1.1
Organisatiekunde = een tak van wetenschap die zich bezighoudt met het
bestuderen van het gedrag van organisaties, de factoren die dit gedrag veroorzaken
en hoe deze organisaties het meest doeltreffend bestuurd kunnen worden.
Descriptief aspect = een beschrijving van het gedrag van organisaties, met de
motieven en gevolgen.
Prescriptief aspect= een advies over te volgen handelwijze en organisatie-
inrichtingen.
Interdisciplinariteit= Organisatiekunde bevat veel elementen die afkomstig zijn uit
andere wetenschappen. Oude disciplines komen niet meer herkenbaar naar voren.
Multidisciplinair= Als je alle bijdragen uit wetenschappelijke vakgebieden verzameld
die je nodig hebt voor een onderzoek of project. Oude disciplines komen nog wel
herkenbaar naar voren.
Besturing= het richting geven aan de processen die in een organisatie plaatsvinden.
Doeltreffendheid/effectiviteit= De mate waarin de besturing slaagt. Nadrukkelijk
word in het midden gelaten wie deze besturing uitvoert.
1.2
Bedrijfsorganisatie/organisatiekunde= De besturing van dergelijke organisaties.
Organisatiekunde is ontstaan door behoefte naar gestructureerde wijze van
nadenken en wat te krijgen op organisaties en wat erin gebeurd. Socrates en Plato
waren de eersten die kwamen met leidinggevende, taak verdelende en
specialistische theorieën
.
1.3
Zijderoute= 1 v/d oudste handelsroutes
Multinationale onderneming= onderneming die internationaal werkt.
1.4
De kern gaat steeds om de vraag hoe men door gezamenlijk inspanning doelen kan
bereiken. Taakverdeling, coördinatie, de gekozen leidersstijlen en communicatie
spelen een belangrijke rol hierbij.
1.5
Socrates en Plato waren al bezig met leidinggeven en later ook Niccolo Machiavelli,
een boek over richtlijnen die vorsten, maar ook andere leiders van nut kunnen zijn.
De boeken zijn gebaseerd op eigenbelang en gewetenloos gebruikmaken van
mogelijkheden die de situatie bied ook zijn ze gericht op het behoud van macht en de
uitbreiding ervan. Mercantilisme, de stroming die stelde dat het bezit van geld en
goed de enige welvaartsbron was. Adam Smith kwam met een boek en stelde dat
productieve arbeid de bron van welvaart was en door arbeidsverdeling de
productiviteit van de arbeid sterk kan worden verhoogd.
1.6
Frederick Taylor bood voor het eerst een systematische, samenhangende
bedrijfskundige benadering voor de wijze waarop de productie georganiseerd dou
moeten worden. Hij kwam met Scientific Management. Analyse werkzaamheden incl.
1
,bewegingen. Vergaande taakverdeling en training. Samenwerking leiding en
arbeiders. Zorgvuldige selectie.
Hij stond verder een arbeidsverdeling voor van de leiding van de productieafdeling of
werkplaats over 8 functies die elk door een aparte functionaris uitgevoerd moesten
worden, Achtbanenstelsel.
1 Tijd en kosten
2 Werkinstructies
3 bewerkingen en hun volgorde
4 werkvoorbereiding en uitgifte
5 onderhoud
6 kwaliteitscontrole
7 technische leiding
8 personeelsbeheer
Gevolgen Het idee dat de mens als verlengstuk van de machine, monotone arbeid,
beperking van vrijheid en het verdwijnen van plezier in werk. Een ander gevolg: het
bestuur en beheer van productieafdelingen over de hele industriële wereld
verbeterde.
1.7
Henry Fayol was de 1e in Europa die een samenhangend stelsel van opvattingen
ontwikkelde over de wijze waarop organisaties in hun geheel bestuurd zouden
moeten worden. Het is tevens bedoeld voor andere types organisaties dan
industriële. General Management-theorie. Hij onderscheidde 6 onafhankelijke
managementgebieden:
1. Technisch
2. Commercieel
3. Financieel
4. Zelf beschermend
5. Boekhouding
6. Besturing
De besturing zorgt voor de onderlinge samenhang op de overige gebieden.
