Class notes
Overzichtelijke aantekeningen van hoorcolleges Neuropsychologie
- Course
- Institution
Overzichtelijke kort maar krachtige aantekeningen voor het vak neuropsychologie. In 30 pagina's alle belangrijkste informatie.
[Show more]
Seller
Follow
sanaef
Content preview
NeuropsychologieHoorcollege 1.1
Organisatie zenuwstelsel, bestaat uit:
1. Centrale zenuwstelsel
Omsloten door bot en gevormd door hersens en ruggenmerg.
2. Perifeer zenuwstelsel
Autonome zenuwstelsel: onwillekeurig en staat niet onder invloed
van de wil, je hebt hier geen controle over het gaat automatisch.
Bestuurt de organen zoals je hart en darmen. Slaap-waak ritme,
spijsvertering, stofwisseling en alle andere dingen die
automatisch gaan. Hierbij heb je sympathische deel (activiteiten
zoals stress) en parasympatisch (herstel, rust en energiebehoud).
Somatisch zenuwstelsel: willekeurige, zintuigelijke waarneming,
motoriek, interactie met de buitenwereld en je lichaam. Bewuste
keuzes die je kunt maken.
Spijsvertering, stofwisseling en verbranding
Spijsvertering: verteren van voedsel tot bruikbare, door het
lichaam opneembare bouwstenen zoals eiwitten.
Stofwisseling: het bewerken en omvormen van deze bruikbare
voedingstoffen tot bijvoorbeeld glucose voor energie.
Verbranding: met behulp van zuurstoffen voedingsstoffen
omzetten in energie, dat is nodig voor activiteiten en inspanningen
(sympathisch zenuwstelsel), mentale inspanning, vitale functies als
hartslag en ademhaling, lichaamstemperatuur.
Glucose kan worden verbrand of opgeslagen, afhankelijk van je
energiebehoefte. (Veel> sympathisch deel en weinig>
parasympatische deel van je autonome zenuwstelsel).
Glucose is de snelste energieleverancier. Als er meer glucose is dan
nodig is wordt dit opgeslagen bijvoorbeeld als glycogeen in lever- en
spiercellen, als eiwitten in spierweefsel of als vet.
Zenuw= grote verzameling axonen die dezelfde route afleggen buiten het
brein.
Synapsen= plek waar terminale eindvoet contact maakt met dendriet
oftewel de inputplaats.
Structuur: bouwstenen van de hersenen
Twee typen cellen
Neuronen:
Ongeveer 100-120 miljard
Informatieverwerking, signalen ontvangen, verwerken/integreren
en doorgeven.
Neuron ontvangt input en stuurt output naar duizenden andere
neuronen.
Verbeelding, creativiteit.
,Structuur neuronen:
Dendrieten ontvangen de input (vertakkingen)
Cellichaam/axonheuvel verwerken de input en geïntegreerd tot 1
outputsignaal.
Axon/collateralen/terminale eindvoet ontvangt de output en geeft
het door.
Gliacellen:
Ongeveer 5 biljoen
Ondersteuners van neuronen
Primaire functies van de hersenen
1. Verwerken, filteren, integreren, betekenis geven aan prikkels uit de
omgeving.
2. O.b.v. optelsom van ervaringen een interne representatie van
omgevingsprikkels creëren (moeder=veiligheid, slang=gevaar).
Geheugenvorming, verwachtingen en voorspellen.
3. Produceren van gedrag en interactie met de omgeving. (Jagen, eten,
paren)
Hersencel= neuron, bestaat uit: cellichaam, acon en dendrieten.
Synaps= contactpunt, waar neuronen communiceren.
Grijze stof= vooral cellichamen en dendrieten plus bloedvaten.
Witte stof= axonen. Witte kleur komt door myeline (=laag om axon dat
impulsgeleiding versnelt).
Ruggenmerg
Deel van centrale zenuwstelsel dat zich niet in de schedel maar in
kanaal in wervelkolom bevindt.
Ruggenmergzenuwen vervoeren sensorische en motorische
informatie naar en van het ruggenmerg met brein.
Reflexmatig gedrag
Elektrische prikkels komen aan in de sensorische zenuw, in de
spinale ganglion hoopt het zich op (axonen) en dat gaat het
ruggenmerg in op weg naar het brein.
Hoorcollege 2
Cerebrale cortex (schors van de grote hersens):
geplooide buitenste laag
Twee helften (hemisferen)
Functioneel anatomische basis voor
perceptie, complexere motoriek, en alle
hogere functies (bewustzijn, taal,
intelligentie, persoonlijkheid)
Neocortex: hogere cognitie dit alleen in
primaten ontwikkeld is, alleen bij mensen.
Subcorticale gebieden zijn betrokken bij lagere functies.
4 kwabben:
Frontale kwab (voorhoofdskwab)
, Temporale kwab (slaapkwab)
Pariëtale kwab (wandbeenkwab)
Occipitale kwab (achterhoofd kwab)
Crossed wing:
Veel systemen en verbindingen zijn gekruist.
