De leerdoelen van ontwikkelingspsychologie zijn uitgewerkt in deze samenvatting, met behulp van de belangrijke hoofdstukken uit het boek Child development
Week 1 – Prenatale ontwikkeling en puberteit
Berk hoofdstuk 3 & 5
Fenotype = zichtbare, observeerbare kenmerken. Kan door de omgeving worden veranderd.
Genotype = genetische informatie die bepaalde karaktereigenschappen kenmerken. Zit in je DNA.
- De stadia in de prenatale ontwikkeling beschrijven H3 (blz. 88-94)
Conceptie → tijdens de eisprong verplaatst het eitje zich door de eileider. Als het eitje, wat nu een
follikel is geworden, niet wordt bevrucht, zal deze kleiner worden en kapot gaan. Dan ontstaat de
menstruatie. Als het eitje wel wordt bevrucht gebeurt dit in de eileider. Een zaadcel is via de cervix
de baarmoeder binnen gekomen. Conceptie kan op de dag van ovulatie of 2 dagen ervoor of erna
plaatsvinden.
Periode van de zygote → de periode van de zygote duurt ongeveer 2 weken, vanaf de bevruchting
totdat er een klein klompje cellen door de eileider zich aan de baarmoederwand vastmaakt.
- Tussen de 7e en 9e dag vindt implantatie (= innesteling = de cellen boren zich in het
baarmoederslijmvlies waarna het embryo zich aan de baarmoederwant hecht.) plaats. Er
wordt een membraan gevormd, het amnion. De eerste twee weken zijn delicaat en eng.
- Aan het eind van de 2e week vormen de cellen nog een beschermend membraan om zich
heen (chorion). Hierin ontstaan ook bloedvaten. Als dit membraan groter wordt, wordt dit de
placenta. De placenta zorgt ervoor dat zuurstof en voeding de zygote/embryo bereiken. De
grootste bloedvat die zorgt voor eten en zuurstof is de navelstreng. De navelstreng is
verbonden aan de placenta.
Periode van de embryo → de periode van de embryo duurt ongeveer vanaf de innesteling tot de 8e
week van de zwangerschap. De grootste prenatale veranderingen gebeuren in deze periode. Het
zenuwstelsel ontwikkelt zich het snelst, daarna komt het hart, daarna de spieren en ribben. In de 2e
maand beginnen de ogen, neus, kaak en nek te groeien. Hierna pas komen de armen, benen vingers
en tenen.
Periode van de foetus → de periode van de foetus begint vanaf de 9e week van de zwangerschap tot
het eind. Dit is de langste prenatale periode. Dit is een soort groei en eindfase waarin het organisme
enorm groeit. Kan grote bewegingen maken, ademhalingsbewegingen maken en heeft een soort slaap-
waakpatroon (het hart). Ter bescherming van de huid zitten er twee laagjes op de baby : vernix = laagje
op de huid & lanugo = donshaar. Levensvatbaar tussen de 22 en 26 weken, dit betekent dat de baby op
dit punt eigenlijk al geboren zou kunnen worden, maar heeft vaak nog wel zuurstof nodig. . In het 3e
trimester begint de ontwikkeling van de persoonlijkheid. De foetus is ook steeds langer wakker.
, - Beschrijven welke factoren de prenatale ontwikkeling beïnvloeden en
kunnen deze kennis toepassen H3 (blz. 95-106)
Teratogeen = alle omgevingsfactoren die schade kunnen toebrengen tijdens de prenatale periode. De
schade ligt aan de dosis, oorsprong, leeftijd en/of andere negatieve invloeden.
Zygote : weinig invloed
Embryo : sterke invloed
Foetus : enige invloed (met name op de hersenen, ogen en geslachtsdelen)
,Voorgeschreven medicijnen/geneesmiddelen zonder recept → bijv. aspirine is ook niet goed om te
veel van te nemen, van andere medicijnen moet je ook niet te veel nemen want dat zorgt voor
neveneffecten. Medicijnen met een molecuul klein genoeg om door de placenta te gaan kunnen
invloed hebben.
Illegale medicijnen → baby’s lopen het risico op een vroeggeboorte, een laag geboortegewicht en
lichamelijke gebreken en worden eigenlijk verslaafd aan drugs geboren. Het bewijs voor de
langetermijneffecten is echter gemengd.
