Summary chapter 6 species and populations - Nectar biology 4 vwo
All for this textbook (1)
Written for
Secondary school
VWO / Gymnasium
Biologie
4
All documents for this subject (5581)
Seller
Follow
kimvanginneken
Reviews received
Content preview
Biologie hoofdstuk 1 Gedrag
Paragraaf 1
Kennis van het natuurlijke diergedrag toepassen bij het houden van dieren bevordert het
welzijn van de dieren. Gedrag wordt dus aangepast aan de levensomstandigheden.
Gedrag > alles wat een dier of mens doet of laat om te kunnen functioneren
Inwendige prikkel > prikkels die van binnenuit komen zoals, hormonen en een honger- en
dorstgevoel.
Uitwendige prikkel > prikkels die van buitenaf te merken zijn zoals bewegingen geur en
geluiden.
Motiverende factoren > een combinatie van in- en uitwendige factoren. Ze motiveren je om
een bepaald gedrag te vertonen.
Motivatie > bereidheid om een bepaald gedrag te
vertonen.
Drempelwaarde > de hoogte van de motivatie die
nodig is om tot bepaald gedrag over te gaan.
Wanneer de drempelwaarde van bepaald gedrag is
bereikt volgt er een respons.
Onderzoekers gaan ervan uit, dat het welzijn van
de dieren en dieren in gevangenschap groter is
wanneer ze hun natuurlijke gedrag kunnen
vertonen.
Paragraaf 2
Ethogram > een lijst met objectief en nauwkeurig
beschreven gedragselementen.
Gedragsonderzoek is objectief, dus zonder oordeel
vooraf. Biologen bekijken welke prikkels een dier
ontvangt (input) en welk gedrag er vervolgens
optreedt (output).
Antropomorf > een subjectieve beschrijving van
gedrag gebaseerd op menselijke emoties.
De tak van biologie die onderzoek doet naar
diergedrag is ethologie. voorbeeld ethogram
Beschrijvend onderzoek > de onderzoeker beperkt zich tot observeren tellen en meten. Hij
veranderd niets aan de omstandigheden.
Experimenteel onderzoek > een onderzoek waarbij de onderzoeker zelf de omstandigheden
veranderd.
Sleutelprikkel > een essentiële prikkel waarop altijd hetzelfde gedrag volgt.
Supernormale prikkel > een versterkte prikkel waarop een versterkte reactie volgt.
De periode waarin een organisme gevoelig is om bepaalde dingen te leren heet de gevoelige
periode. Een dergelijke vorm van leren in een gevoelige periode heet inprenting.
Associatief leren > een bepaalde prikkel koppelen aan een andere prikkel. Voorbeeld: dat
olifanten geleerd hebben om bijen te vermijden, heeft te maken met de bijensteek die ze
koppelen aan gezoem.
Paragraaf 3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimvanginneken. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.