… for the future = onvoltooid tegenwoordige tijd voor de toekomst
Wanneer gebruik je de Present Simple voor de toekomst?
wanneer je het hebt over een dienstregeling, rooster of reisschema
Present Continuous
To be + hww + -ing
- NU aan de gang/bezig (now, at the moment, …)
- van plan bent in de toekomst(meestal tijd)
- irritatie (always of forever)
Present Perfect = voltooid tegenwoordige tijd
= has/have + vd
Wanneer gebruik je de Present Perfect?
zegt iets over het verleden & nu
1. Als iets in het verleden begonnen is en nu nog aan de gang is
2. Om iets te zeggen over iemand zijn ervargingen tot nu toe wat hij/zij tot nu toe heeft gedaan
3. Als iets in het verleden is gebeurd en je merkt daar nu WEL iets van. Maar weet niet wanneer!
For & since!
PAST
Past Simple
Hele werkwoord + ed
1. Als iets in het verleden is gebeurt en je merkt daar nu NIETS van, afgesloten
2. Als je wel weet wanneer iets gebeurde
Tijdsaanduiding!
Past Continuous
Was/were + hele werkwoord + ing
1. verleden aan de gang
Met past simple: je was iets aan het doen (past continuous) toen er ineens of tegelijkertijd iets
anders gebeurde (past simple)
FUTURE
… for plans and arrangements (plannen, regelingen/afspraken)
1. van plan zijn / gaan -> niet 100% zeker
am/are/is + (not) going to
2. geregeled (afspraak, kaartjes, etc. -> 100% zeker
am/are/is + werkwoord + ing
, … for predictions
1. am/are/is + (not) going to + werkwoord = bewijs
2. will (not) + werkwoord = geen bewijs, voorspelling
Should & should have
Should = zou moeten -> advise
Should have + vd = had moeten gebeuren
Can, may and could
Vragen om toestemming: can, may, could
(niet) vragen om toestemming: can, may
Can/could/to be able to = kunnen
beleefd?
nee ja
could
in het zwembad (beheerst) = kon/zou kunnen
of aan de kant? ( in staat zijn
tot/mogelijkheid hebben)
zwembad kant
can to be able to
could was/were able to
Must/should/have to = moeten
jouw of iemand anders mening?
jij ander (algemeen/regel)
hard (moeten!) of zacht have to
(zou moeten) don’t have to = hoeft niet
hard zacht
must should
Will be able to / might be able to
zeker/misschien in toekomst kan doen
zeker misschien
will be able to might able to
won’t be able to might not be able to
Vragen maken
1. hulpwerkwoord: can, could, will, would must -> vooraan
2. to be: vormen was & were -> vooraan
3. hoofdwerkwoord & ‘have’ -> do(es) + oude zin
4. vraagend voornaamwoord: what which where when why how who + oude zin
5. negatieve vragen:
a. hulpwerkwoorden: hww + not + zww
b. to be, to do, to have, … -> ww + not
-> vraagt jezelf af of iets daadwerkelijk klopt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lvandermade. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.