacamera. Gammastraling
bestaat uit fotonen.
Count: is een telling een staat voor een vastgelegd gammafoton.
Pixel: plaats van registratie
Inhoud: waarde van de pixel
Uitvoering met verschillende toepassingen:
- Afbeelding moet donkerder UT
moet hoger.
- Minder achtergrond moet zichtbaar
zijn LT moet hoger.
, De LT zal vaak slechts enkele stapjes verzet moeten worden. Het resultaat is dan al snel merkbaar.
ROI:
Region of interest.
De betekenis van enige laboratoriumwaarden uitleggen
Bloedwaarden:
T3:
T3 is een hormoon dat ook wel triiodothyronine wordt genoemd. Het wordt geproduceerd
door de schildklier en helpt bij de stofwisseling en groei. Het hormoon wordt vaak getest als
onderdeel van de schildklierfunctie.
Deze test wordt gedaan om de schildklierfunctie te controleren. De schildklierfunctie is
afhankelijk van de werking van verschillende hormonen, zoals schildklier-stimulerend
hormoon (TSH), T3 en T4. Vaak worden alle drie de hormonen gemeten omdat dit kan
helpen onderscheid te maken tussen de verschillende vormen van hyperthyreoïdie.
Het meeste triiodothyronine in het bloed is aan thyroxine bindend globuline gekoppeld.
Minder dan 1% van triiodothyronine is ongebonden. Een triiodothyronine totaal bloedtest
meet zowel het gebonden als het vrije triiodothyronine
Alleen het vrije (ongebonden) triiodothyronine is effectief als hormoon in het lichaam. Bij
normale schildklierfunctie zal het totale triiodothyronine variëren zodat het vrije
triiodothyronine constant blijft. (In een abnormaal werkende schildklier, is dit niet
noodzakelijk het geval). Metingen van vrij triiodothyronine correleren beter met de klachten
van schildklierfunctie.
Normaalwaarden:
Onderzoek Waarde Eenheid
Totaal 1,2-3,4 nmol/l
Vrij 3-8 pmol/l
T4:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimmbrt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.56. You're not tied to anything after your purchase.