Tabak → baby’s worden vaak met ondergewicht geboren, kunnen lichamelijke gebreken hebben en
lopen het risico op aandacht, leren en gedragsproblemen in de kindertijd.
Alcohol → alcoholgebruik kan leiden tot FAS (= langzame lichamelijke groei, gezichtsafwijkingen en
mentale stoornissen), p-FAS (= mildere vorm) of ARND (= nog milder).
Radiatie → hoge blootstelling leidt tot fysieke misvormingen en ernstige hersenschade. Lage
blootstelling is in verband gebracht met cognitieve tekorten en emotionele en gedragsstoornissen.
Milieuvervuiling → luchtvervuiling maar ook andere vervuilende stoffen kunnen leiden tot
problemen bij de zwangerschap.
Moederlijke ziekten → een aantal ziektes die de moeder kan krijgen kunnen invloed hebben op de
zwangerschap, maar niet allemaal. HIV kan bij de baby leiden tot AIDS wat kan leiden tot
hersenschade of vroeggeboorte. (virussen/bacteriële infecties)
Lichaamsbeweging → beweging is erg belangrijk voor tijdens de zwangerschap. Maar te veel
beweging kan zorgen voor een te laag geboortegewicht.
Voeding → prenatale ondervoeding kan leiden tot een laag geboortegewicht, schade aan de
hersenen en andere organen en onderdrukking van de ontwikkelingen in het immuunsysteem.
Emotionele stress → ernstige emotionele stress wordt geassocieerd met veel
zwangerschapscomplicaties en kan het neurologische functioneren van de foetus permanent
veranderen.
Moederlijke leeftijd → afgezien van het risico op chromosomale afwijkingen bij oudere vrouwen is
de leeftijd geen belangrijke oorzaak van problemen. Ook is er kans op zwangerschapsvergiftiging, een
laag geboorte gewicht of de dood van foetus. Meer kans op een kind met het downsyndroom.
- Uitleggen hoe verschillende geboortecomplicaties het latere
functioneren van het kind beïnvloeden en kunnen deze kennis toepassen
H3 (blz. 112-117)
Zuurstoftekort → onvoldoende zuurstoftoevoer tijdens de bevalling kan levering kan de hersenen en
andere organen beschadigen. De effecten van zelfs milde tot matige anoxie (= zuurstoftekort) blijven
vaak bestaan, hoewel veel kinderen na verloop van tijd verbeteren.
, Zuurstoftekort :
- Kan komen door :
o afknelling navelstreng ( Gebeurt vaak als de baby in een stuitligging wordt geboren
en de navelstreng wordt dicht geknepen.)
o ruptuur placenta (kapot placenta)
o rh+ baby, rh- moeder (dan maakt de moeder antistoffen aan. Dit kan je behandelen
met een vaccin) (Kan ook gebeuren als de moeder resus negatief is en de baby resus
positief. De moeder maakt dan antilichamen aan en als deze in het systeem van de
foetus terechtkomen kan dit rode bloedcellen kapot maken, en de zuurstoftoegang
sluiten.)
- Kan leiden tot :
o Hersenschade (cooling kan verdere schade voorkomen)
o Mentale problemen (cognitie, taal)
o Spasticiteit
Te vroeg geboren baby’s en baby’s met een laag geboortegewicht → laag geboortegewicht, een
belangrijke oorzaak van neonatale en kindersterfte en brede ontwikkelingsproblemen, komt het
meest voor bij baby’s van armoedige vrouwen en bij meervoudige geboorten. In vergelijking met
premature baby’s (wiens gewicht geschikt is voor geboorte) hebben dysmatuur baby’s meestal
langduriger problemen. Kans op hartaandoeningen, hersenbloeding of diabetes (bij de moeder. )
Interventies :
- Beademing
- Voedingssonde
- Intraveneuze medicatie
- Kangoroemethode (= kind heel dichtbij je houden, huid op huid contact. Vooral voor
premature baby’s )
- Oudertraining
Prematuur (te vroeg geboren) Dismatuur (gewicht te laag voor duur)
Weken voor de uitgerekende datum geboren Kan op de uitgerekende datum of te vroeg
(voor 37 weken) geboren zijn
Kan gewicht hebben dat past bij de duur van de Gewicht te laag voor duur van de zwangerschap
zwangerschap
APGAR scale :
Appearance, Pulse, Grimace, Activity, Respiration
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller WendyvHouten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.59. You're not tied to anything after your purchase.