Hoorcollege Week I Vennootschap- en rechtspersonenrecht
- Samenwerken voor een bepaald doel kan worden vorm gegeven via een contractuele
samenwerking (vennootschap of via een rechtspersoon)
- Eenmanszaak is geen rechtspersoon
Interne vennootschapsverhouding: -bevoegdheid tot handelen voor de vennootschap
-Draagplicht
Externe vennootschapsverhouding: -vertegenwoordiging (deelnemen aan rechtsverkeer)
-aansprakelijkheid
-verhaal
Algemene Kenmerken
- Contractuele samenwerking: het is een benoemde overeenkomst --> wil zeggen als een
overeenkomst bepaalde kenmerken heeft, is het een vennootschap, ongeacht of partijen dat
hebben beoogd
o ‘intuiti personae’
o Oprichting: vormvrij
Het zijn contractuele vennootschappen, dus het wordt aangegaan op persoonlijke basis (intuiti
personae). Er kan dus niet zomaar iemand bij komen en je kan die contractuele verhouding niet
zomaar overdragen. Als iemand zal willen uittreden, wordt de ovk en de personenvennootschap
ontbonden meestal. Je kan wel afspreken dat de ovk gewoon wordt voortgezet
Oprichting van vennootschap is vormvrij
Arrest Dierenarts: dierenarts had een ander arts in dienst, de 1e had eenmanszaak, maar in de loop der
tijd bloeit t verder dan een arbeidsovereenkomst tussen hen 2, het wordt een maatschapsverband
zonder dat partijen daar bewust van zijn.
- Geen rechtspersoon
o Vennoten zijn persoonlijk drager van rechten en verplichtingen
o Vennoten dragen persoonlijk de verliezen
o Het vermogen behoort toe aan de vennoten persoonlijk
Bij het uittreden wordt zijn aandeel aan de vennootschap onttrokken. --> er
moet aan hem worden uitgekeerd/toegedeeld Maar het vermogen is wel
‘afgescheiden’ van overige vermogen van vennoten. Dat betekent dat
schuldeisers van vennoot die privéschuld hebben die schuld wel kan verhalen
op persoonlijke vermogen maar niet op afgescheiden vermogen van
vennootschap. (Hier lijkt het wel op een rechtspersoon)
o Maar het vermogen is wel ‘afgescheiden’
,2
Wettelijke Kenmerken
Contractuele samenwerking:
o Min of meer duurzaam (samenwerkingskarakter hebben. 1 handeling die samen wordt
verricht is niet per se vennootschap)
o Op voet van gelijkheid (dit vereist niet dat alle vennoten dezelfde rechten en plichten
moet hebben, het kan anders worden opgenomen in de ovk. Er mag geen
gezagsverhouding bestaan tussen vennoten, want dan heb je arbeidsovk)
Met inbreng door de vennoten (vennoten moeten iets inbrengen)
Gericht op het behalen van materieel voordeel (winst of besparen van kosten)
Ter verdeling onder de deelnemers (De voordeel moet gezamenlijk zijn, dat moet worden
verdeeld onder de deelnemers (aandeel in voordeel) --> als iemand de aandeel van deelnemers
beslist, heb je geen maatschap)
Inbreng (7A:1662 BW)
Inbreng is elke prestatie die wat brengt aan de vennootschap --> kan zijn: Arbeid/Goodwill
Inbreng van goederen
o Goed wordt aan vennoten overgedragen
o Waardeverandering/risico is voor vennootschap
Inbreng van zuiver genot van goederen
o Genot van goed wordt ingebracht
o Goed blijft voor rekening/risico van inbrenger
Je kan ook economische eigendom inbrengen: Hier wordt genot van goederen ingebracht, dan
blijft de inbrengende eigenaar/rechthebbende ervan, maar het gebruik ervan komt ter
beschikking aan de andere vennoten, ze kunnen er gebruik van maken alsof dat goed
eigendom van hen was.
Inbreng van zuiver genot van goederen: verschil met de vorige is dat rekening/risico blijft
voor inbrenger
• Stel:
waarde goed bij inbreng = 1000
Waarde bij ontbinding = 1500
Inbreng (economische) eigendom
500 winst, te delen door de vennoten (verlies zou door alle vennoten moeten worden gedragen)
• Inbreng zuiver genot
500 waarde stijging is voor inbrengende vennoot (verlies zou ook voor zijn rekening zijn)
, 3
Vennootschapsvermogen
Vermogen in economische zin -> alles wat de vennoten hebben ingebracht
o Hieronder valt ook zuiver genot
Vermogen in juridische zin -> goederenrechtelijke gemeenschap: omvat slechts die
vermogensbestanddelen die aan de vennoten gezamenlijk toebehoren
o Bevat de vermogen waartoe alle vennoten goederenrechtelijk gezamenlijk
rechthebbende van zijn, dus goederen die aan alle vennoten toebehoren
Een vennoot kan:
- (i) niet over zijn aandeel in de goederenrechtelijke gemeenschap beschikken, en
o Want dat frustreert de samenwerking
- (ii) niet over zijn aandeel in een afzonderlijk goed beschikken, althans niet onder de
instemming van alle vennoten
o Omdat soms een gemeenschappelijke goed verkocht moet worden
Soorten
Soort 1. Maatschap
- Maatschap= grondvorm van alle vennootschappen art. 7A:1655 BW
- Stille maatschap
o Uitoefening van een beroep/bedrijf
o Niet onder gemeenschappelijke naam maar werken wel samen
- Openbare maatschap
o Uitoefening van een beroep waaronder advocaten, notarissen, architecten vallen:
klassieke beroepen
o Onder een gemeenschappelijke naam
o Zij dragen eigen verantwoordelijkheid voor hun diensten
Soort 2. Vennootschap onder firma (vof)
- Artikel 16 WvK
- Kenmerken:
o Maatschap +
o Bedrijf
o Gemeenschappelijke naam
- Regeling van de maatschap is van toepassing (m.u.v. externe verbondenheid) + titel 3 WvW
(art. 15 e.v.)
Soort 3. Commanditaire vennootschap
- Art. 18 WvK
- Kenmerken:
o Vof +
o Naast beherende vennoten een of meer commanditaire vennoten
o Commanditaire worden stille vennoten genoemd, omdat ze niet worden ingeschreven
in handelsregister, dus onbekend zijn t.o.v. derden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stbhs76. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.