Vraag 1
Welke stelling over impulsgeleiding is juist?
a. Scherpe pijn is door snelle impulsgeleiding duidelijk te lokaliseren voor de patiënt
b. Doffe pijn is door langzame impulsgeleiding duidelijk te lokaliseren voor de patiënt
c. Scherpe en doffe pijn worden met dezelfde impulsgeleidingssnelheid aan de hersenen
doorgegeven
Vraag 2
In welke anatomische structuur wordt de liquor cerebrospinalis aangemaakt?
a. Granulationes arachnoidealis
b. Arteriae vertebrales
c. Plexus choroideus
Vraag 3
Wat is de functie van het cerebellum?
a. Het handhaven van de osmotische waarde van het bloed
b. Het coördineren van de motoriek van het lichaam
c. Het reguleren van het temperatuurregulatiecentrum
Vraag 4
Een patiënte met mammacarcinoom links en heeft aan dezelfde zijde ook een gezwel in haar oksel.
Het blijkt een uitzaaiing te zijn van het mammacarcinoom. Wat is hiervoor de meest voor de hand
liggende verklaring?
a. De metastase is ontstaan door hematogene metastasering via v. pulmonalis
b. De metastase is ontstaan door lymfogene metastasering
c. De metastase is ontstaan door hematogene metastasering via v. cava
Vraag 5
Welke stelling over symptomen bij longkanker is juist?
a. Het vena cava superior syndroom wordt veroorzaakt door obstructiepneumonie bij
longkanker
b. Heesheid wordt veroorzaakt door aantasting van de n. recurrens door de longtumor
c. Lymfogene metastasering van longkanker kan klachten geven van pijn in de wervelkolom
Vraag 6
Een vrouw een drager van het hepatitis B-virus. Haar zoon krijgt een uur na de geboorte 150 IE
immunoglobuline.
Van wat voor soort immuniteit is sprake bij het toedienen van immunoglobuline?
a. Passieve immuniteit
b. Actieve immuniteit
c. Natuurlijke immuniteit
Vraag 7
Door welk pathofysiologisch proces ontstaat chronisch glaucoom?
a. Door een veranderde osmolariteit in het corpus vitreum is de aanmaak van kamerwater
verhoogd
b. Door vernauwing van de kamerhoek neemt de hoeveelheid kamerwater toe
c. Door diffusie van ontstekingsvocht van buiten het oog naar de oogkamers
, Vraag 8
Met welk nummer is het periost aangegeven?
a. 3
b. 5
c. 1
Vraag 9
Welk woord wordt gebruikt voor het uiteinde van een bot?
a. Epifysairschijf
b. Diafyse
c. Epifyse
Vraag 10
Van welk micronutriënt is er een tekort als het lichaam ketonen gaat aanmaken?
a. Vetzuur
b. Glucose
c. Aminozuur
Vraag 11
Welk onderdeel van de hersenen wordt met cerebellum aangeduid?
a. De hersenstam
b. De grote hersenen
c. De kleine hersenen
Vraag 12
Pyrogenen veroorzaken koorts. Hierdoor gaat de lichaamstemperatuur omhoog.
Welk symptoom is GEEN direct effect van het vrijkomen van pyrogenen?
a. Zweten
b. Klappertanden
c. Rillen
Vraag 13
Welk van de onderstaande medicijnen wordt NIET bij nociceptieve pijn, maar wel bij neuropathische
pijn toegepast?
a. Tricyclisch antidepressivum
b. NSAID
c. Morfine
Vraag 14
Hoe wordt een tumor genoemd die uit epitheel is ontstaan?
a. Carcinoom
b. Sarcoom
c. Lipoom
Vraag 15
De huid kan temperatuur, druk, tast en pijn waarnemen.
In welke van de drie huidlagen liggen de meeste sensoren hiervoor?
a. Hypodermis
b. Epidermis
c. Dermis
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laurienmeijer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.