Uitgebreide hoorcollege aantekeningen van het vak rechtseconomie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Is geschreven in het jaar 2021. Colleges zijn gegeven door professor Weishaar.
Het recht wordt vaak gebruikt om problemen op te lossen (ex post). Een belangrijk element
is dat als je een probleem hebt, je dit probleem probeert te oplossen.
De rechtseconomie in tegenstelling, denk juist meer aan hoe je problemen kunt voorkomen
(ex ante). Dus hoe je de welvaart voor iedereen kunt maximaliseren. Belangrijk is dus om te
kijken wanneer je iets moet gaan reguleren. Je hebt bijvoorbeeld twee economische
scholen; public finance vs public choice. De rechtseconomie volgt in zekere zin de insteek
van public choice. We gaan kijken nar verschillende marktfalen die aanleiding kunnen geven
tot reguleringen.
Geschiedenis
1 van de aannames die in de micro economie vaak worden gebruikt = dat mensen bepaalde
voorkeuren hebben. Veronderstellingen die iedereen zou moeten hebben. Iedere individu
zou een volledige voorkeursordening moeten hebben (voor iedere combinatie van goederen
moet je kunnen aangeven of je het LEUK of NIET LEUK vindt). Ook wordt verondersteld dat:
voor iedere voorkeursordening de persoon in staat is om te zeggen dit vind ik LEUKER of dat
vind ik LEUKER.
,DUS: voorkeuren:
Deze aannames zijn dus belangrijk. Als je zou zeggen dat deze aannames niet kloppen, dan
klopt het model niet. Je moet dus dingen veronderstellen om modellen te kunnen maken. Je
kunt dan de maatschappij makkelijker in modellen zetten.
Dit is een indifferentiecurve; dit is een mogelijkheid om voorkeuren van individuen naar
voren te brengen. In dit model is pizza op de verticale lijn gezet en bier op de horizontale lijn.
Dit is een voorbeeld van persoon A die laat
weten hoe blij hij wordt ingeval van bier en
pizza. Elke punt op de grafiek laat zijn hoe
blij persoon A is met een bepaald iets. Stel
je geeft persoon A, 6 pizza en 6 bier, dan
kun je zien hoe blij hij hiermee is. Voor
iedere combinatie kan je een bepaald
voordeel genieten, je kunt je voordeel
(utility) zien. Dan kun je dus verschillende
indifferentiecurve maken, dan kun je dus
verschillende ‘nut’ zien bij verschillende
combinaties van in casu pizza en bier. Voor
iedere combinatie op deze curve is het
voordeel van persoon A constant. Veel
pizza en beetje bier maakt hem even blij als veel bier en weinig pizza. Meer pizza en meer bier = maakt
persoon A wel blijer. Een individu wil dus meer van alles = voordeel stijgt dan.
Als we een stapje verder gaan, kan je
ook kijken naar de helling van zo’n
curve of een bepaald punt op zo’n
curve. Dit geeft de verandering van
pizza’s en bier aan. Belangrijk is dat
je op een bepaald punt op de
indifferentiecurve een liniaal kunt
neerleggen en dan kun je de stijging
zien. De stijging moet gelijk zijn aan
de budgetlijn.
, Als je het budget wil maximeren, moet je
de punt vinden waar de indifferentiecurve
op een punt de budgetlijn aanraakt. In
deze model zie je dat de
indifferentiecurve de budgetlijn op 2
punten aanraakt. Dit betekent dat de
voordeelcurve eigenlijk onder dit niveau
ligt. Als hij bijvoorbeeld twee pizza en
twee bier koopt, dan kan hij zijn geld
anders gebruiken, hij kan namelijk een
andere combinatie van goederen kopen
die hem op een hogere indifferentiecurve
brengt en hem dus blijer zou maken. Dus
als je het voordeel van een bepaald
budget wil maximeren, moet je de
punten vinden waar de indifferentiecurve aan 1 punt contact maakt met de budgetlijn.
Optimale keuze
Persoon A heeft een bepaald
aantal centjes dat hij kan
besteden. Hij heeft de
mogelijkheid om net aan de
punt te consumeren die de
budgetlijn raakt (zie afbeelding,
het punt waar de muis is). Hier
heeft hij het maximale voordeel
bereikt. Op dit punt is de stijging
van de hoogste
indifferentiecurve hetzelfde als
de stijging van zijn budgetlijn.
Optimale keuze 2
Dit is belangrijk, omdat het een
individu in staat stelt om een juiste
keuze te maken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentrechten1200. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.