Een uitgebreide samenvatting van: 'internationaal ondernemen, een inleiding' Hoofdstukken 1 t/m 10. Tentamen behaald met een 8.6.
Laat me weten wat je ervan vindt!
H1
1.1
Globalisering oorzaken: opengaan landsgrenzen, opkomst internet, opkomst
lagelonenlanden.
Globalisering voordelen: meer werk, meer informatie uitwisseling, verspreide culturele
integratie, hogere economische groei en welvaart
Globalisering nadelen: Terrorisme, multinationals krijgen veel macht, uitbuiting
arbeiders.
BNP= dat gene wat een land totaal produceert, inclusief ingezetenen.
BRIC landen = Brazilië, Rusland, India, China (opkomende economieën)
Waardoor ontstaat internationale handel? door je als land ergens in te specialiseren
en dat goed verkopen. ( wat heb jij in huis dat anderen niet hebben? )
Duurzaam international ondernemen: People, Profit, Planet
People= veiligheid/gezondheid van een arbeider, werkplek
Profit=winstdeling, winstbestemming
Planet= efficiënt omgaan met grondstoffen, mileubewust
1.2
Motieven voor internationaal ondernemen:
Proactieve motieven ( We willen ): winst- en groei, wil van management, inspelen op
markt in buitenland, schaalvoordelen, integratie van bedrijfskolom, belastingvoordeel,
onderscheidend vermogen product,
Reactieve motieven ( We moeten/gedwongen ): concurrentiekracht, nieuwe/verzadigde
thuismarkt, benutten van overcapaciteit, nabijheid van klanten/leveranciers, korte
houdbaarheid product, verminderen afhankelijkheid klanten/leveranciers.
3 Vormen van internationale handel:
> import
> export
> Buitenlandse directe investeringen ( BDI )
,Import > het kopen van buitenlandse producten, oogpunt> goedkoper in het buitenland
door lage arbeidskosten, aanwezigheid van grondstoffen, ontbreken van product en
diensten op eigen markt.
Export > Uitvoeren van binnenlandse producten, motieven> nieuwe technieken/kennis,
kleine binnenlandse markt, nieuwe afzetmarkt, concurrerende kostprijs, overcapaciteit
van productie.
BDI = opstarten van bedrijf in een ander land
1.3
Handelsbalans: actieve handelsbalans > overschot ( is goed ), Passieve handelsbalans
> te kort (is slecht)
Nederland heeft altijd een handelsoverschot = goed.
H2
Handelspolitiek= gemeenschappelijk handelsbeleid europese unie
Vrije handel = vrij verkeer van goederen en diensten
1. Economische samenwerking door:
a. Vrijhandelszone
b. Douane-unie
c. Gemeenschappelijke markt
Vrijhandelszone = vrijhandelsverkeer tussen landen binnen de zone + elk land eigen
douanebeleid voor andere landen. Voordelen: efficiënte inzet van productiefactoren,
voorkoming van handelsoorlog, bevordering welvaart.
Risico hiervan is dat er onderling tussen landen in deze zone ook afspraken worden
gemaakt. Of dat het ene land product A aanbiedt voor 1 euro en het andere land voor
1,25. Dan krijg je ook strijd.
Douane-unie = Onderling vrij handelsverkeer + 1 gemeenschappelijk buitentarief. Bijv.
de EU-Turkije en Mercosur.
Gemeenschappelijke markt = Douane-unie + bepalingen over stimulering onderlinge
handel. Bijv. de EU ( ik koop dat bij jou, jij koopt bij mij dit ). Stimulering internationale
duurzame activiteiten, betere bescherming en verbetering levensstandaard, solidariteit
tussen lidstaten. bestrijding merkenpiraterij etc.
Economische unie en monetaire unie ( EMU )
Monetair deel betekent 1 munt als betalingseenheid ( eurolanden )
, Het nationale economische beleid wordt door de lidstaten op elkaar afgestemd
ken je eurolanden!! welke in de EU zitten en welke de Euro gebruiken.
2. Protectionisme
= Overheidsmaatregelen ter bescherming v.d. eigen economie
Protectionistische maatregelen ter:
- Bevordering van de werkgelegenheid
- Bescherming van een bedrijfstak
- Tegengaan van Dumping (zeer goedkope verkoop)
- Evenwichtige Betalingsbalans
- Verbetering ruilvoet
- Inkomstenverschaffing voor overheid
- Politieke Boycot
Protectionisme van de economie door:
1. Tarifaire maatregelen: maatregelen die geld kosten. > met Geld.
2. Non-tarifaire maatregelen ( nieuw protectionisme ) > door de klooien en etteren.
1. Tarifaire maatregelen:
- Invoerrechten
- Omzetbelasting
- accijnzen
- subsidies en regelingen
- contingenten ( quota en antidumping heffing)
> quota = hoeveelheidsbeperkingen
> antidumpingheffing = regeling om dumping onder de kostprijs tegen te gaan.
2. Non-tarifaire maatregelen:
- Douaneformaliteiten ( je bent dit document vergeten in te vullen, dat duurt 5 dagen
extra )
- technische voorschriften
- administratieve procedures ( 30x je handtekening zetten )
- verscherpte kwaliteitseisen
- exportbeperkingen
( dit zijn allemaal een beetje plagerige regeltjes om het ondernemen uit te rekken en
lastiger te maken )
Protectionisme door Tariefmaatregelen: 4 stuks
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gjmateboer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.78. You're not tied to anything after your purchase.