In dit document worden hoofdstuk 12 t/m 16 van het boek "Seneca maatschappijwetenschappen vwo deel 3: de 21ste eeuw" samengevat. De samenvatting is geheel door mijzelf geschreven, als voorbereiding op mijn toetsen en eindexamen.
Met behulp van deze samenvatting heb ik een 9,0 kunnen halen op mi...
Hoofdstuk 12
12.1 – context: Prinsjesdag
Poldermodel = de Nederlandse variant van het consensus- of harmoniemodel. Conflicten behoren te
worden opgelost door compromissen te sluiten in onderhandelingen.
Dimensies van hofstede: helpen duidelijk te maken hoe culturen van elkaar verschillen
- Grote/kleine machtsafstand. Mate waarin minderen een ongelijke machtsverhouding accepteren.
- Individualistisch/collectivistisch. Groepsbelang wel of niet voor het individuele belang.
- Lage/hoge onzekerheidsvermijding. Bedreigd voelen door onbekende situaties en behoefte aan
voorspelbaarheid.
- Lange/korte termijngerichtheid. Streven naar beloning in de toekomst VS deugden als respect en traditie
- Masculien/feminien. Assertief VS samenwerking en consensus.
Economisch kapitaal = financieel bezit of een hoog inkomen
Sociaal kapitaal = connecties, netwerken, de graad van eer en respect die een groep geniet
Cultureel kapitaal = culturele competenties, waaronder kennis, houdingen, opvattingen en smaak die
kenmerkend zijn voor hoge sociale posities.
Functionalisme-paradigma: Structuur en consensus (POLITIEKE) SOCIALISATIE
Voortbestaan van de (politieke) cultuur. Waarden, normen, opvattingen en gedragspatronen worden via
geïnternaliseerde rolverwachtingen verworven. Identiteit is een product van de samenleving.
Conflict-paradigma: Structuur en conflicten
Hoe geeft (politieke) socialisatie betekenis aan de sociale ongelijkheid? Kijken naar de effecten van
opvoeding en opleiding op de ongelijke verdeling van maatschappelijke posities in de samenleving naar
sociale klasse, gender, religie, leeftijd of etniciteit. Politiek niveau: hoe heeft socialisatie invloed op politieke
opvattingen.
Sociaalconstructivisme-paradigma: Actoren
Een individu construeert een beeld van de wereld, maar doet dit niet in een isolement. Hij wordt beinvloedt
door zijn omgeving en in dit proces wordt bijv kennis overgedragen. Zo doen mensen ervaringen op en
vormen ze een identiteit naar buiten toe.
Volkssoevereiniteit = het volk is in principe de baas (Nederland want wij zijn een democratie)
Eisen democratie:
1. Er zijn gekozen volksvertegenwoordigers die de regering controleren
2. Vrije, eerlijke en regelmatige verkiezingen
3. Vrijheid van meningsuiting
4. Toegang tot onafhankelijke informatiebronnen. Geen censuur of monopolie voor staatsmedia
5. Vrijheid van vereniging
6. Inclusief burgerschap: alle volwassenen hebben dezelfde rechten
Probleemgebieden rondom politieke cohesie (binding met de staat/natie waarin men woont/toe behoort)
1. Politieke betrokkenheid. Er is een kloof tussen burger en politiek: de binding is minder.
2. Bestuurlijke schaalvergroting. Samenwerking op Europees niveau kan ervoor zorgen dat de
besluitvorming te ver weg voelt en burgers dus los kunnen raken en de politici die beslissen.
3. Gemankeerde communicatie. Veel bestuurders en politici spreken een eigen vaktaal die vaak niet
wordt verstaan door burgers. Dat kan zorgen voor minder sterke binding met de achterban.
, Visies op representatie in een democratie:
- afspiegelingsmodel: volksvertegenwoordiger moet zoveel mogelijk lijken op de samenstelling van het volk.
- rolmodel: standpunten van de volksvertegenwoordiger moeten lijken op die van het volk zelf
- partijenmodel: politieke partijen zijn de sleutel, want verschillende partijen vertegenwoordigen
verschillende standpunten binnen het volk.
12.2 – Ideologie: politics
Dimensie 1: links – rechts Dimensie 2: progressief - conservatief
Hoeveel moet de overheid zich bemoeien met Hoeveel vrijheid hebben mensen in ethische
de economie? kwesties?
Veel Weinig Veel Weinig
Links Rechts Progressief Conservatief
Dimensie 3: nationalisme - internationalisme
Dimensie 4: materialisme - postmaterialisme
Is een land meer op het binnenland of op het
buitenland gericht? Zijn actoren meer gericht op tastbare of
abstracte zaken?
Binnenland Buitenland
Tastbaar Abstract
Nationalisme Internationalisme
Materialisme Postmaterialisme
Socialisme = gelijkwaardigheid en een sterke, sturende rol van de overheid om dit te kunnen realiseren.
Liberalisme = individuele rechten en individuele vrijheden
Confessionalisme = christelijke waarden, samenwerking en harmonie. Een brede ideologie (links/rechts)
12.3 – Systeem: polity
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isabellavierkant. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.