Samenvatting onderzoeksmethoden: theorie en ethiek + artikelen
17 views 3 purchases
Course
Onderzoeksmethoden: theorie en ethiek (PSBA208)
Institution
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Book
Research Methods for the Behavioral Sciences
Deze samenvatting bevat alle belangrijke informatie van hoofdstuk 1-14 van het boek Research Methods for the Behavioural sciences van Charles Stangor behorend bij het vak onderzoeksmethoden: theorie en ethiek van de opleiding psychologie aan de RUG. Daarnaast bevat samenvatting alle belangrijke inf...
Summary research methods for the behavioral sciences (5E, Charles Stangor)
Samenvatting/Summary Research Methods: for the behavioral sciences (5/e) - C. Stangor
All for this textbook (2)
Written for
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Psychologie
Onderzoeksmethoden: theorie en ethiek (PSBA208)
All documents for this subject (4)
Seller
Follow
mandytangelder
Reviews received
Content preview
Theorie en Ethiek samenvatting:
Hoofdstuk 1:
Gedragswetenschappelijk onderzoek: richt zich op het gedrag tussen zowel mensen als
dieren.
Gedragswetenschappers bestuderen dergelijk gedrag om het beter te begrijpen en, waar
mogelijk, om methoden te ontwikkelen om de kwaliteit van leven te verbeteren.
Data: gegevens die zijn verzameld door bijvoorbeeld observaties of metingen.
Een gedragswetenschapper zal proberen bewijs te vinden voor een bepaalde bewering door
middel van het (systematisch) verzamelen en analyseren van data.
Dagelijkse onderzoekers: mensen zijn geïnteresseerd in wat er om ons heen gebeurt,
waarom dingen gebeuren, en hoe we dat kunnen herhalen of juist voorkomen.
Hindsight bias (achteraf bias): De neiging te denken dat je iets had kunnen voorspellen,
terwijl je dat waarschijnlijk niet had kunnen voorspellen. bijv. opposites attract.
Wetenschappelijke methode: een set van assumpties, regels, en procedures die
wetenschappers hanteren bij het doen van onderzoek.
- Het is een raamwerk voor het verzamelen, analyseren, en interpreteren van data.
Empirisch: deze beweringen zijn gebaseerd op basis van een systematische verzameling en
analyse van data.
Objectief: (zo veel mogelijk) vrij van de voorkeur, opinie of emoties van de onderzoeker.
Transparant: helder, duidelijk uitgelegd. Het opschrijven van de procedure en resultaten
moet zo gebeuren dat een andere onderzoeker precies snapt welke stappen er zijn genomen
en hoe dit leidt tot de conclusie van het onderzoek.
Repliceerbaar: een andere onderzoeker moet het onderzoek kunnen herhalen en op
hetzelfde uitkomen.
Accumulatie (opeenstapeling): Resultaten van het ene onderzoek worden gepubliceerd en
vervolgonderzoek bouwt daarop voort door het onderzoek te herhalen, eventueel deels te
wijzigen of iets toe te voegen, en dat vervolgens weer te publiceren.
Waarden: persoonlijke beweringen zoals “Het is belangrijk om iedereen gelijk te
behandelen” of “Abortus zou verboden moeten worden”.
- Kunnen niet worden beschouwd als goed of fout en wetenschappelijk onderzoek kan ze
niet bewijzen of ontkrachten.
Feiten: objectieve beweringen die zijn vastgesteld door middel van empirisch onderzoek,
zoals er zijn 1600 moorden gepleegd in de USA in 2002.
Bij het selecteren van het wie, wat, en hoe, spelen de waarden van een onderzoeker een rol.
Publicatie: onderzoeksrapport waarin wetenschappelijke bevindingen worden
gerapporteerd.
Onderzoeksrapport: een document dat de bevindingen van een onderzoek presenteert aan
de hand van een gestandaardiseerd format. (APA)
De introductie en discussie van een onderzoeksrapport zijn redelijk subjectief.
De methode en resultaten van een onderzoeksrapport zijn objectief geen interpretatie.
Basis onderzoek: richt zich op het beantwoorden van fundamentele vragen over gedrag,
waarbij er geen speciaal doel is anders dan het verwerven van meer kennis (intellectueel).
Toegepast onderzoek: heeft als doel het verwerven van praktische kennis om oplossingen te
kunnen bieden aan het probleem van de studie. interventie studie.
Interventie: trainingsprogramma, bijv. gedragstherapie.
Basisonderzoek wordt vaak gestuurd door praktische problemen en toegepast onderzoek
heeft meestal een sterke theoretische basis. Dus ze vullen elkaar aan.
Onderzoeksdesign: een specifieke methode om data te verzamelen, te analyseren, en te
interpreteren.
Beschrijvend, correlationeel en experimenteel onderzoek
, 1. Beschrijvend onderzoek: heeft als doel om vragen te beantwoorden over de huidige ‘stand
van zaken’.
- Biedt een inkijk in gedachten, gevoelens, of gedrag op een gegeven moment en een
gegeven plaats. Het geeft een beschrijving van een momentopname.
- Bij beschrijvend onderzoek staat de onderzoeker ‘aan de zijlijn’ en grijpt niet in.
o Surveys: vragenlijsten.
o Natuurlijke observaties: observaties in de natuurlijke context, bijvoorbeeld het
bestuderen van kinderen die in de speeltuin aan het spelen zijn.
o Interviews: uitvragen van de stand van zaken aan een proefpersoon.
2. Correlationeel onderzoek: heeft als doel om de relatie tussen twee of meer variabelen
onderzoeken.
- Correlatie zegt niets over oorzaak en gevolg.
3. Experimenteel onderzoek: wordt gebruikt om onderzoeksvragen over causale relaties
(oorzaak-gevolg) tussen variabelen te kunnen beantwoorden.
