Samenvatting bestuursrecht
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.2 Fundamentele beginselen en uitgangspunten
Nederland is een democratische rechtsstaat. Nederland is een democratie en een rechtsstaat
Democratie: de Nederlandse overheid bestuurt de samenleving volgens de eisen van een
democratie, met zeggenschap van de burgers.
Rechtsstaat: de Nederlandse overheid is gebonden aan algemene en specifieke rechtsnormen (rule
of law)
Volkssoevereiniteit: de gedachte dat de grondslag van de overheidsmacht bij de burgers ligt.
Machtenscheiding ( checks and balances):
- Wetgevende macht
- Uitvoerende macht
- Rechtsprekende macht
Verantwoordelijkheid de belangrijkste bestuursorganen zijn direct of indirect verantwoording
verschuldigd aan een vertegenwoordigend lichaam art. 42 lid 2 Gw, art. 179 en 167 Provw, art.
180 en 169 Gemw
- Door deze verantwoordingsplicht kunnen de volksvertegenwoordigingen controlerende
invloed uitoefenen op de handelingen van de uitvoerende macht, op zowel de
verantwoordelijke politici als hun ondergeschikten.
Legaliteitsbeginsel of wetmatigheidsbeginsel: het overheidsoptreden behoeft een grondslag in de
wet voor zover een bestuursorgaan de burgers gebiedend of verbiedend in hun vrijheid of eigendom
beperkt.
Specialiteitsbeginsel: bevoegdheden en rechten moeten specifiek omschreven zijn en worden
toegekend voor de realisering van specifieke doeleinden zij zijn doel gebonden.
- Het uitgangspunt is dat het bestuur slechts doel gebonden specifieke bevoegdheden mag
uitoefenen die hem bij wettelijk voorschrift zijn toegekend
- Détournement de pouvoir, art. 3:3 Awb
Het rechtszekerheidsbeginsel vormt de eis van rechtszekerheid in het publiekrecht een effectief
‘wapen’ tegen overheidswillekeur en een onmisbaar instrument ten behoeve van de afbakening van
de ‘overheidsvrije’ sfeer.
- Formele rechtszekerheidsbeginsel ziet op een duidelijke begrenzing van de
bestuursbevoegdheid en op ondubbelzinnigheid in de bepaling van de rechtspositie van de
burger.
- Materiële rechtszekerheidsbeginsel houdt in dat het geldende recht ook werkelijk toepassing
vindt en voorts dat besluiten in beginsel niet met terugwerkende kracht aan burgers mogen
worden tegengeworpen.
Bij het gelijkheidsbeginsel moeten gelijke gevallen gelijk worden behandeld. Hiervoor kan algemene
beslissingscriteria worden ontwikkelt. Criteria moet ontwikkelen aan de hand waarvan het zijn
bevoegdheid stelselmatig kan uitoefenen. Er wordt een consistent beleid verwacht.
1.3 Het algemeen deel en de bijzondere delen van het bestuursrecht
Het recht dat de relatie tussen bestuur en burger beheerst bestaat uit:
- Het algemeen deel, wettelijke voorschriften die betrekking hebben op die relatie in het
algemeen
- De bijzondere delen, wettelijke voorschriften die betrekking hebben op bevoegdheden,
rechten en plichten van bestuur en burger op bijzondere terreinen
- Ongeschreven publiekrechtelijke regels en beginselen, hieraan kunnen verdere normen voor
de verhouding tussen bestuur en burger kunnen worden ontleend.
De overheid vervult altijd een publieke taak.
Bevoegdheid: het geldig kunnen verrichten van bepaalde rechtshandelingen, handelingen die op een
rechtsgevolg zijn gericht.
,Recht: als hem bepaalde gedragingen zijn toegestaan die andere zich in het algemeen rechtens niet
mogen veroorloven,
Aanspraak: een met die aanspraak corresponderende verplichting van een of meer anderen
tegenover staat.
Plicht: iemand moet een bepaalde handeling verrichten of nalaten.
Tot het bestuursrecht rekenen we:
- De rechtsregels en rechtsbeginselen die gelden voor niet door het privaatrecht geregelde
verhouding tussen bestuursorganen en burgers
- De ongeschreven publiekrechtelijke regels en beginselen
- Het procesrecht dat geldt voor de behandeling van bestuursrechtelijke geschillen.
Het algemeen deel zijn de regels en beginselen die in beginsel gelden op alle terreinen van het
bestuursrecht
1.4 De Awb
De Awb is gelaagd opgebouwd, algemeen naar bijzonder.
De volgende doelstellingen liggen ten grondslag van de Awb:
- Het bevorderen van eenheid binnen de bestuursrechtelijke wetgeving
- Het systematiseren en vereenvoudigen van de bestuursrechtelijke wetgeving
- Het codificeren van ontwikkelingen die zich in de bestuursrechtelijke jurisprudentie hebben
afgetekend
- Het treffen van algemene voorzieningen ten aanzien van onderwerpen die zich nar hun aard
niet voor regeling in een bijzondere wet lenen.
De Awb kent verschillende soorten recht. Het verschillend recht dat het Awb kent is:
- Dwingend recht, regels die zonder uitzondering voor het gehele bestuursrecht behoren te
gelden. De enige uitzondering is bijzondere wetgeving.
- Regelend recht, semi-dwingend recht, regels die beschouwd kunnen worden als de voor
normale gevallen meest geschikte regels.
