Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Inleiding..................................................................................4
1.1 Kenmerken van kleuters.....................................................................4
1.1.1 Kleuter en schoolkind...................................................................4
1.1.2 Typisch kleuters............................................................................4
1.1.3 Ieder kind is uniek........................................................................5
Hoofdstuk 3: Het belang van spel voor de ontwikkeling van jonge kinderen
.....................................................................................................................5
3.1 Wat is spel?.........................................................................................6
3.2 Spel in de gevarenzone?.....................................................................6
3.3 De waarde van het spel voor de ontwikkeling....................................7
3.3.1 De waarde van spel voor de emotionele ontwikkeling.................7
3.3.2 De waarde van het spel voor de sociale ontwikkeling..................7
3.3.3 De waarde van het spel voor de intellectuele ontwikkeling.........8
3.4 Ontwikkeling van spelactiviteiten.......................................................8
3.4.1 Van manipulerend spel naar rollenspel als leidende activiteit.....9
3.4.2 Ontwikkeling van het rollenspel....................................................9
3.4.3 Soorten spel in ontwikkelingsperspectief...................................10
3.5 Begeleiden van spelactiviteiten........................................................10
3.5.1 Voorwaarden creëren voor de ontwikkeling van het spel...........11
3.5.2 Begeleiding tijdens het spel........................................................11
3.5.3 Reflecteren op spelsituaties.......................................................12
3.6 Geleid spel........................................................................................12
3.7 ‘Dat kunnen mijn kinderen niet’.......................................................12
Hoofdstuk 4: Doelen voor de onderbouw...................................................13
4.1 Omgaan met doelen in de onderbouw..............................................13
4.1.1 Werken aan ontwikkelingsdoelen...............................................13
4.1.2 Bedoelingen van kinderen en leerkracht in balans.....................13
4.2 Welke doelen zijn van belang voor de onderbouw?..........................14
4.2.1 Kerndoelen en tussendoelen......................................................14
4.2.2 Doelen van basisontwikkeling....................................................14
4.2.3 Doelen in het Ervaringsgericht Onderwijs...................................16
4.2.4 Doelen voor de kinderopvang.....................................................17
, 4.3 Einddoelen........................................................................................17
4.4 Doelen voor de onderbouw: een ordening........................................17
4.4.1 Basisvoorwaarden.......................................................................17
4.4.2 Persoonsvorming........................................................................18
4.4.3 Ontwikkelingsprocessen.............................................................18
4.4.4 Kennis en vaardigheden.............................................................18
Hoofdstuk 5: Pedagogisch handelen..........................................................19
5.1 Kenmerken van pedagogisch handelen............................................19
5.1.1 Effectieve hulp en ondersteuning...............................................20
5.1.2 Invloed op persoonlijkheidsvorming...........................................20
5.2 Relaties met kinderen.......................................................................20
5.2.1 Pedagogische relaties.................................................................20
5.2.2 Respectvolle relaties aangaan met kinderen..............................20
5.3 De pedagogische houding................................................................21
5.3.1 Echtheid......................................................................................21
5.3.2 Waardering, aanvaarding en vertrouwen...................................21
5.3.3 Empathisch begrijpen.................................................................22
5.4 Tegemoetkomen aan basisbehoeften...............................................22
5.4.1 Behoefte aan relatie...................................................................23
5.4.2 Behoefte aan competentie.........................................................23
5.4.3 Behoefte aan autonomie............................................................23
5.5 Pedagogische kwaliteiten.................................................................23
5.5.1 Sensitiviteit.................................................................................23
5.5.2 Responsiviteit.............................................................................24
