Inleiding
o 92 natuurlijke elementen slechts 26 in levende wezens
Sterkste elementen in organismen zijn
Waterstof, koolstof, zuurstof, stikstof
o Kwantitatieve analyse steeds 11 elementen die samen meer dan 99% van het
totaal uitmaken
= 11 bouwelementen
Koolstof, zuurstof, waterstof, stikstof, calcium, fosfor, kalium,
zwavel, natrium, chloor en magnesium
Spoorelementen= elementen in microhoeveelheden
Oligo-elementen= absoluut noodzakelijke spoorelementen voor organisme
Toevallige spoorelementen= komen toevallig voor
Spoorelementen+ bouwelementen bio-elementen
o Levende organismen= open systemen
Constant uitwisseling van energie en materie met de omgeving
Verwijdering van bio-elementen via huid, urine en excrementen
Bio-elementen vervagen (= winst) via voedsel, drank of
ademhaling
moet in evenwicht zijn anders ziekte
Anorganische moleculen
belangrijke= water, koolstofdioxide en zuurstof
o Water (H2O)
Cellen bestaat uit 70% water
Oplosmiddel (bv: zout in cellen oplossen)
Reactiemiddel (bv: biologische reactie bijna altijd met water)
Transportmiddel (bv: bloed)
Warmteregulatie (bv: water verdampen= zweten)
o Koolstofdioxide (CO2)
Klein gedeelte atmosfeer uit CO2
Grondstof voor koolstofassimilatie
Afvalproduct van verbranding organisch materiaal
o Zuurstof (O2)
Moleculaire zuurstof 21% van atmosfeer
Onmisbaar bestanddeel van leven
Om organisch materiaal te oxideren
Organische moleculen
4 belangrijke groepen van kleine organische moleculen: suikers, vetzuren,
aminozuren en nucleotiden
Ze vormen de bouwblokken van de cel
Ze kunnen grote polymeren macromoleculen vormen
Bv: suikers polysachariden
Bv: aminozuren eiwitten
Nucleotiden nucleïne zuren
, De kleine organische moleculen + macromoleculen groot deel van
totale celmassa
o Suikers als basis voor de polysachariden
Monosachariden
(CH2O)n : n kan variëren van 3 tot en met 8
N=3 triose
N=5 pentose
N=6 hexose
Ingedeeld in
ketosen (= carbonyl groep in de keten)
aldosen (= carbonyl groep aan uiteinde van de keten)
verschillende monosachariden
ringvormige monosacchariden
bv: glucose
afhankelijk van richting van OH-groep aan
het eerste koolstof atoom α -glucose en β
-glucose (=stereochemische isomeren)
ketenvormige monosacchariden
functies
belangrijk voor stofwisselingsprocessen in cellen
bv: glucose levert bij afbraak energie
onderdeel van grote moleculen
bv: ribose: bouwsteen van RNA en van de
energierijke verbinding ATP
disachariden
bestaan uit aangekoppelde monosacchariden (=polymeriseren)
twee hexose moleculen gekoppeld disacharide
sacharose (= rietsuiker= bietsuiker), lactose (=melksuiker) zijn
bestanddelen van voedingsmiddelen
maltose= tussenproduct bij afbraak van zetmeel
polysachariden
bestaan uit aangekoppelde monosacchariden (=polymeriseren)
veel glucosemoleculen aan elkaar polysacharidemolecule
bv:
zetmeel opslagvorm van α -glucose
bij planten
mengsel van moleculen amylose en
amylopectine
glycogeen opslagvorm van α -glucose
bij mens en dier
structuur lijkt op die van
amylopectine (maar is sterker
vertakt)
cellulose opslagvorm van β -glucose
draadvormige structuur
belangrijk bestanddeel van wanden
van plantencellen (stevigheid)
, kleinere oligosachariden
covalent binden met eiwitten om glycoproteïnen te vormen
covalent binden met lipiden om glycolipiden te vormen
beide zijn componenten van celmembranen
o vetzuren als basis voor de lipiden of vetten
vetzuurmolecule (bv: palmitinezuur) bestaat uit
lange koolwaterstofketen
hydrofoob
weinig chemisch reactief hydrofobe staart
carboxylgroep (-COOH)
= gedraagt zich als een zuur
Ioniseert in waterige oplossing
Extreem hydrofiel
Chemisch reactief hydrofiele kop
Verschillende vetzuren
Koolwaterstofketen verzadigd met water verzadigd
vetzuur
Tussen twee opeenvolgende C-atomen één of meer dubbele
bindingen onverzadigd vetzuur
Één dubbele binding enkelvoudig onverzadigd
vetzuur
Twee dubbele bindingen tweevoudig onverzadigd
vetzuur
Lipiden opgebouwd uit
elementen C, H, O in mindere mate uit de elementen
P en N
overwegend apolair
slecht oplosbaar in water
Goed oplosbaar in apolaire oplosmiddelen
(bv: benzeen en chloroform)
Eenvoudige lipiden
Esters van vetzuren met een alcohol
Belangrijke groep
triglyceriden (neutrale vetten)
Opgebouwd uit 1 molecuul glycerol waaraan drie moleculen
vetzuren zijn veresterd
Hoge energetische waarde
Dienen om energie op te slaan en warmte-isolatie
Bij hoger ontwikkelde dieren in
vetweefsel
, Samengestelde lipiden
Alcohol (meestal glycerol) + vetzuren
+ andere groep
Bv: fosfaatgroep
fosfolipiden
Belangrijke bouwsteen van de membranen van
cellen
Afgeleide lipiden
Stoffen met een vetachtig karakter
Slecht oplosbaar in water
Hiertoe behoren:
de in vet oplosbare vitaminen: A, D, E en K
geslachtshormonen
geslachts- en bijnierschorshormonen van
mens= steroïden
cholesterol (veel voorkomt in membranen
van eukaryote cellen) is ook een steroïd
carotenoïden:
aangetroffen in membranen van
chloroplasten
spelen een rol bij lichtabsorptie
o aminozuren als basis voor de eiwitten of proteïnes
aminozuren bouwstenen voor eiwitten
in organismen 20 verschillende aminozuren
natuurlijk voorkomende aminozuren zijn:
α -aminozuren
Bevatten aan het α -C-atoom
een aminogroep (-NH2)
kan een proton opnemen positief geladen
een carboxylgroep (-COOH)
kan een proton afstaan negatief geladen
waterstofatoom
restgroep
bepaald de verschillen in aminozuren door
het verschil in restgroep
afhankelijk van pH zijn de moleculen geïoniseerd
meeste aminozuren bezitten een positieve en negatieve
lading= zwitterion
eiwitten= polymeren van aminozuren
met elkaar verbonden in een lange keten
vervolgens worden ze opgeplooid in 3D-structuur (uniek voor ieder
type eiwit)
covalente binding tussen twee op elkaar volgende aminozuren=
peptidebinding
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marievanlerberghe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.