Samenvatting van de besproken stof in de hoorcolleges van Risicotaxatie gegeven door Danique Smeijers. Ondersteund met duidelijke afbeeldingen en overzichten. Alles wat je nodig hebt om een TOP cijfer te halen op je tentamen!
Unfortunately, it is no longer the same substance as the one given in the year 2022/2023.. Other lecturer
By: SSA95 • 3 year ago
By: ambervanbeers • 3 year ago
Translated by Google
Thank you for your review!
By: emmely21 • 3 year ago
By: ambervanbeers • 3 year ago
Translated by Google
Thank you for your review!!
Seller
Follow
ambervanbeers
Reviews received
Content preview
Risicotaxatie
Dr. Danique Smeijers
d.smeijers@tilburguniversity.edu
Tentamen: multiple choice met 3 antwoordopties, 40/60 goed voor voldoende.
1
,Hoorcollege 1 Introductie risicotaxatie
Definitie van risicotaxatie: "Waarschijnlijkheidsberekening dat zich een schadelijk gedrag of schadelijke
gebeurtenis zal voordoen, en omvat een inschatting van de frequentie van het gedrag (of de
gebeurtenis), de waarschijnlijke impact en op wie het van invloed zal zijn".
- "De poging om de waarschijnlijkheid van toekomstige overtredingen te voorspellen om personen
te identificeren die behandeling nodig hebben".
- Het gaat hierbij over toekomstig gedrag, we kijken niet naar het verleden maar we gebruiken de
kennis uit het verleden wel om de toekomst goed te kunnen voorspellen.
Risicotaxatie moet voldoen aan:
- Gedrag (bijv. Gewelddadig gedrag) zo specifiek mogelijk krijgen.
- Mogelijke schade of letsel veroorzaakt door het gedrag (bijv. Seksueel misbruik van kinderen).
- Waarschijnlijkheid dat het zal gebeuren en onder welke omstandigheden.
→ Inschatten van risico, hoe hierop een behandeling vormgeven, voorkomen van recidive.
“Predicting the weather is easy compared with predicting violence”. We hebben te maken met een zeer
complexe puzzel.
Typen factoren in risicotaxatie: beide factoren verwijzen naar biologische, psychologische en
sociologische karakteristieken.
Risicofactoren: Deze karakteristieken kunnen de waarschijnlijkheid dat crimineel en antisociaal gedrag
gaat plaatsvinden vergroten.
- Statische risicofactoren:
- Dynamische risicofactoren:
- Stabiele risicofactoren
- Acute risicofactoren
Beschermende factoren: Deze karakteristieken hebben een meer beschermende werking, ze
verkleinen de kans dat antisociaal gedrag gaat plaatsvinden.
Beschermende factoren
Beschermende factoren: Deze karakteristieken hebben een meer beschermende werking, ze
verkleinen de kans dat antisociaal gedrag gaat plaatsvinden.
- Deze beschermende factoren zijn van belang om mee te nemen tijdens de risicotaxatie. Het is
niet enkel van belang om een inschatting van de risicofactoren te maken (= wat draagt bij aan het
ontstaan). Je kunt ook kijken naar wat er voor zorgt dat iemand dergelijk gedrag niet meer laat
zien.
- Behandeling is niet alleen herstellen wat kapot is, het is ook het behouden en versterken
van wat goed is (de kracht van een persoon).
- Beschermende factoren zijn tijdens behandeling soms makkelijker te beïnvloeden en het
kan voor de cliënt interessanter zijn om zich te richten op wat goed gaat en wat zijn of
haar kracht is in plaats van altijd te focussen op de negatieve dingen (= meer effectieve
interventies).
Beschermende factoren kunnen worden geconceptualiseerd als prosociale middelen of strategieën om
een of meer primaire menselijke goederen te bereiken, ook wel gemeenschappelijke levensdoelen
genoemd.
2
, - Dit heeft een basis in het Good Lives Model (GLM): dit model veronderstelt dat we allemaal de
“good life” willen hanteren en daar naartoe willen werken. Dit doen we om aan onze primaire
goederen te komen.
- Crimineel gedrag is volgens dit model een maladaptieve poging om een of meerdere
van die primaire goederen te kunnen bereiken.
Beschermende factoren hebben dus een interactie met risicofactoren, zij vormen een buffer voor
recidive. Als risicofactoren aanwezig zijn en sterke beschermende factoren aanwezig zijn, hebben de
beschermende factoren een beschermende functie en kunnen deze ervoor zorgen dat de kans op
recidive kleiner wordt.
→ De verbetering van, en focus op beschermende factoren heeft een zeer positieve invloed op de
vermindering van recidive. Dit effect is zelfs groter dan het verminderen van de risicofactoren.
