Fiscaal Recht Oefeningen VAK 2 + Deze oefeningen geef ik je gratis mee om duidelijk te maken wat mijn manier van werken is. De oefeningen blijven elk jaar hetzelfde enkel de getallen in de aangifte veranderen jaarlijks.
Vak II: persoonlijke gegevens en
gezinslasten
Oefening 1
Bepaal of volgende persoon ten laste is. Bespreek hierbij telkens de vier voorwaarden om ten laste te
zijn. Vul ook vak II van de aangifte in.
a. Pieter is 16 en woont in bij zijn pleegouders (koppel gehuwd met scheiding van goederen).
Hij heeft in 2020 gewerkt als jobstudent en heef hierbij een inkomen verdiend van 5 000,00
euro
VW1: Kan de persoon ten laste zijn? Pleegkind mag ten laste zijn dus OK.
VW2: Maakt pieter deel uit van het gezin op 01/2021? OK
VW3: Zijn de nettobestaansmiddelen onder 3380,00€?
Algemene regel AJ2021: 3380,00€ => 1710 < 3380 dus VW2 is OK.
B; 1030-37: 1 (hij is volledig ten laste als enige.)
VW4: Geen beroepsinkomsten die voor de belastingplichte een beroepskost zou zijn. OK
b. Bruno (25 jaar oud) gaat op 5 december 2020 inwonen bij zijn zus Liesje. Bruno is zwaar
gehandicapt. Hij werkt in een beschutte werkplaats en verdient daar 1 200,00 euro netto per
maand.
VW1: Kan de persoon ten laste zijn? JA
VW2: Maakt Bruno deel van het gezin uit op01/2021? JA
VW3: Onvoldoende nettobestaansmiddelen? Bezoldiging beschutte werkplaats wordt niet
gezien als een NETTOBESTAANSMIDDEL dus OK.
VW4: Geen BI die voor BP een BK zijn? OK
, VAK 2
A; 1001-66: X
B; 1032-35: -34: 1
c. Leen is 15 jaar en woont in bij haar alleenstaande moeder. Haar vader is overleden. Leen
heeft van haar vader een appartement geërfd (KI=1 000,00 euro). Het appartement is
verhuurd voor 500,00 euro per maand (aan gezin dat er zijn woonplaats heeft). Leen
ontvangt een studiebeurs van 600,00 euro. Het kindergeld voor Leen bedraagt 120,00 euro
per maand. Leen werkt als jobstudent heeft daarmee in 2020 een inkomen verdiend van
4 000,00 euro.
VW1: kan de persoon ten laste worden genomen? JA
VW2: Maakt de persoon deel uit van het gezin op 01/2021? JA
VW3 Onvoldoende NMB?
-Studiebeurzen zijn geen NBM
-Omdat Leen MINDERJARIG is worden de onroerende inkomsten niet gezien als NBM.
,d. Nadat zijn vrouw is overleden gaat Jos (60 jaar) inwonen bij zijn dochter. Hij ontvangt een
pensioen van 20 000,00 euro per jaar en heeft geen andere inkomsten.
VW1: Kan Jos ten laste worden genomen? JA
VW2: Maakt de persoon deel uit van het gezin op 01/2021? JA
VW3: Onvoldoende nettobelasting? 1196,67 < 3380 HIJ IS DUS TEN LASTE
,e. Nadra (20 jaar) is student aan KdG. Ze heeft tijdens de vakantie gewerkt in de bakkerij van
haar vader (eenmanszaak). Ze heeft daarmee 1 500,00 euro verdiend.
VW1: Kan Nadra ten laste worden genomen? JA
VW2: Maakt de persoon deel uit van het gezin op 01/2021? JA
VW4: VW4: Geen BI die voor BP een BK zijn? NIET OKE
VAK 2
A; 1001: X
ZE IS NIET TEN LASTE
, Oefening 2
Hoeveel mag een kind ten laste van een alleenstaande maximaal verdienen als jobstudent om
effectief ten laste te blijven?
→ omgekeerd berekenen: hoeveel bruto-ontvangsten mag ik hebben om nog net ten laste te zijn.
DUS berekening van onder naar boven maken (ipv. van boven naar onder)
VOORWAARDE I: persoon die ten laste kan zijn OK
VOORWAARDE II: deel uitmaken van gezin op 01/01/AJ OK
VOORWAARDE III: onvoldoende NBM Schema!
VOORWAARDE IV: geen BI die voor BP een BK zijn OK
!! * als het beroepsinkomsten zijn moeten de kosten minimum €470 zijn, dus meer mag maar minder
niet. Zijn het onroerende inkomsten dan een andere berekening (zie later). Maar meestal dus
gewoon werken met die 20%.
1) De geïndexeerde bedragen aanslagjaar 2021, punt 4 (p.5): nettobestaansmiddelen
→ maximumbedrag van de nettobestaansmiddelen – individuele aanslag, gewone kinderen
MAAR welke nodig? Individuele aanslag want ouder is een alleenstaande (zie opdracht)
DUS nettobestaanmiddelen bedragen €4 880,00
2) Kosten zijn meestal 20%
MAAR je mag nu niet vertrekken van nettobestaansmiddelen en daarbij 20% bijtellen, want dan kom
je op een fout bedrag
DUS je moet de regel van 3 toepassen: BBM zijn 100%, kosten zijn 20% dus zijn mijn NBM 80%, NBM
van 80% omrekenen naar 1% (4880/80) en dan naar 100 ((4880/80) * 100) → controle toepassen om
te zien of uw kosten meer zijn dan uw minimum van €470.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SomersDiego. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $0.00. You're not tied to anything after your purchase.