Belangrijkste onderdeel van managers bestaat uit 5 taken:
1.Plannen en vooruitzien
2.Organiseren
3.Bevel voeren
4.Coordineren
5.Controleren
Eenheid van commando was voor Fayol het belangrijkste principe. Hij staat haaks
met zijn opvattingen op die van Taylor. Hij richtte zich op de gehele organisatie en
Taylor juist vooral op de productie afdeling.
1.8
Max Weber hielt zich bezig met overheidsorganisaties en grote bedrijven vanuit een
sociologische invalshoek. Ideale bureaucratie is het meest doelmatig, ieder mens in
een dergelijke organisatie rationeel functioneert en een radertje in een goed geoliede
machine is. Sterke taakverdeling, hiërarchische bevelsstructuur, functie belangrijker
dan persoon, objectieve criteria en procedure en verslaglegging.
1.9
2
, De Human Relations-beweging ontstond in de tijd dat Scientific Management de
belangrijke stroming was en de daarbij behorende sterk rationele benadering van de
manier van werken in organisaties. Door bij 1 groep de lichtsterkte te verhogen
hoopten ze dat de productie steeg. Maar dat deed het bij allebei de groepen. Ze
haalden Elton Mayo erbij om een verklaring te vinden. De aandacht die de personen
kregen bij het experiment. Hij deed experimenten waarbij het verband werd
onderzocht tussen verbetering van werkomstandigheden.
Mayo bewees zijn theorie dat naast objectieve factoren ook subjectieve bepalend zijn
voor het resultaat, zoals aandacht, zekerheid, het bij een groep horen en waardering.
Samenwerking is het toverwoord en dus zijn sociale vaardigheden voor
leidinggevende zeer belangrijk. Het grote belang van de beweging ligt vooral in het
ontdekken van het belang van menselijke factoren voor de effectiviteit.
1.10
Warren G. Bennis zei den benadering van Taylor is een organisatie zonder mensen
en die van de HR beweging groepjes mensen zonder organisatie. Hij benadrukte de
noodzaak van een revisie van de uitgangspunten van de HR beweging, waardoor de
term revisionisme ontstond. Rensis Likert was de 1 e die een poging deed tot
overbrugging van de 2 stromingen. Hij ontwikkelde de Linking-pin structuur, waarbij
organisatie bestaat uit elkaar overlappende groepen, waarbij de leider van de groep
ook lid is van een hogere groep. Hij dient de groep te leiden maar ook te zorgen voor
communicatie met de hogere groep. Frederick Herzberg zijn theorie was geent op de
behoeftehiërarchie van de psycholoog Abraham Maslow. Deze onderscheidde 5
niveau’s van behoeften.
1. Fysiologische behoeften
2. Behoefte aan zekerheid
3. Behoefte aan acceptatie
4. Behoefte aan erkenning
5. Behoefte aan zelfontplooiing.
Douglas McGregor kwam met een boek met daarin zijn visies op de mens in de
organisatie tegenover elkaar stelde, theorie X en Y. X gaf aan hoe de meeste
organisaties in die tijd functioneerden. Y gaf zijn eigen visie aan op hoe mensen in
een organisatie zouden moeten samenwerken. Het zegt iets over de mensbeelden.
1.11
Kenneth Boulding kwam met een theorie waarbij organisaties gezien werden als een
systeem, een geheel van de samenhangede delen. Alle activiteiten hangen samen.
Organisaties staan in wisselwerking met de buitenwereld. Een systeem bestaat uit
een met een aantal met elkaar verbonden subsystemen. Synergie als het totale
resultaat van alle subsystemen groter is dan de som van hun individuele resultaten.
Systeembenadering stelt dat het management organisatieproblemen integraal dient
aan te pakken. Niet alleen kijken naar de belangen van een enkel
organisatieonderdeel maar ook naar de invloed van genomen beslissingen op de
totale organisatie.
1.12
Contigentie= bepaaldheid door situatie
Volgens contigentiebenadering hangt de keuze voor het toepassen van bepaalde
managementtechnieken, die voortkomen uit een organisatiekundige theorie, sterk af
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lotteeff. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.