5.5.3 Actief luisteren............................................................................24
5.6 Gedragsproblemen...........................................................................24
5.6.1 Oorzaken van gedragsproblemen...............................................24
5.6.2 Gedragsbeïnvloeding..................................................................24
5.7 Ordeproblemen.................................................................................25
5.7.1 Orde houden in de groep............................................................25
Hoofdstuk 9: Klassenmanagement: activiteiten en organisatie.................26
9.1 Dagritme...........................................................................................26
9.1.1 Inlooptijd.....................................................................................26
9.1.2 Kringactiviteiten.........................................................................26
9.1.3 Speelwerktijd..............................................................................27
, 9.1.4 Buitenspel en spelen in het speellokaal......................................28
9.2 Groepssamenstelling........................................................................28
9.2.1 Waarom homogeen groeperen?.................................................29
9.2.2 Praktische problemen bij homogeen groeperen.........................29
9.2.3 Voordelen van heterogeen groeperen........................................29
9.2.4 Een geïntegreerde groep 2/3......................................................30
9.3 Afspraken, regels en routines...........................................................30
9.4 Contacten met ouders......................................................................30
9.4.1 Informele contacten....................................................................30
9.4.2 Formele contacten......................................................................31
9.4.3 Samenwerking met ouders.........................................................31
9.4.4 Huisbezoek.................................................................................31
9.4.5 Gesprekken voeren met ouders..................................................31
9.5 Kwaliteitsbewaking...........................................................................31
9.5.1 Kindvolgsysteem.........................................................................32
, Hoofdstuk 1: Inleiding
Een leerkracht kan veel informatie verwerven uit de gesprekken tussen
kleuters die spontaan kunnen ontstaan. Omgaan met kinderen vereist het
talent om anderen door jou toedoen te laten groeien. Een leerkracht is
heel belangrijk voor jonge kinderen: wat de leerkracht zegt is waar. Jonge
kinderen leren snel. De juiste leeromgeving gecombineerd met hun snelle
ontwikkelingsvermogen zorgt ervoor dat zij zich super snel kunnen
ontwikkelen. Laat je verassen door de creativiteit van de kinderen. Als het
je lukt wat van je volwassen zekerheden los te laten, zal het werken met
jonge kinderen één groot avontuur zijn.
1.1 Kenmerken van kleuters
Kleuters kunnen hun angst niet goed benoemen. Door de angst grijpbaar
te maken verzinnen zij er iets bij (er zit een krokodil op de enge gang of
een spook in de kast).
1.1.1 Kleuter en schoolkind
Met schoolkinderen worden kinderen vanaf zes/zeven jaar bedoelt.
Kinderen jonger dan deze leeftijd, kleuters, verschillen enorm van een
schoolkind. Kleuters zijn gericht op de binnenwereld, zij worden beheerst
door impulsen. De buitenwereld geven ze vorm in overeenstemming met
hun eigen natuur. Groeien en ontwikkelen doen kinderen van binnen naar
buiten. Vanaf ongeveer zes jaar is het kind volgens Fröbel gericht op de
buitenwereld. Ontwikkeling gaat vanaf de schoolkindfase van buiten naar
binnen. Een kind is nu in staat om kennisoverdracht via leerkracht of boek
te ontvangen. Desondanks moet het onderwijs gericht zijn op werkelijk
inzicht en actief begrijpen. Volgens Geurtz leven jonge kinderen nog in een
toestand van onbewuste vanzelfsprekendheid van het bestaan. Anders
gezegd: een jong kind staat nog dicht bij zijn natuurlijke staat van zijn: als
het blij is lacht het, als het verdriet heeft huilt het en als het boos is
schreeuwt het. Later, als een kind zich meer bewust is van zichzelf
reageert het minder argeloos. Net als veel volwassenen filteren
schoolkinderen als het ware hun reacties door de hoe-kom-ik-over-zeef. De
kleuterfase heeft een eigen dynamiek.
1.1.2 Typisch kleuters
Kenmerken van kinderen in de kleutertijd:
Kenmerk Bijzonderheden
Emotionele beleving Jonge kinderen beleven emoties heel intens. De
manier waarop ze hun werkelijkheid beleven, is
altijd emotioneel gekleurd. Kleuters beleven hun
werkelijkheid als totaliteit waarbij hoofd en hart
niet gescheiden zijn. een kleuter die zijn bij jou
veilig voelt, zal ook de school en de activiteiten
op school als aangenaam ervaren.
Intuïtief Kleuters hebben nog niet veel begrip van de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller risannewetzels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.84. You're not tied to anything after your purchase.