EU (Lidstaten, organisatie, instelling) ≠ Europa (Geografisch continent)
Openingscasus: Van oorlog naar Unie:
Na de 2de Wereldoorlog, zeiden de landen van Europa ‘dit nooit meer’. De oorlog had
veel levens gekost en steden verwoest, maar ook nationale economieën
ernstige schade toegebracht. Landen vertrouwden elkaar niet meer en sloten geen
handelingsverdragen. Wederopbouw was belangrijk voor een groeiende economie en
welvaart. Een van de belangrijkste sectoren van de economie die na de oorlog niet meer
functioneerde was de grote kolen- en staalindustrie. Deze industrie was vooral voor
Duitsland en Frankrijk heel belangrijk, de industrie was gebruikt in de jaren 40 om oorlog
te voeren, maar lag nu helemaal stil.
De buurlanden wilden niet helpen bij de wederopbouw van deze industrie in Duitsland
omdat het voorheen hun vijand was, ze waren bang dat de opbouw een groot gevaar met
zich mee zou brengen. De landen afzonderlijk waren niet in staat hun eigen economie te
verbeteren zonder de hulp van andere landen. Nederland was vb. van oudsher een
exportland en voor de 2de WO werd er veel geëxporteerd naar Duitsland. Het gebrek aan
handel na de oorlog zorgde ervoor dat veel mensen geen werk vonden.
Op politiek vlak probeerde men oplossingen te zoeken maar het wantrouwen was zo
groot dat er weinig van de grond kwam. Dat veranderde toen de Franse minister
Robert Schuwman en politiek adviseur Jean Monnet met een plan kwamen om die
belangrijke kolen- en staalindustrie nieuw leven in te blazen. Gezamenlijk beheer van
de staten die deel uitmaakten van de organisatie, daardoor konden ze de
industrie niet meer inzetten voor oorlogsdoeleinden. (Onder de hoede van
onafhankelijke organisatie)
Deze internationale organisatie, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
(EGKS), is het begin van de Europese Unie zoals we die nu kennen. Er werden
nieuwe verdragen gesloten in de loop van de jaren, de lidstaten gingen daarin telkens
,een stap verder om handelsbelemmeringen in Europa op te heffen. Door Verdrag van
Maastricht jaren ’90 was het voortaan ook verboden om het vrij verkeer van diensten,
kapitaal en personen te belemmeren, toen werd het de Europese Unie. Steeds meer
landen willen toetreden.
1.1 INTERNATIONAAL RECHT
Afspraken vastleggen:
Tussen NP en RP: contracten
(IPR zegt niet wat je moet doen, maar zegt naar welk recht je moet kijken)
Tussen staten: afspraken worden vastgelegd in verdragen (beheerst door
internationaal recht, hierbinnen zijn alle staten gelijk aan elkaar, groot of klein)
1) EVRM = Europees Verdrag Rechten van de Mens
Belangrijk beginsel binnen het internationaal recht = staatssoevereiniteit
1.1.1 STAATSSOEVEREINITEIT
De overheid heeft de ultieme beslissingsbevoegdheid op het grondgebied van de
staat en is de enige die wet- en regelgeving kan opstellen de overheid heeft
staatssoevereiniteit. = Dat andere staten niet kunnen bepalen hoe België zijn
regelgeving vormgeeft. Kan op twee manieren beperkt worden:
Soevereiniteit vrijwillig overdragen Soevereiniteit onvrijwillig
overdragen
Vb. aan een internationale organisatie. De staat Vb. Als een staat wordt
kan dan niet alle regels zelf stellen, maar binnengevallen door een ander
accepteert dat een organisatie hoger en land en dat andere land de
gezaghebber is dan de staat zelf. Staten zullen macht overneemt, zij nemen dan
dit alleen doen als dit in het belang van het land alle beslissingen. Dit kan door
dient en bijdraagt aan het welzijn van de militair ingrijpen van een
inwoners. onafhankelijke staat gebeuren,
maar ook door een mandaat dat
In geval EGKS: het voorkomen van oorlog en het
de Veiligheidsraad van de
tewerkstellingen van economische groei een
Verenigde Naties heeft
belangrijke reden.
afgegeven om een land binnen te
Niet bij alle vormen van vrijwillige vallen.
samenwerking wordt soevereiniteit
overgedragen. (Verdragen)
1.1.2 INTERNATIONALE ORGANISATIES:
Twee grote spelers, 1) staten kunnen een samenwerkingsverband aangaan, maar
personen kunnen een gezamenlijke 2) internationale organisatie oprichten. 2
soorten organisaties:
1) Gouvernementele organisaties (samenwerking van staten)
o VN (UNO), OESO, NAVO (of NATO), Benelux, EVA (EFTA), EER, Raad van
Europa
o Oprichting van zo’n organisatie gebeurt door een verdrag, daarin
vermelden ze de doelstellingen en middelen die de organisatie heeft.
o Mogelijkheid om samen te werken op bepaald beleidsterrein
o Zo ook EGKS: samenwerking gebied van kolen en staal, vastgelegd in
verdrag
, o Staten kunnen kiezen hoeveel soevereiniteit ze afstaan (geen
soevereiniteit afstaan = intergouvernementele organisatie
samenwerking tussen lidstaten, wel = supranationale
organisatie boven de lidstaten)
2) Non-gouvernementele organisaties, NGO (samenwerking van
personen)
o WWF, Amnesty International
o Onafhankelijk van staten, vaak een ideële doelstelling, hoeft niet
internationaal te zijn. Ngo’s publiceren jaarlijks rapporten over de stand
van zaken op hun aandachtsgebied. Ze hebben niet dezelfde status als
gouvernementele organisaties, maar worden wel vaak uitgenodigd om deel
te nemen aan internationale vergaderingen, geen stemrecht, maar
adviserende rol.
Vraag 1.1: Leg uit waarom een ngo nooit een supranationale organisatie kan
zijn.
Antwoord: Een supranationale organisatie is een organisatie waarbij de lidstaten een
gedeelte van hun soevereiniteit hebben overgedragen. Staten kunnen geen lid zijn van
een ngo, dus kan er ook nooit sprake zijn van soevereiniteitsoverdracht.
1.1.4 OESO
Opgericht in 1948 als Organisatie voor Europese Economische
Samenwerking
Nadien in 1961 werden ook niet-Europese landen lid (USA, Canada,
Australië…)
Bestuurscentrum in Parijs
1.1.5 NAVO (OF NATO)
Opgericht in 1949 met hoofdzetel in Brussel
Militaire alliantie tussen de leden (als er 1 van ons aangevallen wordt gaan de
andere landen uit de NAVO helpen bij de defensie van dat land)
Vs. Communistisch Oostblok
Belang verminderd
Vb. bij 9/11 als er meer aanslagen kwamen was de NAVO van plan te helpen
, 1.1.6 BENELUX
Opgericht in 1944 in Londen
België, Nederland, Luxemburg
Was oorspronkelijk een douane-unie waarin de goederen vrij kunnen circuleren,
maar evolueerde naar een economische samenwerking met een interne
markt
Ook op andere domeinen actief (justitie, binnenlandse zaken en duurzame
ontwikkeling)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elisepascal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.56. You're not tied to anything after your purchase.