- Er vindt een actieve manipulatie plaats van een gegeven situatie voor twee of meer
groepen van individuen, die zoveel mogelijk gelijk zijn.
Kwalitatief onderzoek: de resultaten worden weergegeven in woorden. meer subjectief
Kwantitatief onderzoek: de resultaten worden uitgedrukt in cijfers middels statistische
toetsen. meer objectief.
Variabele: een eigenschap die verschillende waarden kan aannemen tussen de
studieobjecten (mensen, dieren, tijden, plaatsen).
Pearson product-moment correlatiecoëfficiënt r: maat om verbanden tussen variabelen te
kwantificeren, waarde tussen -1 en 1.
Hoofdstuk 2:
Inductieve methode: Het opdoen van ideeën door het observeren van dagelijks gedrag of
problemen, bij de inductieve methode vormen observaties en jouw eigen nieuwsgierigheid
de bron van inspiratie. bottum up
Primaire bronnen: wetenschappelijke artikelen en boeken over het onderwerp.
Secundaire bronnen: literatuurstudies of samengevoegde informatie over het onderwerp.
Sleutelwoorden/keywords: zoektermen die de basis van je interesse vormen.
Thesaurus: een index met alle zoektermen die de database beschikbaar heeft.
- De thesaurus biedt suggesties voor synoniemen (andere woorden met dezelfde
betekenis), bredere zoektermen (algemener), en smallere zoektermen (specifieker).
Wetten: algemene principes die in elke situatie geldig zijn.
Theorie: een set van principes die veel, maar niet alle, relaties binnen een bepaald domein
kunnen verklaren en voorspellen.
Deductieve methode: Theorieën kunnen helpen bij het ontwikkelen van ideeën en opstellen
van hypothesen. top-down
Theorie van sociale versterking/social reinforcement: Deze theorie stelt dat gedrag wordt
versterkt als het is beloond.
Externe factoren: bijvoorbeeld snoep of geld
Interne factoren: motivatie en schuldgevoelens
Tautologische theorie: een theorie waarin variabelen voorkomen die niet gemeten kunnen
worden of te vage informatie bevatten om te falsifiëren.
(Onderzoeks)hypothese: een specifieke, falsifieerbare voorspelling over het verband tussen
twee of meer variabelen.
Onafhankelijke variabele: de voorspeller, de variabele die wordt gemanipuleerd, de
mogelijke oorzaak. independent variable IV
, Afhankelijke variabele: de uitkomst, de variabele die mogelijk verandert als gevolg van de
manipulatie van de onafhankelijke variabele. dependent variable DV
Alleen bij experimentele designs mag je spreken van voorspellers (predictors) en uitkomst
variabelen (outcomes).
Een goede theorie is:
1. Algemeen: het vat meerdere uitkomsten samen.
2. Bondig (parsimonious), het geeft een simpele, bondige verklaring voor de uitkomsten.
3. Het biedt ideeën voor toekomstig onderzoek.
4. Het is falsifieerbaar. Dat wil zeggen dat het tegendeel kan worden bewezen.
Hoofdstuk 3:
4 basisprincipes ethisch onderzoek:
1. Participanten dienen te worden beschermd tegen fysieke en psychologische schade.
2. Participanten dienen vrijheid van keuze te hebben (om deel te nemen of te stoppen) in het
onderzoek.
3. Men dient zich bewust te zijn, en te blijven, van de machtsverschillen tussen onderzoeker(s)
en participanten.
4. Men dient de aard en het gebruik van (de data van) de studie eerlijk te beschrijven aan de
participanten.
Wetenschappelijke fraude: het bewust wijzigen of fabriceren van data.
Ethische kwesties zijn gebaseerd op waarden en niet op feiten, er is dus geen goed of fout
voor ethische dillema’s.
Informed consent: een beschrijving van het onderzoek, waarin de participant (zo veel
mogelijk) wordt verteld over het onderzoek en waarin toestemming wordt gevraagd voor
deelname aan het onderzoek.
Ieder onderzoek waarbij mensen betrokken zijn moet een informed consent opstellen.
8 onderdelen van een informed consent:
1. Een beschrijving dat het om (wetenschappelijk) onderzoek gaat, de verwachte duur van het
onderzoek, en een beschrijving van de procedures. Ook dient vermeld te worden of de
procedures experimenteel van aard zijn.
2. Een beschrijving van de mogelijke risico's en ongemakken voor de participant.
3. Een beschrijving van de mogelijke voordelen voor de participant of anderen.
4. Een beschrijving van geschikte alternatieve procedures of behandelingen die voordelig
kunnen zijn voor de participant.
5. Een beschrijving van de mate van vertrouwelijkheid wat betreft de (onderzoeks)gegevens
van de participant.
6. Wanneer het onderzoek meer dan een minimaal risico betreft: een beschrijving van de
compensatie (indien aanwezig) en een beschrijving van aanwezige medische behandelingen
bij blessures of verwondingen en, indien dat het geval is, wat die behandelingen inhouden of
waar meer informatie te verkrijgen is over deze behandeling(en).
7. Een beschrijving van met wie de participant contact op kan nemen in het geval van vragen
over het onderzoek of de rechten van de participant. En een beschrijving van de persoon
met wie de participant contact op kan nemen bij verwondingen die het gevolg zijn van het
onderzoek.
8. Een verklaring dat het onderzoek vrijwillig is en -heel belangrijk- dat het weigeren om deel te
nemen aan het onderzoek geen nadelige gevolgen voor de participant heeft. Daarnaast dient
er vermeld te worden dat de participant te allen tijde mag besluiten om te stoppen met
verdere deelname aan het onderzoek.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mandytangelder. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.