100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting epidemiologie module 7 $5.34
Add to cart

Summary

Samenvatting epidemiologie module 7

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting voor epidemiologie in module 7. Deze samenvatting is gemaakt het studiejaar .

Preview 3 out of 19  pages

  • No
  • Hoofdstuk 2 t/m 4.3.3
  • March 16, 2021
  • 19
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
H2 ziektefrequentie
2.1 definitie van ziekte
Epidemiologie richt zich op het bestuderen van de frequentie van ziekte in menselijke
populaties, veelal in relatie tot een of meer determinanten. Dit wordt omschreven in een
epidemiologische functie:



‘Gezondheid’: A state of complete physical, mental and social well-being and not merely the
absence of disease or infirmity.
Gezondheid is dus meer dan afwezigheid van ziekte en ongezondheid/ziekte is het gevolg
van het overschrijden van de grenzen waarbinnen een individu goed kan omgaan met
wisselingen.
Binnen de epidemiologie moet de term ‘gezondheid’ geoperationaliseerd worden.
- Objectieve benadering: ​disease
- Ik ​ben ​ziek
- Diagnose door een bevoegd deskundige
- Subjectieve benadering: ​illness
- Ik ​voel ​me ziek
- Sociale niveau: ​sickness
- Ik ​gedraag ​me ziek
Gezondheidsindicator​: De operationalisatie van een bepaald aspect uit een dergelijke
dimensie op geaggregeerd niveau.

Ziekte kan niet zomaar gediagnosticeerd worden. Dit komt omdat de grens tussen ziek en
niet-ziek niet zo scherp is als lijkt. Patiënten gaan verschillende stadia door, dit heet het
verloop​. Een diagnose is daardoor een verregaande vereenvoudiging van de complexe
fenomenen die in werkelijkheid optreden, en lang niet zo objectief als men veronderstelt.

Om te zorgen dat ziektes (internationaal) hetzelfde gediagnosticeerd worden is de
‘International Classification of Diseases’ (ICD) opgesteld.
Bij de subjectieve diagnose van een ziekte worden de factoren volgende factoren
onderzocht: beperkingen in activiteiten, medische consumptie, ziekteverzuim of ervaren
gezondheid.
Hiermee wordt ook de ​kwaliteit van leven ​onderzocht, variërend van ziektespecifiek of
algemeen. Dit wordt gedaan voor de geestelijke gezondheidstoestand (MHI5 (RAND Mental
Health Inventory)) en voor de kwaliteit van leven (SF-36 (Medical Outcomes Study 36- Item
Short Form Health Survey)).

2.2 Ziektefrequentie: bestaande of nieuwe gevallen
Het gaat hierbij om de frequentie waarmee bepaalde toestanden (zoals ziek-zijn) of
gebeurtenissen (zoals het krijgen van een ziekte of een letsel) zich voordoen. Hiervoor
bestaat de ​epidemiologische breuk​, dit geeft een proportie weer:




Er wordt onderscheidt gemaakt tussen ​incidentie ​en​ prevalentie.


Samenvatting epidemiologie 2021 © Sanne Gravemaker
1

,Prevalentie​ heeft betrekking op het aantal personen dat op een bepaald moment ziek is.



Incidentie​ heeft betrekking op het aantal personen dat ziek wordt in een bepaalde periode.




2.3 Typen populaties: cohort of dynamische populatie
Dit betreft de noemer van de epidemiologische breuk, het aantal mensen in de populatie
waarin de ziektegevallen worden geteld. Hierbij bestaan een cohort en een dynamische
populatie.

2.3.1 Een cohort
Een ​cohort​ is een gesloten populatie. Het lidmaatschap van een cohort wordt bepaald door
een specifieke gebeurtenis en is van onbeperkte duur​. ​Voor ieder individu is er een tijdstip
(t0) waarop hij/zij in het cohort wordt opgenomen. Dit kan hetzelfde zijn, maar hoeft niet. Het
eindigen van informatieverzameling kan voorkomen door:
- ‘loss to follow-up’;
- patiënt wil niet meer deelnemen
- ongewenst
- overlijden;
- het optreden van de bestudeerde gezondheidsuitkomst;
- het einde van de gegevensverzameling voor de desbetreffende studie.