Casus voorbeeld:
“Umar is een 14-jarige jongen die samen met twee andere jongens uit de buurt een gewelddadige overval
heeft gepleegd. Hij is veroordeeld tot 12 weken jeugdgevangenis. Hij komt uit een recent gescheiden
gezin en woont in een arme buurt. Bij zijn aankomst in het jeugdgevangenis centrum worden
besprekingen gestart met zijn beide ouders. Ondanks hun kennelijke emotionele moeilijkheden bij het
omgaan met Umar's gedrag en hun recente scheiding, tonen ze allebei erg bezorgd en ondersteunend
te zijn jegens Umar. Bovendien heeft Umar een leraar van zijn middelbare school en een
basketbalcoach die allebei bereid zijn hem te helpen om weer op het goede spoor te komen. Samen met
de gezinsadviseur maken ze een haalbaar plan om ervoor te zorgen dat Umar weer naar school gaat en
zich weer bij het basketbalteam voegt. Om hem zoveel mogelijk weg te houden van de slechte invloeden
uit de buurt, worden er strikte afspraken gemaakt over zijn verblijfplaats. Zijn oudere broer probeert
Umar ook te helpen door een goed voorbeeld te geven en Umar voor te stellen aan zijn prosociale
vrienden ”.
→ In bovenstaande casus is te zien dat het sociale vangnet van Umar vrij groot is. Dit is heel erg
belangrijk, want dit betekent dat iemand zodra hij weer buiten komt er niet alleen voor staat, dit kan een
grote beschermende factor zijn.
Instrument om beschermende factoren te meten of in te
schatten:
SAPROF - Structured Assessment of Protective Factors
for violence risk: specifiek gericht op het in kaart brengen
van beschermende factoren. Er zijn intussen al meerdere
versies van ontwikkeld;
- Juveniles and young adults
- SAPROF-Sexual Offending
- SAPROF-Intellectual Disabilities
- SAPROF-Intensive care
De volwassen versie van de SAPROF (links) bestaat uit drie
subschalen:
1. Interne beschermende factoren: intelligentie,
empatisch vermogen, zelfcontrole etc.
2. Motivatie: werk, activiteiten die een persoon leuk
vind om te doen, levensdoelen.
3. Externe beschermende factoren: sociaal netwerk, intieme relaties, leefomstandigheden etc.
Bron afbeelding: Risicotaxatie 2021 PowerPoint HC1.
3
,Risicofactoren
Risicofactoren: Deze karakteristieken kunnen de waarschijnlijkheid dat crimineel en antisociaal gedrag
gaat plaatsvinden vergroten.
- Statische risicofactoren: gebruiken we binnen klinische praktijk
niet (we maken er wel een inschatting van maar gebruiken deze
niet in de behandeling).
- Zijn niet veranderbaar, dus niet mogelijk om hier een
interventie op in te zetten.
- Factoren die een meer historische aard hebben en meer
verwijzen naar iemands geschiedenis (bv. Leeftijd,
geslacht, hoe oud was iemand tijdens eerste delict, etc.)
- We kunnen hier niet echt iets mee doen om recidive te
verminderen, maar het geeft wel belangrijke informatie.
- Voorbeeld 1: StatRec - Static Risk of
Recidivism: voorspellende validiteit is goed →
AUC van ongeveer .80 (AUC heeft een range
tussen 0-1).
- Voorbeeld 2: Static99-R: statisch risicotaxatie
instrument voor zedendelinquenten.
- Dynamische risicofactoren: deze risicofactoren zijn wel
veranderbaar en behandelbaar en worden hierdoor ook gebruikt om
interventies op in te zetten en te gebruiken tijdens de behandeling.
Interventies zijn gericht op het veranderen van dynamische factoren.
→ Worden ook wel criminogenic dynamic needs genoemd.
→ RNR model als theoretische achtergrond.
- Stabiele risicofactoren: aanpasbaar maar waarschijnlijk moeilijk of niet te veranderen.
- Het veranderen van maladaptieve zelfregulatie verloopt langzaam.
- Persoonlijke vaardigheidstekorten en aangeleerd gedrag.
- Kan worden veranderd door een proces van intensieve behandeling.
- Bijv. impulscontrole, slechte gehechtheid aan anderen.
- Acute risicofactoren: aanpasbaar en waarschijnlijk te veranderen.
- Zeer voorbijgaande omstandigheden die slechts uren of dagen duren.
- Snel veranderend vanwege omgevingsinvloeden of interpersoonlijke spanningen
die verband houden met recidive.
- bijv. intoxicatie, negatieve stemming.
De dynamische risicofactoren worden verondersteld een
bijdrage te geven aan het ontstaan van het risico op recidive.
De statische risicofactoren kunnen dit effect nog modereren
(versterken of verzwakken).
Bron afbeelding: Risicotaxatie 2021 PowerPoint HC1.
Herhaling AUC (= Area Under the Curve)
Area Under the Curve (AUC): wordt bepaald op basis van de (ROC) Receiver Operating
Characteristic.
4
, - Gaat over de voorspellende validiteit en hoe goed het daarbij een diagnostische capaciteit
heeft.