Informatie die in het rechterhelft worden aangeboden komt ook in het
linkerkant aan en vice versa.
Contralateraal= De linker hersenhelft stuurt de rechterkant van het lichaam
aan, en vice versa. (Visie en tast)
Ipsilateraal= is dat het niet kruist maar de linkerhelft ook de linkerkant
aanstuurt. (Auditief)
Hemisferische specialisatie
Het brein is zowel symmetrisch als asymmetrisch (hemisferische specialisatie).
Bijvoorbeeld:
Links = taal, ratio, logisch redeneren.
Rechts= ruimtelijk-visuele vaardigheden, emoties, intuïtief, gezichtsherkenning, muziek.
Doordat de taken verdeeld zijn kan je iets niet benoemen maar bijvoorbeeld wel
natekenen. Als je linkerhelft gedeactiveerd is en als je een lepel ziet zou je wel nog een
lepel kunnen pakken of natekenen maar je kan niet benoemen dat het een lepel is omdat
de linkerhersenhelft belangrijk is voor taal.
Soortgelijke gebieden (homotope) die verschillen maar aan beide kanten van
het brein verwerken gelijksoortige informatie. Ze verwerken dingen op een
andere manier.
Bijvoorbeeld: links is betrokken bij inhoud van spraak en rechts bij intonatie
van spraak, beide dus zelfde soort maar op een andere manier.
Doordat de taken
Hersenen: structuur en functioneren
Hersenkern (nucleus):
Groep cellichamen die bij elkaar liggen en soortgelijke functie vervullen (lineair
georganiseerd in lagen).
Hersengebied:
Zelfde als hersenkern maar grotere groepen.
Zenuw:
Grote verzameling axonen die dezelfde route afleggen buiten het brein (witte stof).
Tractus:
Zelfde als zenuw maar binnen het brein.
Verschillende typen connecties
Zenuwen
1. Hersenen-rest lichaam (projectiebanen)
Afferente zenuwen: voeren informatie aan naar de hersens
Efferente zenuwen: voeren informatie af bijvoorbeeld commando’s uit de hersens
naar spieren.
Tracts
2. Kwab x – kwab x (associatiebanen): binnen een kwab is er associatie.
3. Kwab x – kwab y
, 4. Interhemisferisch (commissuren): corpus callosum en anterieure commisure.
5. Corticaal (cerebrale cortex) – subcorticaal (structuren die eronder liggen):
projectiebanen.
Netwerk van het brein
Axonen vormen de informatiesnelwegen tussen hersengebieden
Hogere functie worden bijna niet door alleen 1 gebied uitgevoerd wat ze vroeg wel
geloofde, het gaat echt om samenspel van vele door het brein verspreid liggende
gebieden.
Hoe efficiënter de verbindingscircuits tussen functie-gerelateerde gebieden (bijv.
a-b i.p.v. a-b en b-c) hoe makkelijker informatie uit gebieden kan worden
geïntegreerd en des te betere cognitieve prestaties.
Relevantie voor pedagogiek: cognitieve ontwikkeling, leren, intelligentie en taal.
Cognitieve ontwikkeling/leren (plasticiteit)
Verbindingen in een netwerk kunnen worden aangemaakt, versterkt of juist weggesnoeid door
oefening, leren, ervaringen en omgeving waardoor het netwerk steeds beter p zijn taak is
toegerust. Het gaat sneller en vloeiender, het brein is dus plastisch. Door onderwijs verander
je het brein. Belang van leren. Niet het aantal neuronen is belangrijk maar de efficiëntie van
hun verbindingen.
Intelligentie
Hangt samen met kwaliteit van breinnetwerken waarbij efficiëntie van verbindingen meer van
belang is dan het aantal verbindingen. Het is niet plaatsgebonden maar het zit overal.
Taal
Bestaat ook uit meerde deeltaken: begrip, productie, opslag woordenschat, koppeling
fonologie en semantiek (lezen).
Grove indeling van hersenen:
Ruggenmerg
Hersenstam
Limbisch systeem
Hersenschors
Hersenstam (reptielen, primitieve brein)
Aansturen basale en vitale functies wat te maken heeft met het in leven blijven.
Instinctmatige reacties die als doel hebben overleven.
Vitale levensfuncties (regulatie autonome zenuwstelsel bv. Hartslag,
bloeddruk)
Overlevingsinstincten
Arousalniveau (activiteit, alertheid)
Diencephalon:
Thalamus: schakelstation naar corticaal
Hypothalamus: aspecten van basale overlevingsinstincten. Regulatie autonome
systemen.
Limbisch systeem (over hersenstam heen, zoogdierenbrein)
Ringvormig systeem heeft verbindingen met hersenschors en hersenstam. Vooral betrokken
bij emoties, geheugen en basale leerprocessen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sanaef. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.49. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
77764 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now