100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting ALLE!! NOTITIES LES + BOEK + PPT $10.78   Add to cart

Summary

Samenvatting ALLE!! NOTITIES LES + BOEK + PPT

 27 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

hierdoor geslaagd op examen geschiedenis =) ALLE!! NOTITIES LES + BOEK + PPT

Preview 4 out of 310  pages

  • March 15, 2021
  • 310
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Geschiedenis van het
publiekrecht en de politiek
Hoofdstuk 1: inleiding
1.1. Definitie
1.A. Geschiedenis


1. Rechtsgeschiedenis = metajuridica


Rechtsgeschiedenis = geschiedenis van het recht
 Hoe samenleven?
 Maatschappij: regels & sancties
 Onderlinge regels; privaatrecht
 Machtsafspraken; publiekrecht
 Juridische mijlpalen in publiekrecht
 Relevant voor vandaag
 Nut: inzicht
Sancties & pakkans -> belangrijk
 Niet té streng, maar ook niet te mild
 Belang: maatschappij ordenen
Privaatrecht: wanneer afspraak niet nagekomen = schending van contract
Overheid vervolgt & spreekt straffen uit

1215= Magna Charta
Recht = perfecte resultante van de evoluties
 Wordt opgelegd door machthebbers
Religie & kerk hebben grote invloed + klimaat (nu meer dan vroeger)

Metajuridisch = louter juridisch overstijgend

!! vanuit historisch-wetenschappelijke invalshoek
`
Iedereen wordt geacht de wet te kennen = nemo censetur ignorare legem

Rechtsgeschiedenis als resultaat van de Historische Rechtsschule
 Carl Friedrich van Savigny (1779 – 1861)




2. Geschiedenis en recht dienen elkaar



1

,Toepassing van de norm in de tijd (heuristiek)
Wetshistorisch -> vooral gefocust op wet -> op zoek gaan in de
totstandkoming van een concrete wettekst naar de reden van de wet
(=ratio legis), om vervolgens de norm volgens de bedoeling van de
wetgever toe te passen

Rechtshistorisch -> gaat dieper/breder
 Context is belangrijk (maatschappelijk + wetenschappelijk)
 Gaat op zoek naar de indirecte bronnen van een bepaalde regel
en gebruikt daarbij de voorbereidende bronnen én ook andere
wetgeving (=rechtspraak + rechtsleer)
Historisch argument (inhoud recht)
o Plakkaat van Verlatinge -> Nederlanden scheuren zich af van Spanje
-> baseren zich op historische argumenten
o Vb. constitutionalisme, vakbonds-acquis
 Verworven rechten (= al gezien in het verleden)
Historische expertise (inhoud feiten)
o Vb. negationismeprocessen (= ontkennen van de holocaust =
strafbaar) -> historicus bijhalen
o Vb. tabakprocessen in de VS -> historici verlenen kennis in de
rechtbank
o Vb. Joegoslaviëtribunaal (massamoordenaars) -> geen experten in
grondgebied dus historici bijgeroepen
Tempus regit actum -> tijd beheert het vonnis/contract

Locus regit actum (regel van IPR) -> plaats beheert het vonnis/contract

Locus regit formam acti -> plaats van het document regelt het recht &
de vorm van de akte

Analogie: tempus regit formam acti

Vb. testament voor pastoor vóór 1789
- Inhoud: wie krijgt wat? Mag een testament?
- Vorm: na de Franse revolutie slechts 3 geldige testeervormen
Franse terminologie!

IPR = internationaal privaatrecht

 Wetsvoorstel -> uit parlement
 Wetsontwerp -> door uitvoerende macht
Remedie van toelichting -> bij wetsontwerp moet dit naar het advies van
het net van raad van staten -> wijzigingen kunnen worden doorgebracht


2

,2.A. Recht dient geschiedenis
Instellingen: dragers van de (politieke) macht (bv.koningen)
Vb. dynastieën
Vb. vredesverdragen (vb. verdrag van Londen)

BRONNEN
Opm. rechtsbronnen vs. Historische bronnen
Formele vs. Materiële rechtsbronnen

Formele= klassieke bronnen -> bv. wet, rechtsspraak, rechtsleer
Materiële = juridisch tot stand gekomen -> bv. parochieregisters,
boedelbeschrijving, aangifte erfenis


3. Continuïteit


Recht is continu in beweging

Evolutie de regel – evolutie de uitzondering (terug naar oude)

1789: Franse revolutie = breukmoment in het recht -> democratischere
burgermaatschappij -> pragmatisch conservatisme

14 juli: bestorming Bastille
Napoleon stelde orde op zaken

1830: Belgische onafhankelijkheidsstrijd
 Belgische grondwet met nodige vrijheden
 Realiseert monarchie/koningshuis

 Materiële continuïteit = ‘werkelijk land’
Hetzelfde probleem wordt doorheen de tijd op dezelfde manier
opgelost maar door een andere instelling -> soort van absolutisme

 Formele continuïteit = ‘wettelijke land’
Wetten & instellingen blijven doorheen de tijd hetzelfde, maar
binnen het land verandert vanalles
Bv. Schuttersgilde

Continu = vaak conservatief, maar ook progressief

Micro-vlak
 Juristen aan beiden zijden van een geschil
 Ieder ‘zijn’ waarheid
 Kan het recht zowel ten goede als ten slechte aanwijzen



3

, 4. Historische kritiek


= noodzakelijke reflex – clio als prostituee = geschiedenis kan worden
misbruikt
Papier is gewillig (het wettelijke land komt niet altijd overeen met
het werkelijke land)
o Studie van normatieve bronnen & doctrine = beperkt
o In vele edicten stonden tal van zware straffen, maar in praktijk
werden deze beperkt toegepast
o Law in action: wat gebeurt in realiteit met de wet? Wordt de
wettekst correct gebruikt door de rechter? -> het wettelijk land,
alvast een deel daarvan
vb. strenge strafregel vs. Werkelijke uitvoering, verzoening

vb. compositie = minnelijke schikking
afkopen van de straf

vb. 1996: aflasten doodstraf -> België = ‘achterlijk’
collaboratie = meehullen met de vijand
genade

jurist = kritisch (bv. grondwettelijk hof)

bepaalde documenten hebben intrinsieke waarden
bv. 1215: Magna Charta – Jan Zonder Land
 Mensen weten duidelijk op welke feiten welke straffen staan ->
belangrijk!
Kritische waarden
 wie is aan het woord?
 Plaats van de tekst in de hiërarchie der normen?
 Waarom kwam deze tekst tot stand?
 Is de tekst nog legitiem? (is de tekst nog altijd wettig?)
 Hoe oud is de tekst?
 Hoe is hij evolutief toegepast?


5. Historische achtergrond


Geschiedkundige achtergrond = ken de context!
 Begincompetentie: overzicht geschiedenis
 Tijdvakken: oudheid, middeleeuwen, vroegmoderne tijd, nieuwste
tijd
Prehistorie = geen geschreven bronnen

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xxxb. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.78. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.78
  • (0)
  Add to cart