1. Deel 1: Wat is Recht?
1.1 Ontstaan en ontwikkeling van het recht
Samenlevingen (individuen die samen leven) evolueren doorheen de geschiedenis zowel
traditionele samenlevingsverbanden als in onze huidige westerse samenleving ontstaat een
nood aan organisatie wordt beantwoord in de vorm van regels Recht ontstaat. (het is al
eeuwenoud)
Recht ontstaat eigenlijk vanaf dat 2 mensen samenleven + is niet altijd rechtvaardig en we
kunnen leren van andere culturen.
In complexe samenleving wordt hiervoor een orgaan opgericht met leden die bevolking
vertegenwoordigen. regels dienen ook te worden afgedwongen (vroeger via geweld,
foltering… NU: Invoeren bestraffende maatregelen + oprichten rechterlijke macht)
Belgisch burgerlijk recht code Napoléon (na franse revol. 21/03/1804) gaf aanzet codificering
regels + ook beïnvloed door 2 WO (Mensenrechten ontstonden)
Recht is overal en veranderd voortdurend wijzigbaar !!
1.2 Kenmerken en Definitie van het recht
Het Recht is het geheel van regels, opgesteld door de samenleving, waardoor de belangen van de
enkelingen die in de gemeenschap leven, geordend worden, door middel van sociale dwang.
1.2.1 Een geheel van regels
Recht= pakket regels
Gedragsregels
regels die instellingen en procedures voorzien voor toepass. En afdwinging recht
regels bepalen de instellingen en procedures om bestaande regels te wijzigen.
Geschreven(wetboeken en wetteksten) en ongeschreven regels(Lopende zaken: bevoegdheden van
regering wordt beperkt tot meest dringende en minst belangrijke zaken, als er geen parlementaire
controle meer mogelijk is gecontr. Raad van State) + regels op basis van nationale wetteksten en
internationaal recht.
1.2.2 Opgesteld door samenleving
Vaak vertegenwoordigers van grote groepen, vertegenwoordigers van samenleving die vb worden
verkozen. (Gemeenteraad, federaal parlement en Eur.parlement) Als jij stemt bepaal jij wie jou
stem, mening vertegenwoordigt en regels maakt. WIJ = impact op regels die onze samenleving
ordent. GOED informeren!!! Regels = weerspiegeling van wat leeft in Mtschpij
Complexer samenl. meer rechtsregels = juridisering van de samenleving
1.2.3 De belangen van de enkeling die in de maatschappij leeft worden
geordend
ordening mtschplijk leven (elk lid moet weet hebben van rechten en plichten en uitvoering ervan)
Ontstaat door nood aan organisatie indien regels niet zouden bestaan –> rebellie, chaos, eigen
willekeur… Nood aan regels die structuur, duidelijkheid geven.
1
,1.2.4 Afdwingbaarheid van het recht
Regels moet om effectief te zijn afgedwongen worden (kan door bevel om iets wel of niet uit te
voeren, schadevergoeding, straffen bij misdrijven) Leden spreken af hoe (rechtbank, parket, fiscus,
politie..) verschil rechtsregels en morele en religieuze regels (ontbreekt georganis. Struct.)
1.3 Enkele belangrijke begrippen
1.3.1 Objectief en subjectief recht
Objectief recht= rechtsregels die abstract zijn geformuleerd en duidelijk stellen wat voor iedereen
geld. Verbieden of laten iets toe (opgelegd door overheid) Dus slag naar lief is volgens dit een
misdrijf.
Subjectief recht= recht/plicht die geld voor specifiek individu of groep mensen. Erkende bevoegdheid
om naar eigen goeddunken bepaalde handelingen te stellen. VB Lief kan jou aangeven.
1.3.2 Rechtssubject en rechtsobject
Rechtssubject= Persoon/ groep die subjectieve rechten en juridische plichten heeft. Kan natuurlijk
persoon (mens) of rechtspersoon (VZW, BVBA,..)
Rechtsobject= voorwerp waarover personen hun subjectieve rechten kunnen uitoefenen. Ding/zaak
waarop gerechtsregels betrekking hebben. Vb Smartphone, dier, handelszaak….
1.3.3 Genotsbekwaam en handelingsbekwaam
Genotsbekwaam= rechtssubject is bekwaam om rechten te genieten
Handelingsbekwaam= geschikt om via het stellen van handelingen hun rechten uit te oefenen.
maar kan beperkt zijn op basis van de wet vb bij bij minderjarigen of op basis van een gerechtelijke
beslissing. Vb minderjarigen kunnen bepaalde contracten niet zomaar sluiten. Sommige mogen de
handeling niet doen om van recht te kunnen geniet vb kind mag een smartphone hebben maar geen
gaan kopen van 400 euro.
