100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Goederenrecht alle stof leerjaar 1 periode 3 $4.44   Add to cart

Summary

Samenvatting Goederenrecht alle stof leerjaar 1 periode 3

 19 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In deze samenvatting staat alle stof die in de les is besproken + de voorgeschreven literatuur uit het boek praktisch goederenrecht. Sommige tekst is blauw en dik gedrukt, dit is dan van belang voor de opbouw van de antwoorden

Preview 3 out of 22  pages

  • Yes
  • March 17, 2021
  • 22
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting goederenrecht periode 3:
Blauwe tekst = belangrijk voor opbouw van antwoorden
Kennisclip week 1
Goederenrecht: rechtsverhouding tussen persoon en goed

Kenmerken goederenrechtelijke rechten:
 Absoluut -> inroepen tegen iedereen
 Exclusief -> je kunt je recht uitvoeren met uitsluiting van eenieder (uitlenen)
 Droit de suite/ zaaksgevolg -> een recht blijft op de zaak rusten, wat er ook mee
gebeurt (hypotheek)
 Prioriteitsbeginsel -> rangorde van goederrechtelijke rechten, oud gaat voor nieuw
 Bevoorrechte positie -> goederenrecht gaat vóór het verbintenissenrecht

Praktisch goederenrecht H1 en H2
Goederenrechtelijke rechtsrelatie: rechtsrelatie tussen een persoon en een aantal goederen
Vermogensrecht: verbintenissenrecht en goederenrecht samen, regelt de verhoudingen
tussen burgers onderling die op geld waardeerbaar zijn.

Privaatrecht

Vermogensrecht personen-en familierecht

Goederenrecht verbintenissenrecht


Goederen: alle zaken en alle vermogensrechten (art. 3:1 BW)

Zaken (3:2 BW)
Goederen (3:1 BW)
Vermogensrechten (3:6 BW)

Zaken: de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten (3:2 BW)
Art. 3:2a lid 1 bepaalt dat dieren geen zaken zijn, het tweede lid volgt echter dat regels met
betrekking tot zaken in beginsel ook op dieren van toepassing zijn.

Vermogensrecht (3:6 BW):
 Een recht met een vermogenswaarde
 Je kunt het niet aanraken
 Rechten die afzonderlijk of samen met een ander recht overdraagbaar zijn
(eigendomsrecht)
 Die ertoe strekken het rechthebbende stoffelijke voordeel te verschaffen (recht van
gebruik)
 Die verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk
voordeel (boodschappen doen voor de buurman)

,Onroerende zaken: zaken die niet verplaatsbaar zijn (3:3 lid 1 BW)
 Grond
 Delfstoffen die nog niet zijn gewonnen
 Beplantingen die met de grond zijn verenigd
 Gebouwen die duurzaam met de grond zijn verenigd
 Werken die duurzaam met de grond zijn verenigd
 Gebouwen en werken die door vereniging met andere gebouwen of werken
duurzaam met de grond zijn verenigd

Roerende zaken: alle zaken die niet onroerend zijn (3:3 lid 2 BW)


Roerende zaken
Zaken
Onroerende zaken
Goederen
Vermogensrechten

Bestandsdeel: een onderdeel van een hoofdzaak die er volgens verkeersopvattingen bij
hoort 3:4 lid 1
Registergoederen: voor overdracht of vestiging is inschrijving in het bestemde openbare
register noodzakelijk -> ONROERENDE ZAKEN (3:10 BW)
Natuurlijke vruchten: zaken die volgens verkeersopvattingen als vruchten van andere zaken
worden aangemerkt (3:9 lid 1 BW). Wordt een zelfstandige zaak op het moment dat deze
wordt afgescheiden (3:9 lid 4 BW)
Burgerlijke vruchten: (vermogens)rechten die volgens verkeersopvattingen als vruchten van
goederen worden aangemerkt (3:9 lid 2 BW) (rente, huuropbrengst). Wordt een zelfstandig
recht op het moment dat deze opeisbaar wordt (3:9 lid 4 BW)

Was is een bestandsdeel? 3:4 lid 1
Eigenaar van de zaak is ook eigenaar van de bestandsdelen 5:3
Wat is de hoofdzaak? 5:14

Goede trouw ontbreekt (3:11):
 Wanneer iemand de feiten of het recht waarop zijn goede trouw betrekking heeft
kende
 Wanneer iemand de feiten of het recht waarop zijn goede trouw betrekking heeft
behoorde te kennen

Onderzoeksplicht: onderzoeken, als je dit hebt gedaan en achteraf blijkt er toch iets niet te
kloppen kun je je beroepen op goede trouw.
Wanneer er geen onderzoek gedaan kan worden kan je toch worden verweten dat je de
feiten had moeten kennen.



Relatieve rechten: rechten die slechts tegenover een bepaalde persoon werken

, Absolute rechten:
 Werking jegens eenieder
 Exclusief: als enige het recht hebben
 Zaaksgevolg -> droit de suite
 Prioriteitsbeginsel -> droit de priorite
 Bevoorrechte positie -> droit de preference

 Vruchtgebruik (3:201 BW)
 Pand (3:227 BW)
 Hypotheek (3:227 BW)
 Eigendom (5:1 BW)
 Erfdienstbaarheid (5:70 BW)
 Erfpacht (5:85 BW)
 Opstal (5:101 BW)
 Appartement (5:106 BW)

Rechtsgevolgen verbonden aan deze rechten:
 Zaaksgevolg -> een absoluut recht op een goed blijft altijd bestaan
 Prioriteitsbeginsel -> het eerdere gevestigde absolute recht gaat voor (ALLEEN
GOEDERENRECHT)
 Bevoorrechte positie -> goederenrecht gaat voor verbintenissenrecht

Volledige rechten (eigendomsrecht en
rechthebbende vermogensrecht)

Absolute rechten

Beperkte rechten (overig)

Volledige rechten: het meest omvattende recht wat een persoon op een zaak kan hebben
(5:1 BW) de rechthebbende kan binnen de grenzen van de wet alles met de zaak doen waar
het volledige recht op rust.
Beperkt recht: een recht dat is afgeleid uit een meer omvattend recht, hetwelk het met het
beperkte recht is bezwaard (3:8 BW)
Beperkte rechten zijn afsplitsingen van volledige recht
Het is een gesloten stelsel -> moet in de wet staan
Boek 3 -> zaken en vermogensrechten
Boek 5 -> alleen op zaken




Praktisch goederenrecht 2.3 t/m 2.6 + H7 + H8

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliavanlaanen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75632 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.44
  • (0)
  Add to cart