Inleiding (geen leerstof)
Waarom is het ebolavirus niet een wereldwijde pandemie geworden?
- Ebola is niet via de lucht overdraagbaar en het is niet overdraagbaar voordat mensen
symptomen vertonen.
- Het ebola virus is zeer virulent; de gastheer ging erg snel dood en dat vermindert de
besmettingsgraad.
Waarom heeft Ebola dan überhaupt kunnen uitbreken?
- In eerste instantie dacht men dat het om Malaria ging
- De juiste behandeling werd niet toegepast voor Ebola
- Etiologie: achterhalen van oorzaak van de ziekte; specifieke symptomen naar voren halen,
specificerend voor het achterliggende organisme is zeer lastig.
- Zoönose; kan het andere organismen infecteren of overleeft het op andere objecten? Ebola
komt uit fruit-etende vleermuizen. Het komt dus ook voor in andere organismen en is
daarmee een zoönose.
- Ebolavirus is een RNA-virus; het is van mens op mens overdraagbaar en kan zich heel
makkelijk muteren; aanpassen aan nieuwe omstandigheden. RNA-virus vermenigvuldigen via
een RNA afhankelijke polymerase.
Malariaparasiet is niet direct overdraagbaar, maar door transmissie via de mug. Mensen met Malaria
waren niet een direct gevaar voor de omgeving vandaar dat er niet meteen actie werd ondernomen
bij Ebola besmetten, omdat men dacht dat ze malaria hadden.
Classificatie: virus – parasiet à De classificatie is zeer belangrijk voor de keuze van behandeling.
RNA-virus:
- Mutatiegevoelig
- Makkelijk aanpassen
- Mutatiegevoeliger dan DNA-virus (met proofreading systeem)
COVID: asymptomatische infecties zorgen voor veel problemen.
Reservoirs:
1. Zoönose: dier is dan een reservoir
2. Vector: insecten
a. Mens – vector – mens (Malaria)
b. Dier – vector – mens (pest)
3. Besmette oppervlakten, voedsel, water, aarde
3
,Virussen met enveloppe: enveloppe met virus-specifieke eiwitten. Gevoeliger voor uitdroging; extra laag
maakt het virus juist zwakker. Door de lipide membraan is een virus met enveloppe gevoeliger voor
omgevingsfactoren. Dit betekent overigens niet meteen dat het helemaal niet kan overleven buiten de
gastheer, maar minder goed en lang dan een virus zonder enveloppe.
Virussen zonder enveloppe: sterk virus, kan goed overleven op oppervlakten. Het is daarom ook via besmette
objecten overdraagbaar.
Ebolavirus: RNA virus met een enveloppe, het overleeft niet lang buiten de gastheer hierdoor. Je moet direct
contact hebben met geïnfecteerd persoon.
SARS-COV-2/WAT:
- RNA virus
- Envelop
- Helicaal
- Zoönose
Transmissieroutes:
- Direct contact: niezen en hoesten
- Indirect contact: besmette oppervlakten, hand schudden; afhankelijk van hoelang het virus kan
overleven buiten het lichaam.
- Druppeltjestransmissie: aerogeen
Dier-Mens
- Intensief contact tussen besmette dieren en mensen
- Druppeltjestransmissie: aerogeen
Aerozole is niet de belangrijkste transmissieroute; anders was de R-0 veel hoger geweest.
Wanneer vindt transmissie plaats?
4
,Adaptieve immuunsysteem: infectie klaren, viruspartikels nemen af. Fase tot en met tonen van
ziektesymptomen noemen we de incubatieperiode. Verschillende virussen zijn in verschillende fasen
overdraagbaar.
Incubatie = periode tot aan symptomen (ziekte): toename pathogeen: transmissie mogelijk
Ziekte = afhankelijk van virulentie pathogeen en/of conditie gastheer
Herstel = afname en verdwijning van symptomen (ziekte): afname pathogeen maar: sommige infecties kan na
herstel symptomen (ziekte) nog steeds pathogeen aanwezig zijn en transmissie mogelijk.
SARS-COV-2
- Tijdens symptomen infectieus; dachten we in maart
- Incubatietijd 2-14 dagen (gemiddeld 6 dagen)
Westen:
- (multi) resistentie (door besmette kip)
- Terugkeer oude ziekten
- Opportunistische infecties
- Nieuwe ziekten
Classificatie organismen:
1. Virussen: replicatiecyclus afhankelijk van gastheercel
2. Bacteriën: prokaryoten; geen celorganellen (intra en extracellulair) = onafhankelijk
3. Parasieten: eukaryoten; wel celorganellen (intra en extracellulair) = onafhankelijk
Pathogeen & infectie
Pathogeen = organisme dat ziekte veroorzaakt
- Primair = ziekte in gezonde gastheer
- Opportunistisch = ziekte in verzwakte gastheer
Infectie = aanwezigheid van vermenigvuldigend organisme (hoeft niet schadelijk te zijn)
- Primair = veroorzaakt door primaire pathogeen (eerste organisme dat je infecteert)
- Secundair = als gevolg van een primaire infectie, 2e infectie kan plaatsvinden
Infectieproces; 5 stappen doorlopen om gastheer te infecteren.
1. Blootstelling (hechten aan de gastheer);
2. Binnendringen en koloniseren/doordringen
3. Overleven
4. Weefselschade (al dan niet)
5. Transmissie (gastheer verlaten om andere gastheer te infecteren)
Plaatsen van infectie; porte d’entrée
- Mucosa: respiratoire- darm, urogenitale stelsel
- Huid: wondje, haarzakje, zweetklier
- Parenteraal: via injectie (insecten)
- Vrouwen: verticale overdracht: placenta
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tinca1999. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.69. You're not tied to anything after your purchase.