1.3.4 Rechtshandelingen en rechtsfeiten
Rechtsfeit= feit waaraan het objectief recht een rechtsgevolg koppelt. (kan onbewust)
Rechtshandeling= De handeling die wordt verricht met het oog op het tot stand brengen van
juridische gevolgen. (bewust)
1.4 Indeling van het recht
1.4.1 Privaat en Publiek recht
2
,PRIVAATRECHT regelt statuut of staat van de individuele persoon (naam; burgerlijke staat) +
verhouding tussen burgers onderling (Huwelijk; eigendom; aansprakelijkheid,…)
Omvat: burgerlijk recht = regelt basisverhoudingen tss burgers. Gaat over statuut van de persoon,
adoptie, huwelijk/echtscheiding. Vooral terug te vinden in burgerlijk wetboek en in andere wetten.
Bij geschillen rechtszoekenden kunnen terecht bij vrederechter, rechtbank van eerste aanleg,
familie- en jeugdrechtbank en het hof van beroep.
PUBLIEKRECHT regelt
o Verhouding tss burger en overheid
o Interne organisatie van overheid
o Verhouding tss de staten (internationaal)
Omvat: - Verdragsrecht en overige internationale gedragsregels
- Grondwettelijk recht: Grondwet legt basisregels van staatsorganisatie en van de burgers
vast. Grondwettelijk hof kan wetten, decreten en ordonnanties vernietigen die
Grondwetsartikelen of andere fundamentele beginselen van onze staatstructuur
schenden.
- Strafrecht: Welke handelingen verboden zijn en bepaalt straf bij overtreding. Maar
niemand kan worden gestraft voor een handeling die nog niet strafbaar was op het
ogenblik dat ze werd gesteld.
In sommige rechtstakken sporen van beide.
1.4.2 Nationaal – Internationaal recht
Nationaal= Nationaal recht omvat alle wetten en regels die vanuit één land zijn opgesteld. In principe
houden deze wetten op bij de landsgrens. Over de landsgrens gelden de wetten en regels van het
desbetreffende land. uitgevaardigd door 1 vd bevoegde politieke instellingen
Internationaal= Naast de nationale wetten van een land geldt in datzelfde land ook een aantal
internationale regels. Dit wordt internationaal recht genoemd. Internationaal recht kan worden
opgedeeld in internationaal publiekrecht en het internationaal privaatrecht. Komen tot stand door
afspraken die landen met elkaar maken.
1.5 Bronnen van het recht
Er is een hiërarchie van rechtsbronnen, als ene bron A zegt en andere bron B dan bepaalt de
hiërarchische ordening welke bron voorrang heeft.
3
, 1.5.1 Internationale rechtsbronnen
Heel belangrijk, bepaalde internationale regelgeving zelf voorrang op onze grondwet (vooral
normen met directe werking vb. Europees verdrag voor de rechten van de mens)
Onderscheid maken tss:
- Internationale regels met directe werking (onmidd. Van toepass. In Belgische rechtsorde)
- Internationale regels met indirecte werking (eerst in Belgisch recht worden omgezet)
Bij conflict tss nationaal en internationaal recht Internationaal recht voorrang = Suprematie van
het internationaal recht
1.5.2 De grondwet
= Geheel van fundamentele rechtsregels die
- De werking en organisatie van de instellingen bepalen
- De verhouding bepalen tussen de burger en de instellingen
- En verhouding bepalen tss de instellingen onderling
- + de fundamentele rechten van de burger zijn eveneens in de grondwet opgenomen.
Kan alleen gewijzigd worden wnr strenge procedureregels worden nageleefd.
Belgische grondwet geld voor federale staat (geheel), + deelgebieden (gemeenschappen en
gewesten)
In Belgisch recht = Grondwet hoogste positie, Met uitzond. Van EVRM + verdrag betreffende Werking
v. Europese Unie. (Eerste B. Grondw. 7 februari 1831)
1.5.3 De wetgevende akten: wet, decreet en ordonnantie
Wetgevende akten: regels die door parlement van de bevoegde overheid worden goedgekeurd
Federaal parlement Wetten verder uitgewerkt door uitvoerende macht door koninklijke en
ministeriële besluiten
Bij Gemeenschappen en gewesten Decreten
Ordonnantie Wetgevende akte van Brussels hoofdstedelijk gewest
Decreet + ordonnantie = uitgewerkt in besluiten v. deelregeringen
verschil= territoriaal toepassingsgebied MAAR hebben juridisch zelfde waarde
hiërarchisch op zelfde hoogte
Lager niveau= Provinciale en gemeentelijke verordeningen.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller alyshaverschueren. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.