- Aanvullend recht, is een ‘restbepaling’ voor het geval de bijzondere regelgever heeft
nagelaten een regeling te treffen
- Facultatief recht, enkele regeling is alleen van toepassing als daartoe uitdrukkelijk wordt
besloten.
Hoofstuk 3 Verlening van een publiekrechtelijke bestuursbevoegdheid
3.2 Grondslag voor een publiekrechtelijke bestuursbevoegdheid
Het legaliteitsbeginsel houdt in dat voor de bevoegdheid van bestuursorganen tot het nemen van
besluiten waarbij eenzijdig belangen van de burger kunnen worden geschaad.
- Voor zowel een negatief als een positief overheidsoptreden is er wettelijk grondslag vereist.
Een publiekrechtelijke bevoegdheid wordt in beginsel aan een bestuursorgaan toegekend bij
wettelijk voorschrift. Een voorbeeld van uitdrukkelijke toekenning is als er in voorschriften ‘kan’ of
‘bevoegd’ staat.
3.3 Attributie
Attributie is het scheppen van een nieuwe bevoegdheid. Attributie van een bevoegdheid dient op een
wettelijk voorschrift gebaseerd te zijn.
Bestuursbevoegdheden van provinciale en gemeentelijke bestuursorganen kunnen bij provinciale of
gemeentelijke verordening worden geattribueerd. Daarbij moeten de grenzen wel in acht worden
genomen die voortvloeien uit hogere regelgeving.
ZBO’s
Bevoegdheden kunnen ook aan ZBO’s worden geattribueerd.
- ZBO’s zijn bestuursorganen die geen vertegenwoordiging verschuldigd zijn aan de
vertegenwoordigende organen van de Staat, een provincie of een gemeente
, - Deze attributie heeft gevolgen voor de omvang van de ministeriële verantwoordelijkheid.
Hiervoor is de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen in het leven geroepen.
Ambtenaren
Voor het algemeen vindt er geen attributie plaats aan ambtenaren. Soms gebeurt dit toch om
verschillende reden, deze reden kunnen het volgende zijn:
- Vanwege het grote aantal te nemen besluiten
- Vanwege de voor het nemen van een beschikking vereiste vaktechnische deskundigheid
- Vanwege de praktische noodzaak om terstond op te kunnen treden.
Attributie aan een ambtenaar brengt mee dat deze een nieuwe bevoegdheid krijgt die hem exclusief
toekomt. Hij wordt daarmee een a-bestuursorgaan. Hij blijft ondergeschikt aan het bestuursorgaan
onder verantwoordelijkheid waarvan hij werkzaam is.
3.4 Delegatie
Delegatie is het door een orgaan overdragen van een al bestaande, aan de delegans toekomende,
bevoegdheid aan een ander die deze bevoegdheid op eigen naam en onder eigen
verantwoordelijkheid gaat uitoefenen.
Delegatie is slechts toegestaan indien in de bevoegdheid daartoe bij wettelijk voorschrift is voorzien,
art. 10:15 Awb.
Delegatie is NIET toegestaan aan ondergeschikte, art. 10:14 Awb
Het delegatiebesluit markeert de daadwerkelijke delegatie.
De delegans is verantwoordelijk oor het laten voortbestaan ervan.
Beëindiging van de delegatie kan op grond van art. 10:18 Awb. Dit is echter een ‘ultimum remedium’.
Volgens art. 4:81 kan na het geven van delegatie nog beleidsregels worden opgesteld waaraan de
delegans zich moet houden.
Aangezien de delegataris door delegatie een eigen bevoegdheid krijgt, is ook hij bevoegd tot het
vaststellen van beleidsregels inzake de aan hem gedelegeerde bevoegdheid.
- Als deze beleidsregels in strijd zijn met de beleidsregels van de delegans gaan de regels van
de delegans voor.
We spreken van onder delegatie (subdelegatie) als de delegataris een aan hem gedelegeerde
bevoegdheid overdraagt aan een ander orgaan dat die bevoegdheid op zijn beurt op eigen naam en
verantwoordelijkheid gaat uitoefenen.
3.5 Overdracht
Het gaat om gevallen waarin een bestuursorgaan een aan een ander bestuursorgaan toekomende
bevoegdheid kan verplaatsen naar een door hem aan te wijzen bestuursorgaan. Er is sprake van
overdacht, art. 10:20 Awb
- Als de bevoegdheid naar de ‘derde’ wordt verplaats, kan worden bepaald dat het
oorspronkelijk bevoegde bestuursorgaan beleidsregels kan geven.
3.6 Mandaat
Mandaat is het door een bestuursorgaan machtigen van een ander om een al bestaande, aan de
mandaatgever toekomende, bevoegdheid op naam en onder juridische verantwoordelijkheid van dit
bestuursorgaan uit oefenen.
- Er kan ook alleen sprake zijn dat een andere alleen mag tekenen, dan is er sprake van
ondertekeningsmandaat
Voor het verlenen van mandaat is geen wettelijke grondslag vereist, art. 10:3 lid 1 Awb. Er zijn echter
twee uitzonderingen:
1. Het desbetreffende wettelijke voorschrift kan een verbod van mandatering inhouden
2. De aard van de bevoegdheid kan zich tegen mandaatverlening verzetten
Mandaat wordt over het algemeen verleent aan ondergeschikte zoals een ambtenaar. Mandaat kan
ook worden verleent aan een niet ondergeschikte volgens art. 10:4 Awb/
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller natanjahegeman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.