2.3.2 Een dynamische populatie
Een ​dynamische populatie ​heeft een ‘open’ populatie. Het lidmaatschap hangt samen met
een specifieke toestand en eindigt zodra een individu niet meer in deze toestand verkeert.
Het is dan ook van variabele duur. Een dynamische populatie is stabiel wanneer factoren
(zoals leeftijd) gelijk blijven. De follow-up zal op de volgende (reguliere) manieren eindigen:
- het einde van de toestand die het lidmaatschap definieert;
- overlijden;
- het optreden van de bestudeerde gezondheidsuitkomst;
- het einde van de gegevensverzameling voor de desbetreffende studie.

2.4 Tijd is een lastig concept
Frequentiematen, in het bijzonder incidentiematen, zijn tevens risicomaten: ze geven voor
de mensen in de betreffende groep aan wat de kans is op het krijgen van een ziekte. Hierbij
is de tijd wel essentieel. Hoe groter het tijdsinterval, hoe groter het risico. Zonder
tijdsaanduiding valt deze risicoschatting niet te interpreteren.
Bij een lange ‘follow-up’ periode is er een risico op ​concurrerende risico’s. ​Dit houdt in de
patiënten overlijden aan een andere aandoening dan degene die onderzocht wordt. Ook is
er bij een langere periode meer kans op ‘loss to follow-up’. Een oplossing voor het probleem
van een incomplete follow-up van het cohort is de som te nemen van de individuele
episoden van elke onderzoekspersoon in dat cohort. Elk individu draagt een aantal
persoonsjaren bij aan het onderzoek. In het algemeen doet men er goed aan in dat geval uit


Samenvatting epidemiologie 2021 © Sanne Gravemaker
2

, te gaan van het concept ‘at risk’ en alleen die persoonstijd te tellen waarin betrokkene
daadwerkelijk risico liep op de ziekte.

2.5 Maten voor ziektefrequentie
2.5.1 Prevalentie voor bestaande gevallen
Prevalentie​ indiceert een dwarsdoorsnede van de populatie. Deze momentopname kan
tegelijk, maar hoeft niet. Hierdoor kan een follow-up moment voor verschillende leden op
verschillende kalender tijdstippen plaatsnemen, maar altijd op dezelfde tijdsduur na t0. De
essentie is dat het per individu gaat om een momentopname. Naast ​(punt)prevalentie
worden ook nog andere maten gehanteerd.
Lifetimeprevalentie​ wordt gebruikt wanneer er bij een bepaalde dwarsdoorsnede van de
populatie wordt bepaald of een ziekte/gebeurtenis ooit is voorgekomen. ​Periodeprevalentie
is het deel van de populatie dat de desbetreffende ziekte heeft gehad in een bepaalde
periode. Prevalentie is vooral bruikbaar voor het berekenen van de benodigde zorg.




2.5.2 Incidentie voor nieuwe gevallen
In meer algemene termen is de ​incidentie​ het deel van de bestudeerde populatie waarbij een
bepaalde ziekte (of een bepaald stadium van de aandoening) in een bepaalde periode voor
het eerst optreedt. Incidentie wordt per definitie bestudeerd in populaties waarvan alle leden
in principe kandidaten zijn (‘at risk’ zijn) voor de gebeurtenissen in kwestie. Omdat men voor
het vaststellen van de incidentie afhankelijk is van gebeurtenissen die zich in een populatie
voordoen wanneer deze wordt gevolgd over een bepaalde periode, zal het verschil uitmaken
of men de incidentie bestudeert in een cohort of in een dynamische populatie.

De relatie tussen incidentie en prevalentie is analoog aan de werking van een koffiemachine,
waarbij de incidentie vergelijkbaar is met hoe snel het water in het filter loopt en de
prevalentie met het water dat in het filter staat. De grootte van de gaten in het filter bepalen
de doorlooptijd. Hoe sneller de doorlooptijd, hoe lager de prevalentie.
Wanneer een prevalentie (P) laag is (minder dan 10 %) en er sprake is van een ‘steady
state’ (een constante prevalentie doordat incidentie enerzijds en genezing en sterfte
anderzijds met elkaar in evenwicht zijn), kan deze prevalentie worden geschat door het
product van de gemiddelde ziekteduur (T) en de hierna te behandelen incidentiedichtheid
(ID):



Bij hogere prevalenties:




De ​cumulatieve incidentie (CI)​ bestaat uit het deel van de leden van het cohort (op t0) dat
gedurende de follow-up deze aandoening krijgt. Het is een percentage, met uiterste waarden
0 tot 1. Bij lange follow-up periodes zal het deel van het cohort dat ‘at risk’ is teruglopen door

Samenvatting epidemiologie 2021 © Sanne Gravemaker
3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannegravemaker. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.34. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

55628 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.34
  • (0)
Add to cart
Added