- Er wordt een plot gemaakt van de true positive rates (= sensitiviteit, de daadwerkelijke juiste
inschattingen) ten opzichte van de false positive rates (= specificiteit, de fout positieve
inschattingen).
Mate waarin de risicobeoordeling instrumenten recidivisten
nauwkeurig onderscheiden van niet-recidivisten.
- Hoe goed een risicotaxatie instrument in staat is om de
individuen die gaan recidiveren te onderscheiden van de
individuen die dit niet gaan doen.
Varieert tussen 0 en 1:
- 0 staat voor kans-prestatie
- 1 staat voor perfecte prestatie
- 0,5 = niet-informatieve classificatie, geen goede
predictieve validiteit (de stippellijn, gemiddelde lijn).
Bron afbeelding: Risicotaxatie 2021 PowerPoint HC1.
Risk, need and responsivity model (RNR model):
- Risk principe: gericht op dat de daders met een hoog risico op herhaling ook degene zijn die het
meest zullen profiteren van een (intensieve) behandeling.
- Need principe: Alleen die factoren die verband houden met het verminderen van recidive,
moeten tijdens de behandeling worden aangepakt.
- Responsivity principe: Interventies moeten worden afgestemd op de kenmerken van de dader,
zoals motivatie, persoonlijke omstandigheden en leerstijl.
→ De dynamic needs zitten ook voornamelijk in het need principe.
Dynamic risk factors + RNR
Centrale 8 criminogene behoeften (criminogenic
needs): deze zijn gekoppeld aan het RNR model.
1. Antisociale attitude/orientatie.
2. Antisociale vrienden/leeftijdsgenoten
3. Antisociale persoonlijkheid
4. Antisociale gedragspatronen
5. Afwezigheid van prosociale vrijetijdsactiviteiten
6. Dysfunctionele familie
7. Werk problemen (werkloos, slecht werk)
8. Middelenmisbruik
Niet-criminogene behoeften: (algemene recidive) Er
zijn ook needs die niet per se crimineel van aard zijn, maar
wel een belangrijke rol kunnen spelen als risicofactor.
- Persoonlijk leed
- Ernstige psychische stoornis
- Laag zelfvertrouwen
- Lage fysieke activiteit
- Slechte fysieke leefomstandigheden
- Lage conventionele ambitie
- Onvoldoende angst voor officiële straf
5
, Bron afbeelding: Risicotaxatie 2021 PowerPoint HC1.
LS/CMI - Level of Service/Case Management Inventory: meet deze dynamische risicofactoren, is
gebaseerd op het RNR model.
- De 8 criminogene factoren worden benoemd en in verschillende subonderdelen uitgevraagd.
Meetinstrumenten voor de stabiele- en acute dynamische risicofactoren:
Stable-2000/2007 + ACUTE-2007
Stable-2000 en de Stable-2007: Stabiele dynamische risicofactoren voor seksuele recidive worden
vertegenwoordigd door de volgende domeinen:
1. Seksuele zelfregulatie
2. Algemene zelfregulering
3. Intimiteitstekorten
4. Naleving en begrip voor de noodzaak van behandeling en controle
5. Bestaan van ondersteunende belangrijke anderen
6. Verwrongen attitudes of attitudes die tolerant zijn voor seksueel geweld
ACUTE-2007: Acute veranderende risicofactoren gerelateerd aan seksuele recidive (bijv. Toegang tot
slachtoffers, vijandigheid, seksuele preoccupatie, afwijzing van toezicht) maar ook factoren voor
algemene recidive (bijv. Emotionele instorting, instorting van sociale steun en middelenmisbruik).
Voorbeeld, DRAOR - Dynamic Risk Assessment for Offender Re-Entry:
- Risico op recidive in de gemeenschap (binnen ambulante setting/poliklinieken).
- Informeer casusplanning + risicobeheer.
- Stabiel + acute dynamische risicofactoren + beschermende factoren.
- Voorspelt:
- Reconvicties
- Heropneming
- Beschermende subschaal voorspelde schendingen van voorwaardelijke
vrijlating.
Bron afbeelding: Risicotaxatie 2021 PowerPoint HC1.
Dynamische risicofactoren, dubbele status: we kunnen zowel voorspellen als verklaren.
- The cause-effect hypothesis.
- Het zijn predictoren van recidive.
- Mogelijke oorzaken van recidive vanuit verklarend oogpunt EN als voorspellers.
De Cause-Effect Hypothese (oorzaak gevolg)
Als er een causaal verband is, dan betekent dit dat je aan verschillende assumpties binnen dat
verband moet voldoen.
Assumpties:
- Er moet bewijs zijn dat er een associatie (verband) is tussen de risicofactor en de uitkomst.
Bewijs voor een verband tussen factoren en uitkomst, namelijk recidive.
- Er moet een oorzakelijk verband zijn in de tegenovergestelde richting (de oorzaak moet
voorafgaan aan het optreden van het effect).
- Een oorzaak is iets anders dan een gevolg.
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ambervanbeers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.99. You're not tied to anything after your purchase.