In deze samenvatting zit alle stof die in de les besproken is + de voorgeschreven literatuur van de boeken: elementair formeel strafrecht en elementair materieel strafrecht. Wanneer iets blauw en dik gedrukt is is dit van belang voor de opbouw van de antwoorden.
Samenvatting strafprocesrecht periode 3:
Blauwe tekst is belangrijk voor de opbouw van antwoorden
Week 1 formeel strafrecht: H1 en paragraaf 8.4 en 8.5
Materiele strafrecht -> welk gedrag is strafbaar en welke straffen kunnen worden opgelegd
Formele strafrecht -> strafprocesrecht
Penitentiaire recht -> regels die gelden bij de tenuitvoerlegging van een straf of maatregel
Strafprocesrecht -> Spelregels voor de opsporing en voor de strafrechtelijke procedure
Functies strafrecht:
Vergelding -> de dader straffen
Speciale preventie -> recidive voorkomen
Generale preventie -> voorkomen dat andere personen in de fout gaan
NL- strafproces is gematigd inquisitoir -> verdachte is voorwerp van het onderzoek,
hij is geen gelijkwaardige procespartij.
Accusatoire procesvorm -> twee gelijkwaardige partijen, waarheidsvinding. De
officier van justitie en de verdediging vechten met gelijke wapens (equality of arms)
EHRM wijst op adversarial proceedings -> de verdediging in het strafproces moet de
gelegenheid hebben om zelf (ontlastend) bewijs in te brengen maar ook kennis moet
kunnen nemen van en commentaar moet kunnen leveren op al het materiaal dat van
invloed kan zijn op de beslissing van de rechter.
Vervolgingsmonopolie -> OM bepaald of tot vervolging wordt overgegaan
(opportuniteitsbeginsel)
Opportuniteitsbeginsel -> OM kan afzien van de vervolging op gronden aan het
algemene belang ontleent
Het opportuniteitsbeginsel heeft als doel de scherpte van het legaliteitsbeginsel te
ontnemen
Legaliteitsbeginsel -> dat de overheid elke overtreding van een bepaling die zijn
belangrijk genoeg heeft gevonden om strafbaar te stellen dient te gevolgen
Strafvorderlijke legaliteitsbeginsel: alle procedureregels moeten in een wet in
formele zin staan.
Onmiddellijkheidsbeginsel -> vereist dat het bewijs ter zitting wordt gepresenteerd
en daar voorwerp uitmaakt van een openbaar debat.
Ne bis in idem-beginsel -> verbiedt een tweede vervolging voor een feit waarover
reeds onherroepelijk door een rechter is beslist (art. 68 Sr)
Vertrouwensbeginsel -> waakt ervoor dat het door het OM gewekte vertrouwen in
redelijkheid wordt gehonoreerd
Beginsel van zuiverheid van oogmerk -> het OM gebruikt zijn bevoegdheden voor een
ander doel dan waarvoor zij zijn bedoeld
Gelijkheidsbeginsel -> legt de verplichting op om in zelfde gevallen hetzelfde te
beslissen
Nemo tenetur -> niemand hoeft actief mee te werken aan zijn eigen vervolging, kan
daartoe niet gedwongen worden en hij tot de veroordeling voor onschuldig wordt
gehouden (the right to remain silent)
Rechters zijn verplicht hun werk te doen volgens de Leidraad onpartijdigheid van de rechter
Wraken -> een rechter is niet onpartijdig geweest.
Art. 1 Sv -> het gehele strafproces moet in een formele wet geregeld worden
Onschuldpresumptie (EVRM art. 6, lid 2):
Behandeling als onschuldige voor het proces
Verbod op vooringenomenheid van de rechter
Verbod op punitief voorarrest
Terughoudend gebruik van voorlopige hechtenis
Zwijgrecht
Nemo tenetur
Bewijslast bij de vervolgende instantie
Bij twijfel vrijspreken
Raad voor Rechtsbijstand:
Gesubsidieerde rechtsbijstand
Verdachte betaald altijd een deel zelf
‘Toevoeging’
Rechtsgeding (eindonderzoek):
Onderzoek ter terechtzitting (art. 288- 331 Sv)
Beraadslaging (art. 348 en 350 Sv)
Uitspraak (art. 349, 351 en 352 Sv)
Executie = tenuitvoerlegging van de opgelegde sanctie
Het beslissingsmodel:
Artikel 348 Sv uitspraak in artikel 349 Sv
Is de dagvaarding geldig? (art. 261 Sv) Nee: nietigheid van de dagvaarding art. 349
lid 1 Sv
Formele geldigheid: betekening van de
dagvaarding is rechtsgeldig (585-589 Sv)
Materiele geldigheid: (261 lid 1 en 2 Sv)
Een opgave van het feit dat ten laste
wordt gelegd
Omstreeks welke tijd en waar ter plaatse
het feit begaan zou zijn
De wettelijke voorschriften waarbij het
feit is strafbaar gesteld
Vermelding van de omstandigheden
waaronder het feit begaan zou zijn
Is de rechter bevoegd?(art. 2 Sv, art. 382, Nee: onbevoegdheid van de rechter art.
368 en 268 Sv) 349 Sv
Absolute competentie: welke soort rechter is
bevoegd de zaak te behandelen
Relatieve competentie: welk gerecht is bevoegd
de zaak te behandelen (art. 2 Sv)
Is het OM ontvankelijk? Nee: niet-ontvankelijk OM art. 349 Sv
Niet-ontvankelijk OM:
Verdachte is overleden art. 69 Sr
Het feit is verjaard art. 70 Sr
In geval van ne bis in idem art. 68 Sr
Het betaald hebben van een transactie
door de verdachte art. 74 Sr
Verdachte was nog geen 12 jaar oud art.
486 Sv
Overdracht van strafvervolging aan een
vreemde staat art. 77 Sr
Het ontbreken van een klacht in het geval
van een klachtdelict
Bij het uitvaardigen van een
strafbeschikking (art. 257 Sv)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliavanlaanen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.42. You're not tied to anything after your purchase.